Van denken worden we moe
• 12-04-2012
• leestijd 3 minuten
In plaats van te genieten van keuzevrijheid, hebben de meesten van ons last van keuzestress
Dit is een stuk in het kader van het documentaire drieluik ‘Vrijheid, gelijkheid, broederschap’ dat door de VARA wordt uitgezonden op 18, 19 & 20 april. Op Nederland 2, na Nieuwsuur.
Toen ik na een vijftienjarig verblijf terugkeerde naar Nederland, heb ik lang naar het perfecte koophuis gezocht. Toen ik dat eenmaal had gevonden, moest de financiering nog geregeld worden. Net als velen, vond ik dat maar een vervelende klus. Ik kreeg een uitdraai van mijn financiële adviseur en de hypotheek van DSB zag er wel interessant uit, totdat mijn vader zei: “DSB, daar is iets mee.” En, nee, hij is geen hoogleraar economie, maar omschrijft zichzelf als “een simpele automatiseerder met gezond verstand”. Ik volgde zijn advies en ging niet met DSB in zee.
Ik ben namelijk een zogenaamde ‘satisficer’. Dat houdt in dat ik vuistregels gebruik als: het advies van mijn vader overnemen. De andere categorie beslissers is ‘maximizer’. Deze komt tot een optimale keuze gegeven de beschikbare informatie. Nu denkt u vast dat u een maximizer bent. Immers, we vinden het prettig het gevoel te hebben rationeel te handelen en in controle te zijn.
Geven we een groep mensen een opdracht en vragen we hen achteraf hoe ze tot een beslissing zijn gekomen, dan geeft het merendeel aan een rationele afweging te hebben gemaakt. Echter, het deel van de hersenen dat actief is tijdens het proces blijkt vaak het emotionele deel te zijn. Sterker, mensen met een afwijking aan het emotionele hersendeel, blijken moeilijk rationele beslissingen te kunnen nemen.
Slechts 20 procent van ons behoort tot de categorie ‘maximizers’. 80 procent gebruikt vuistregels. Daar komt bij dat onze hersenactiviteit afneemt in het bijzijn van iemand waarvan we denken dat diegene een expert is.
Dit maakt het buitengewoon zorgwekkend dat het mantra van het kabinet keuzevrijheid, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid is. Op basis daarvan hebben beleidsmakers besloten dat we zelf moeten kiezen welk telefonie-abonnement we willen, welke energieleverancier, welke zorgverzekeraar, etc. Het gevolg is dat, bijvoorbeeld, slechts een klein percentage van ons van zorgverzekeraar wisselt. En dat is dan die door het kabinet bejubelde marktwerking in de zorg.
Het mantra van het kabinet past perfect bij de homo economicus. Echter, de economische wetenschap zelf heeft inmiddels de homo psychologicus omarmd. In plaats van te genieten van keuzevrijheid, hebben de meesten van ons last van keuzestress. We kunnen en willen niet omgaan met het brede scala aan keuzes waarover we ons moeten buigen.
Waar ‘satisficers’ behoefte aan hebben, is veilige terugvalopties. Denk, bijvoorbeeld aan een
Basishypotheek. Dit is een hypotheek waarvan de voorwaarden worden vastgesteld door de overheid. Te denken valt bijvoorbeeld aan een annuïteitenhypotheek van niet meer dan vijf keer het bruto-inkomen, een looptijd van dertig jaar, een vast rentepercentage, geen verzekeringen anders dan bij wet verplicht, en geen vermogensopbouw via aandelen of anderszins. Hypotheekaanbieders worden verplicht om de Basishypotheek aan te bieden binnen de door de overheid gestelde regels. Bij twijfel kan de consument altijd bij de overheid terecht voor advies of controle van de hypotheek. Naast de Basishypotheek blijft het voor consumenten gewoon mogelijk om andere soorten hypotheken af te sluiten, maar dit gebeurt dan op verantwoordelijkheid van de consument zelf.
Aldus is de Basishypotheek een gedragseconomisch alternatief voor het achterhaalde mantra van het kabinet, omdat het niet alleen uitgaat van het idee dat economische actoren gedreven worden door (financiële) prikkels, maar daarnaast voorkomt dat er misbruik gemaakt kan worden van de bestaande beperkte rationaliteit in het systeem.
En aldus is de Basishypotheek een veilige terugvaloptie voor mensen die niet kunnen terugvallen op het advies van een wijze vader.
Zoals ‘oom Herman’ van mijn favoriete filosoof Loesje zo wijs zegt: “Van denken worden we moe, dus oordelen we maar wat.” Laat het kabinet er zorg voor hebben hoe die oordelen van de ‘satisficers’ in goede banen kunnen worden geleid.
Esther-Mirjam Sent is hoogleraar economie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en wordt geïnterviewd in het documentaire drieluik ‘Vrijheid, gelijkheid, broederschap’ dat door de VARA wordt uitgezonden op 18, 19 & 20 april. Op Nederland 2, na Nieuwsuur.