LTO zou zich hard moeten maken voor een gezonde toekomst voor alle boeren, niet voor een onhoudbaar systeem gerund door multinationals
Geschreven door Tosca Peschier, Roos Saat & Jelle de Graaf
Alleen wanneer we de landbouw radicaal anders vormgeven, kunnen we de planeet leefbaar houden. De industriële landbouw is de grootste veroorzaker van ontbossing en biodiversiteitsverlies en is wereldwijd verantwoordelijk voor 26 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Hoewel de Nederlandse Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) zich aan het Parijsakkoord heeft gecommitteerd, blijft ze zich inzetten voor dezelfde vorm van landbouw die ons deze crisis juist heeft ingebracht. Extinction Rebellion Landbouw roept LTO op zich vijf jaar na ‘Parijs’ te bezinnen en zich in te zetten voor een gezonde landbouw voor boer, burger en de planeet.
Volgens het Parijsakkoord moet de uitstoot van broeikasgassen in Nederland omlaag met 95% in 2050 ten opzichte van 1990. De Nederlandse landbouw is verantwoordelijk voor 14% van de uitstoot van broeikasgassen in ons land. De landbouwsector zegt zich te committeren aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Maar de zogenaamde daling in broeikasgassen waar in rapporten met veel bombarie over wordt gesproken, blijkt eigenlijk een lichte stijging te zijn. In 2018 veroorzaakte de landbouw 26,9 megaton uitstoot CO2-equivalenten ten opzichte van 26 megaton in 2004 (cijfers van het CBS).
Dat LTO zich als grootste belangenorganisatie van de Nederlandse landbouw aan het klimaatakkoord van Parijs heeft gecommitteerd valt te prijzen. Maar met kleine veranderingen binnen het systeem gaan we het Parijsakkoord niet halen. Zoals de Nederlandse landbouw zich na de Tweede Wereldoorlog opnieuw moest uitvinden dwingen de klimaat- en ecologische crisis ons om dat opnieuw te doen.
De landbouw ondervindt nu al dagelijks de gevolgen van de klimaat- en biodiversiteitscrisis. We kampen met extreme droogte, bodemdegradatie, grootschalige insectensterfte, biodiversiteitsverlies, een mestoverschot en de stikstofcrisis. Deze problemen worden veroorzaakt door het industriële landbouwsysteem dat kosten externaliseert om zo goedkoop mogelijk te produceren voor een anonieme wereldmarkt. In dit systeem bepalen agro-multinationals, banken en supermarkten hoe de voedsel- en landbouwsector eruit ziet. Boeren zitten klem en trekken aan het kortste eind. Daarom gaan ze sinds vorig jaar terecht massaal de straat op. Maar boeren kunnen alleen anders gaan boeren als de maatschappij daar samen met hen de juiste structuren voor bouwt.
Helaas blijft de LTO aan de kant staan van een systeem dat niet houdbaar is. Zo is de grootschalige veehouderij verantwoordelijk voor 10% van de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Een afname in deze uitstoot is noodzakelijk voor het afwenden van de klimaatcrisis. Maar LTO pleitte aan de klimaattafel tegen een krimp van de veestapel. Het behouden van deze status quo toont een gebrek aan toekomstvisie.
Er zijn ook nu al landbouwsystemen die de klimaat- en ecologische crisis juist oplossen. Landbouw met minder vee, maar meer boerenbedrijven. Akker- en tuinbouw zonder bestrijdingsmiddelen waarin wordt samengewerkt met de natuur. Er zijn boeren die CO2 binden in de bodem, kruidenrijke graslanden aanleggen, bomen in hun bedrijf integreren, met groenbemesters en compost de bodemorganismen gezond houden en werken met korte ketens waardoor ze de mensen in Nederland voeden. Er zijn talloze manieren waarop het anders kan, het is aan de LTO dit voor alle boeren mogelijk te maken.
LTO is de belangenorganisatie van de Nederlandse landbouw. Ze zou zich hard moeten maken voor een gezonde toekomst voor alle boeren, niet voor een onhoudbaar systeem gerund door multinationals. Doorgaan op de huidige weg leidt tot een onvruchtbare toekomst voor zowel boer als burger. Het roer moet om!
Over de auteurs: Bioboerin Roos Saat, duurzame pionier Tosca Peschier en activist Jelle de Graaf pleiten voor een radicale verandering in de Nederlandse landbouw. Ze zijn actief bij Extinction Rebellion Landbouw, een beweging die met disruptieve en creatieve acties de Nederlandse landbouw lokaal en ecologisch wil maken.