Zorgverleners zijn goed in het zorgen voor een ander. Het is tijd dat wij beter gaan zorgen voor hen.
Als samenleving kijken we met angst en beven naar de ontwikkelingen in de zorg. We horen hoe het aantal Covid-patiënten toeneemt, hoe steeds meer locaties voor spoedeisende hulp worden gesloten, hoeveel reguliere zorg wordt uitgesteld. We leunen met z’n allen harder op onze zorgverleners dan ooit. Maar goed voor hen zorgen? Ho maar. In maart stonden we te klappen voor de zorgverleners die nu vooral klappen krijgen.
Want het gaat niet goed in de zorg. Steeds meer mensen verlaten de sector, steeds meer medewerkers worden ziek. De agressie naar zorgverleners neemt toe. Roosters zien eruit als gatenkaas, medewerkers lopen op hun laatste benen. Waar er bij de eerste golf nog een sfeer was van samen de schouders eronder, heeft vermoeidheid nu de overhand. Steeds vaker wordt reguliere zorg uitgesteld, steeds vaker moeten zorgverleners hun patiënten of cliënten teleurstellen.
Er is iets geknakt in de moraal, en dat hebben we grotendeels te danken aan het huidige kabinet.
Deze week werd na vier keer stemmen eindelijk een motie aangenomen voor structurele loonsverhoging voor zorgprofessionals. Per ongeluk. Toch geeft dit foutje het kabinet de kans nog eens te kijken naar deze loonruimte die nu zo hard nodig is. Deze ruimte is grotendeels gebaseerd op de loonstijgingen de markt. Die is marginaal vanwege de Covid-uitbraak en toenemende dreigende faillissementen. Tel daar de stijgende pensioenpremies bij op en er is volgend jaar helemaal géén ruimte voor koopkrachtontwikkeling in de zorg. Dit terwijl zo’n 1 miljoen werkenden in de zorg een nieuwe cao krijgen volgend jaar, en de (materiële) waardering voor zorgpersoneel misschien wel belangrijker dan ooit is.
Intussen is er wel een bonus beloofd, maar die zorgt meer voor verdeeldheid dan voor waardering. Veel zorgverleners krijgen deze niet, zoals flexkrachten en ondersteunend personeel. Tegen het advies van werkgevers en werknemers in, heeft het ministerie met een onnavolgbare lijst aangegeven wie er wel of niet in aanmerking komt voor deze bonus. De motie om de bonus uit te keren werd in maart al aangenomen, en eind oktober is er nog steeds onduidelijkheid over wie deze krijgt en wanneer.
Het kabinet heeft bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van VWS de laatste de kans iets goed te maken. Wij roepen het kabinet op om toch extra ruimte te maken voor loonontwikkeling, om echt te investeren in kinderopvang zodat meer uren werken in de zorg makkelijker wordt en om geld vrij te maken tegen de enorme werkdruk in de zorg. Geld waarmee er bijvoorbeeld ruimte komt om zij-instromers en stagiaires beter te begeleiden.
Van klappen voor de zorg, naar lappen voor de zorg. Zorgverleners zijn goed in het zorgen voor een ander. Het is tijd dat wij beter gaan zorgen voor hen.