© cc-foto: NASA
Jullie, ik, wij - de consument - worden dagelijks herinnerd aan het feit dat wij ecologisch verantwoorde beslissingen moet nemen. Deze sociale druk creëert onderlinge irritatie en zelfs doelbewuste ongehoorzaamheid of vervreemding van de klimaatverantwoordelijkheid. Gelijktijdig zijn we ons allen bewust van een afbrokkelend klimaat, met alle gevolgen van dien.
Burgers worden ondergesneeuwd met advertenties van <i>soapbars</i> in recyclebare aluminiumbakjes ter vervanging van reguliere plastic shampooflessen, vlees eten is een taboe, vliegschaamte een gevestigde emotie, en heb je al vernomen hoe ecologisch vernietigend jouw avocado-toast is? Onder het avondeten terwijl het biefstukje wordt geserveerd komt de vraag op: “Zou jij nog wel kinderen op deze aarde willen zetten?”
Deze oneindige, onzekere maar ook niet grijpbare klimaatverantwoordelijkheid resulteert in een soort existentiële onmacht. Daarmee wordt dan ook alle maatschappelijke dwang graag weggelachen, in de poging om de last van ons onethisch bestaan te verwaarlozen.
Alhoewel, snoepreisjes worden door de vingers gezien. En tegelijkertijd, waarom is vliegen dan zo ongelofelijk goedkoop in vergelijking met alternatieve vormen van reizen? Of de verantwoordelijkheid nou bij de burger of het bedrijf ligt, is eveneens ongrijpbaar. Toch zijn slechts 100 bedrijven verantwoordelijk voor meer dan 70% van de wereldwijde uitstoot sinds 1988. Maar dit heeft ook zijn kanttekeningen, want het kapitalistische marktgestel is ingericht op vraag en aanbod. Zolang de consument ecologisch onverantwoord blijft, doen bedrijven leuk mee.
Tegelijkertijd misbruiken bedrijven de groene schaamte van het individu om meer zogenaamd ethische verantwoordelijke producten te verkopen. De consument, trots op zijn groene keuze en voornamelijk zelfbewust, vergeet het desbetreffende bedrijf op zijn morele plicht te wijzen. Maar blijken dan alle verantwoordelijkheden, zowel voor de aankopen als het aanspreken van bedrijven, te liggen bij de burger? De individualisatie van de klimaatverantwoordelijkheid komt bedrijven wederom ten goede.
Gelijktijdig zijn vervuilende producten vaak goedkoper dan de duurzame variant, waardoor sommige mensen financieel gezien niet in staat zijn om ecologisch verantwoordelijk te zijn. Ecologisch verantwoordelijk kunnen zijn is afhankelijk van de mate dat je in een geprivilegieerde positie bevindt om zulke keuzes te kunnen maken. Kijkend naar winsthongerige en belastingontwijkende bedrijven die deze morele kruistocht ontvluchtte, wordt de individualisatie van klimaatverantwoordelijkheid nog tegenstrijdiger.
Inactief of ongehoorzaam worden door sociale druk is het meest onproductieve wat men kan doen. Dit betekent echter niet dat massaal veganistisch worden, de auto verkopen en de buren aanspreken noodzakelijk is. Uiteindelijk gaat het er om het ‘groene’ bewustzijn te vergroten: dit betekent nieuws over klimaatakkoorden en keerpunten in het ecologisch debat niet vermijden maar advertenties van zogeheten duurzame producten wel. Eens in gesprek gaan met de demonstrant van Extinction Rebellion of het bijwonen van een klimaatmars kan erg waardevol zijn. Net zoals het bewustzijn vergroten over de scheve verdeling van de klimaatverantwoordelijkheid en groen handelen op de momenten die ertoe doen, zoals in de stembus.
Het allesomvattende en globale karakter van de klimaatcrisis zorgt ervoor dat de morele verantwoordelijkheid voor het terugdringen van uitstoot niet iets is dat is weggelegd voor een specifieke partij. De staat, de markt en het individu zijn alle drie dragers van deze morele plicht. De baanbrekende Urgenda-rechtszaak heeft Shell terechtgewezen en daarmee wettelijk verplicht om verantwoordelijkheid te nemen voor het terugdringen van zijn uitstoot. Dat zijn de uiteindelijke vonnissen die uitspraken als ‘alle kleine beetje helpen’ volledig tenietdoen.
Het lijkt alsof in de klimaatcrisis de verantwoordelijkheid van links naar rechts wordt geschoven en dat dit wederkerig spelletje de ruimte verdringt voor het daadwerkelijk nemen van verantwoordelijkheid. Uiteindelijk wordt het individu dagelijks bewust gemaakt van zijn ecologisch onverantwoorde gedrag, ofwel in de supermarkt, ofwel door de buurman. Bedrijven lijken er goed vanaf te komen. Kijkend naar de hoofd-uitstoters wereldwijd, is er een meer representatieve balans van de op ons drukkende klimaatverantwoordelijkheid op zijn plaats. Een die de burger beschermt tegen onredelijke verwachtingen en/of onderling moreel haantjesgedrag; Een die de bedrijven flink onder de loep te neemt. Alleen zo kan de gedeelde klimaatverantwoordelijkheid zijn vruchten afwerpen.
cc-foto: NASA