Wie wil dat de Arabische wereld verandert, moet feministen de ruimte geven
In mijn Facebooktimeline zag ik onlangs een foto voorbijkomen van de hoofdstad van Marokko, Rabat, van ergens in de jaren 70. Een man en een vrouw lopen hand in hand over straat. Hij strak in pak, zij in een korte fleurige jurk, flanerend over wat nu avenue Mohammed V is. Het beeld kwam me zo bekend voor dat ik even een tweede keer moest kijken om er zeker van te zijn dat het geen foto uit één van de albums van mijn ouders was.
Afgelopen zomer spitte ik die albums door. Wat ik tegenkwam wist ik al, maar verbaasde me desondanks. Het was alsof ik een fantasiewereld betrad waarin een speciale rol was weggelegd voor mijn ouders als über-mocro-hipsters, in tegenstellig tot de streng religieuzen die ze nu zijn.
Mijn vader was een knappe man. Hij droeg een grote nerdy bril met een zwaar montuur, net zo zwart als zijn forse snor. Althans, dat vermoed ik, de foto’s zijn immers in zwart-wit. Als jongeman werkte hij in diverse kroegen, of zoals hij ze zelf chique noemt: ‘cabarets’. Over die cabarets vertelt hij alleen wanneer we in Marokko zijn en hij overvallen wordt door herinneringen van weleer. Toch zijn de verhalen talrijk. Hij kan prachtig vertellen over het opgroeien in Marokko onder Franse bezetting, maar ook over de bevrijding en hoe het voelde om als land eindelijk weer autonomie en volledige zeggenschap te hebben over het eigen gebied. De heersende vrije moraal onder de Franse bezetting doet hij vaak af als ‘we wisten niet beter’, al verklapt zijn geniepige glimlach dat hij toch ook wel heeft genoten van die tijd. Die vrije moraal ging ook gepaard met een uiterlijk dat inwisselbaar was voor hoe men er in het Westen bij liep.
Mijn oude heer heeft altijd veel van zijn driedelige pakken gehouden. Later, als hij er niet meer is, zal ik mijn dochter vertellen over hoe opa iedere zondagmiddag zijn overhemden stond te strijken alsof hij op maandag naar zijn chique kantoorbaan bij een grote bank of verzekeringskantoor zou gaan, in plaats van net als menig gastarbeider naar de fabriek. ‘Er goed en verzorgd uitzien is belangrijk, dan neemt men je serieus’ is één van zijn motto’s (die ik trouwens in mijn twintigerjaren handig misbruikte om hem ervan te overtuigen dat een opleiding modevormgeving aan de kunstacademie best heel belangrijk is). Mijn moeder droeg vroeger geen hoofddoek of lange rokken maar broeken met wijde pijpen en blouses met van die grote puntige kragen (vooruit, ik zal het haar niet kwalijk nemen). Toen zij de huwbare leeftijd van 16 naderde, stond de ene na de andere man aan de deur, maar mijn ma weigerde resoluut en mijn opa stuurde de stakkers genadeloos weer op weg. Ze zou zelf in alle vrijheid bepalen met wie en wanneer ze zou trouwen.
Wat er in de jaren tussen die vrije moraal en het conservatisme anno nu is gebeurd, kan ik niet helemaal duiden, al heb ik zo mijn theorieën. Zo gold ‘het Westen’ onder het Franse protectoraat in Marokko nog als ideaal – met de daarbij behorende ‘vrije’ manier van leven, inclusief bijvoorbeeld de semi-vrije seksuele moraal en alcoholgebruik. Al voor het afwerpen van de Franse bezetting moest het land opzoek naar een nieuwe gemene deler om die Franse bezetting te kunnen bestrijden en als eenheid sterk uit de strijd te kunnen komen. En dus deed als gemene deler het Arabische nationalisme haar intrede, met de daarbij behorende strenge islamitische leer. Let wel: dat nationalisme kwam lang niet altijd vanuit het volk, maar werd vooral van bovenaf gedicteerd. Koning Mohammed V en zijn zoon, de latere koning Hassan II, regeerden en dicteerden met de koran in de ene hand en de stok in de ander.
Het resultaat is een land dat gebukt gaat onder conservatisme en tegelijkertijd worstelt met westerse verleidingen. Voor vrouwen betekent het achterstelling op elk vlak. De mannen zijn de baas. Het straatbeeld wordt gedomineerd door mannen, de vrouw die zich daarin ‘durft’ te mengen, moet op haar hoede zijn.
De eerste dagen van ál mijn vakanties in Marokko moet ik flink acclimatiseren. Even de knop omzetten en wennen aan het gesis dat luidkeels klinkt, zelfs wanneer ik even brood bij de kruidenier op de hoek moet halen – amper 50 meter van mijn ouderlijk huis vandaan. Ik ken Marokkaans-Nederlandse vrouwen die op vakantie een neptrouwring dragen om mannen te ontwijken die een dagje winkelen in de souk gerust tot spoedcursus hoe-ontwijk-je-een-aanranding weten om te toveren.
De vrouw is in Marokko geen autonoom wezen, ze is bezit. Alleen zij die reeds onder het gezag van een andere man valt, gaat min of meer vrijuit. Het is walgelijk en misselijkmakend. Wat heb ik vaak winkels in moeten vluchten om te ontkomen aan grijpgrage handjes. En dan maar hopen dat de winkeleigenaar geen viezerik met plakkerige handjes is. Het angstzweet breekt me weer uit wanneer ik denk aan die ene keer dat ik met een blonde vriendin verdwaalde in de stegen van Marrakech omdat we voor de zoveelste klootzak op de vlucht waren geslagen. Ook in Marokko is het een klein deel van de mannen dat zich schuldig maakt aan het op allerlei manieren lastigvallen van vrouwen, maar die mannen hebben wel vrij spel. Net zoals niet iedere voetbalsupport een hooligan is, is niet iedere man een aanrander. Maar als er niet tegen wordt opgetreden, wordt het onderscheid maken wel erg lastig.
Feministe Mona Eltahawy zet in haar boek ‘Waarom het Midden-Oosten een seksuele revolutie nodig heeft’ uiteen wat de redding van die landen kan zijn. Ze schrijft onder meer tot het feminisme getraumatiseerd te zijn door haar ervaringen van hoe mannen met vrouwen omgaan in Egypte en Saoedi-Arabië. Feminist zijn is welhaast een noodzaak geworden om in de Arabische wereld te kunnen overleven. Er móet iets veranderen en alleen feministen kunnen dat teweeg brengen.
In het eerder gepubliceerde artikel ‘waarom ze ons haten’ schrijft Eltahawy, die haar onderzoek betrekt op landen van Marokko tot Saoedi-Arabië:
"“Het valt niet mooier te maken dan het is. Wij Arabische vrouwen leven in een cultuur die fundamenteel tegenover ons staat en wordt beheerst door mannen die alleen maar minachting voor ons voelen. […] We hebben geen vrijheden omdat zijn ons haten, […]De vlam van de islamistische haat tegen vrouwen brandt in de hele regio – nu meer dan ooit […] Een onderzoek van de VN uit 2013 meldde dat 99,3 procent van de Egyptische vrouwen op straat seksueel wordt lastiggevallen. Mannen betasten en molesteren ons en toch krijgen wij er de schuld van, omdat we op het verkeerde moment in de verkeerde kleren op de verkeerde plek waren […] Ouders verbieden hun dochters om ’s avonds de deur uit te gaan, zodat ze niet worden aangerand of verkracht, maar is er iemand die jongens en mannen verbiedt ons aan te randen of te verkrachten? […] Daarom stel ik een giftige mix van cultuur en religie verantwoordelijk. Of onze politiek nu gekleurd is door religie of door militair gezag, de gemene deler is de onderdrukking van vrouwen.”"
Het is niet de eerste keer dat ik deze taferelen beschrijf, noch is het de eerste keer dat ik schrijf over de erbarmelijke positie van de vrouw in Marokko of andere Arabische of gearabiseerde landen. En ik ben verre van de eerste. Mona Eltahawy ging mij voor, maar ook Nawal El Saadawi en de afgelopen november overleden Fatima Mernissi strijden en streden jaar in jaar uit voor gelijkwaardigheid voor de vrouw, overal ter wereld, en in de islamitische wereld in het bijzonder.
De emancipatie van de vrouw (en zo je wil ook de man) in de islamitisch wereld is een kwetsbaar onderwerp waar we niet al te lichtvoetig mee om moeten springen. Niet in de laatste plaats omdat het thema met het grootste gemak door extreemrechtse lieden wordt gekaapt als zogenaamde onderbouwing van het eigen gelijk. Extreemrechts staat klaar om eenieder die beweert dat er iets mis is met hoe mannen binnen de Arabische wereld met vrouwen omgaan, in te lijven. Of je wil of niet. En daarom houden veel vrouwen hun kaken stijf op elkaar. Zo ook na de gebeurtenissen in Keulen op Oudejaarsnacht. De conservatieven enerzijds weten op deze manier de misdadige houding van conservatieven anderzijds in stand te houden, door met racistische denkbeelden de progressieven in de weg te zitten. Haat is niet op te lossen met meer haat, conservatisme is niet op te lossen met nog meer conservatisme. Seksisme is niet op te lossen met racisme. Wie oprecht wil dat de Arabische wereld verandert, moet feministen de ruimte geven.
Maar niet zonder excuses te maken aan het ontelbaar aantal overwegend Syrische vluchtelingen dat de gebeurtenissen in Keulen nu op het bord krijgt. De vluchtelingen die aan alle kanten worden genaaid. Enerzijds door het regime van Assad en de daar strijdende IS, anderzijds door de aanranders en door de rechts-xenofoben die nu in iedereen met een Syrisch paspoort een potentiële verkrachter of terrorist zien.