Veeboeren krijgen 1200 keer meer subsidie dan producenten plantaardige alternatieven

De overheden in de Europese Unie en de Verenigde Staten sluizen elk jaar weer enorme bedragen naar de veehouderij. De producenten van plantaardige alternatieven kunnen daarentegen op veel minder staatssteun rekenen. In de EU krijgen veehouders maar liefst 1200 keer zoveel subsidie, in de VS 800 keer zoveel. Dat blijkt uit onderzoek dat is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift One Earth.

De onderzoekers keken naar de uitgaven van 2014 tot en met 2020. In die periode ging er 42 miljoen dollar naar plantaardige alternatieven voor vlees en zuivel, terwijl de veehouderij maar liefst 35 miljard dollar ontving. Ook als je er rekening mee houdt dat de vlees- en zuivelconsumptie aanmerkelijk hoger ligt dan de consumptie van alternatieven, is er nog altijd sprake van uiterst scheve verhoudingen. Producenten van plantaardige alternatieven krijgen 0,1 procent van de subsidies, maar zijn wel verantwoordelijk voor 1,5 procent van de verkopen.

Veehouders in de EU liggen massaal aan het subsidie-infuus, schrijft The Guardian. De helft van hun inkomen is afkomstig van hardwerkende belastingbetalers. De vleesindustrie is niet alleen verantwoordelijk voor veel dierenleed, maar levert ook een flinke bijdrage aan de opwarming van de aarde.