Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Van Dale neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen keuzes

  •  
Gisteren
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
897 keer bekeken
  •  
vandale

Door Jenny Rozema en Thomas Alonzo, van Trans Utrecht & Beyond

Van Dale heeft de ‘Woord van het Jaar’-verkiezing van 2024 afgelast. De nominaties leidde tot veel reacties online, vooral vanwege het genomineerde woord ‘transitiespijt’. Van Dale stelt in een bericht dat de wedstrijd is “gekaapt door verschillende actiegroepen die oproepen al dan niet te stemmen op bepaalde woorden” en dat er over de wedstrijd een “zeer onprettige maatschappelijke discussie” is ontstaan.

Van Dale heeft wel zelf een ander woord uitgeroepen tot Woord van het Jaar 2024: ‘polarisatie’. Volgens Van Dale: ‘naar aanleiding van de heftige reacties op de verkiezing van dit jaar, die de tijdgeest illustreren’.

Van Dale legt dus vooral de schuld bij anderen, door te zeggen dat de wedstrijd zou zijn “gekaapt door gepolariseerde actiegroepen”. Maar alle ophef rond deze verkiezing is toch echt enkel Van Dale zelf aan te rekenen.

De nominatie
De nominatie van het woord ‘transitiespijt’ was op zichzelf al merkwaardig. Dat begon al bij de gegeven definitie. Van Dale definieerde het woord zelf zo: ‘spijt die transseksuelen of transgenders hebben van hun transitieproces’. Die omschrijving geeft een vertekend beeld. Lang niet alle mensen die transitiespijt ervaren identificeren zichzelf als transgender, ‘transseksueel’ is sowieso al jaren een beladen term die nog maar weinig wordt gebruikt, en met deze verwoording kan het lijken alsof transitiespijt voorkomt onder de meeste of zelfs alle trans mensen, wat absoluut niet zo is. Volgens de meeste onderzoeken ligt het totale aantal mensen met spijt van een genderbevestigende medische behandeling rond de 1 procent.

Bovendien ervaart niet iedereen met spijt dit op dezelfde manier: het kan slaan op de hele sociale en medische transitie of op een specifieke medische behandeling, het kan gaan om de eigen genderidentiteit of reacties uit de omgeving, en zo kunnen meer factoren een rol spelen.

Naast de vertekende definitie voldeed het woord ook niet aan de actievoorwaarden voor ‘Woord van het Jaar’ die Van Dale zelf heeft opgesteld. Die stellen onder andere dat het woord in 2024 moet zijn ontstaan. Dat is voor ‘transitiespijt’ niet het geval: al in 2022 werd het woord in de Tweede Kamer gebruikt.

Maar daarbovenop was de nominatie schokkend vanwege de gevolgen die het kon hebben. Laat er geen misverstand over bestaan: mensen die spijt hebben van een genderbevestigende medische behandeling bestaan, en dat moet ook bespreekbaar zijn. Zij verdienen erkenning en respect. Echter, het is ook welbekend dat deze ervaring aan de lopende band wordt overdreven en misbruikt door anti-transgender individuen en groepen om trans mensen, transrechten en de transzorg mee aan te vallen.

Als je een wedstrijd als deze organiseert, heb je de verantwoordelijkheid om je bewust te zijn van de maatschappelijke impact die je nominaties kunnen hebben. Zeker als een nominatie slaat op een gemarginaliseerde groep voor wie er altijd een reëel risico op haat, discriminatie en zelfs geweld op de loer ligt. Dan kun je je afvragen of het een goed idee is om dit woord op deze manier in de schijnwerpers te zetten.

De ophef
Maar ondanks dit alles plaatste Van Dale het woord toch op de nominatielijst. Vervolgens werd die nominatie vrijwel gelijk misbruikt op sociale media om transhaat te verspreiden. Bekende anti-transgender activisten en anti-transgender organisaties riepen op om te stemmen op ‘transitiespijt’. Sommigen verspreidden hierbij ook ernstige desinformatie over de zorg voor trans mensen. In no-time was #transitiespijt trending op Twitter.

Als reactie op deze (voorspelbare) oproepen, riepen anderen op om op andere woorden te stemmen, om te zorgen dat ‘transitiespijt’ niet zou winnen. Trans mensen en mensen die hen steunen probeerden zo een tegengewicht te bieden aan de oplopende haat. Ook lhbtqia+ belangenorganisaties zoals het COC, Transgender Netwerk en Transvisie uitten hun zorgen over de wedstrijd, probeerden een completere definitie van ‘transitiespijt’ te bieden en vroegen Van Dale om met hen in gesprek te gaan.

Dit alles werd Van Dale blijkbaar te veel, want na drie dagen hebben ze de wedstrijd dus stopgezet. Het is goed dat Van Dale tenminste iets van een reactie toont en dit niet zo liet doorgaan. Desondanks blijft hun specifieke reactie laakbaar.

Van Dale geeft trans mensen de schuld
Van Dale stelt dus dat de wedstrijd is “gekaapt” door “actiegroepen”, en kiest zelf als Woord van het Jaar ‘polarisatie’. Dit komt vooral over als een passief-agressieve sneer naar iedereen die zich heeft uitgesproken over deze wedstrijd, inclusief trans mensen en mensen die hen steunen. Immers: als het gaat om ‘polarisatie’, gaat het om twee groepen die tegenover elkaar staan. En Van Dale stelt die hiermee impliciet ook aan elkaar gelijk.

Sterker nog: in een interview legt Van Dale-hoofdredacteur Ton den Boon de schuld ook expliciet bij trans mensen, door te doen alsof zíj zijn begonnen met stennis schoppen toen ze hun zorgen uitten. Ook zegt hij dat Van Dale als samenstellers van een woordenboek een neutrale rol zouden hebben. Zelfs als je daar voor woordenboeken in meegaat: een publiekswedstrijd, waarbij Van Dale nota bene zelf de nominaties uitkiest, is per definitie niet neutraal. Want daarmee geef je als organisator bepaalde woorden extra belang en roep je juist mensen op om erover te praten. Dat is het hele idee van een publiekswedstrijd.

Dit is enkel de verantwoordelijkheid van Van Dale
Als Van Dale geen maatschappelijke discussie wilde rondom deze wedstrijd, dan hadden ze niet een woord moeten nomineren dat zo zwaar beladen is en zo’n sterke sociopolitieke context met zich meedraagt. Iedereen had dit kunnen zien aankomen. Van Dale heeft dus niet goed opgelet, of ze waren zich hier wel van bewust en hebben toch de keuze gemaakt om het woord te nomineren, met alle gevolgen voor trans mensen van dien.

Het probleem is voor Van Dale niet dat ze met hun nominatie een nieuwe golf van haat richting een gemarginaliseerde groep teweeg hebben gebracht, maar enkel dat hun wedstrijd daardoor niet zo gezellig meer was. “Echt onprettig” en “de lol is eraf”, aldus Den Boon. En ondanks dat dit volkomen voorspelbaar was, legt Van Dale de verantwoordelijkheid daarvoor niet bij zichzelf, maar bij alle anderen. Zowel bij de mensen die naar aanleiding van deze verkiezing trans mensen aanvallen en haat over hen spuwen, als bij precies diezelfde trans mensen en hun ally's die proberen daar een tegengeluid tegen te bieden. Want die zijn voor Van Dale gewoon gelijk aan elkaar.

Hopelijk is deze situatie aanleiding voor Van Dale om serieus te reflecteren op hun eigen rol, zowel in deze “discussie” als in de bredere maatschappelijke context. Het zou Van Dale sieren om op zijn minst alsnog een beetje zelfreflectie te tonen. Misschien is het een idee om inderdaad het gesprek met belangenorganisaties aan te gaan.

Want uit hun huidige reactie kunnen we enkel opmaken dat Van Dale zorgen om discriminatie tegen een gemarginaliseerde groep niet serieus neemt. En als Van Dale met die insteek een woord zoekt om “de tijdgeest te illustreren”, dan stellen wij een ander woord voor als Woord van het Jaar 2024: ‘apathie’

Jenny Rozema en Thomas Alonzo

Jenny Rozema (zij/hen) is freelance tekstenschrijver en zelfstandig columnist. Thomas Alonzo (hij/hem) is student in de media en zet zich al jaren in als vrijwilliger voor LHBTQIA+’ers, voornamelijk in christelijke context. Beiden zijn lid van Trans Utrecht & Beyond, een belangenorganisatie voor trans* mensen in en rondom Utrecht.

*Onder "trans" vallen hier trans mensen, non-binaire mensen, alle andere niet-cis mensen, en mensen die in detransitie zijn gegaan die zich verbonden voelen met de trans gemeenschap.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor