De heftige boerenprotesten gaan in de kern over een verouderd verdienmodel waarin de gemiddelde boer te weinig verdient om zijn bedrijf levensvatbaar te kunnen houden. Daar zijn duidelijke oorzaken voor aan te wijzen. De wet- en regelgeving is een belangrijke oorzaak. Maar zeker niet de enige. De boer ontvangt ook een te lage prijs voor zijn producten als dat wordt afgezet tegen alle kosten die vanwege de exploitatie van het bedrijf gemaakt moeten worden.
Boeren vechten dan ook niet alleen tegen de overheid, omdat die hun geen duidelijkheid en zekerheid geeft, maar evenzeer tegen de inkopers van hun producten, zoals de supermarkten die een te lage prijs betalen omdat consumenten simpelweg onvoldoende bereid zijn om een hogere prijs te betalen. Daarnaast is de machtspositie van supermarktketens groot omdat zij op een wereldwijde markt kunnen inkopen tegen de voor hen gunstigste prijzen. De boeren moeten dus tegen meerdere partijen tegelijkertijd een zware strijd voeren.
Economische ontwikkelingen, technologische factoren en veranderende wet- en regelgeving kunnen in economische sectoren soms zwaar negatief uitpakken. De textielsector, scheepsbouw en de mijnsector in Nederland hebben dat in het verleden al kunnen ervaren.
Zoals het in het verleden ging, biedt voor de toekomst economisch nooit een garantie dat het altijd goed zal blijven gaan. Dat is de werkelijkheid waar iedere ondernemer rekening mee moet houden.
Boeren vragen van de overheid en de EU een toekomstperspectief. Een terechte vraag om duidelijkheid te kunnen verkrijgen over wet- en regelgeving waaraan boeren zullen moeten voldoen. Alleen dat is zeker niet de belangrijkste vraag die een protesterende boer zou moeten stellen.
Het probleem ligt breder. Alle partijen die een belangrijke rol in de voedselketen vervullen, zullen perspectief moeten bieden voor een ander en beter verdienmodel van de gemiddelde boer. Als ondernemer zal de boer zelf heel kritisch naar de financiële overlevingskansen van zijn eigen bedrijf moeten kijken. Hoe staat mijn onderneming er financieel voor aan de hand van mijn laatste jaarrekening? Is er voldoende vet op de botten om de transitie naar een nieuw verdienmodel te kunnen maken met de wet- en regelgeving die daarbij hoort?
Als de levensvatbaarheid van het boerenbedrijf nu al discutabel is tegen de achtergrond dat technologische ontwikkelingen en innovaties altijd extra financieringen inhouden, moet de vervolgvraag zijn of de bank dat met de huidige cijfers die ontwikkelingen nog wel zal willen financieren?
Uiteindelijk bepaalt niet de politiek, overheid, supermarkten of consumenten of er een kaalslag gaat plaatsvinden in het boerenbedrijf. Wel de harde financiële cijfers van ieder individueel boerenbedrijf. In combinatie met de voor de toekomst van toepassing verklaarde wet- en regelgeving en de te verwachten economische ontwikkelingen. Zoals dat voor alle bedrijven in alle sectoren altijd geldt.