In de afgelopen decennia zijn we in het Westen getuige geweest van een alarmerende trend: het systematisch demoniseren en marginaliseren van specifieke bevolkingsgroepen en landen. Eerst waren het de Russische communisten, en daarna de moslims, die werden afgeschilderd als de grootste bedreiging voor onze samenleving. Nu is het de beurt aan China, een land dat ons nooit heeft lastiggevallen en economische macht heeft opgebouwd zonder oorlog of imperialisme. Dit terwijl Amerika, onze voornaamste ‘bondgenoot’, verantwoordelijk is voor talloze invasies, destabilisatie en het veroorzaken van ongekend menselijk leed.
Het systematisch aanwakkeren van moslimhaat had een geopolitiek doel. Het elimineerde onze empathie voor de miljoenen slachtoffers in het Midden-Oosten als gevolg van de Amerikaanse invasies in Syrië, Irak, Afghanistan en Libië. Deze oorlogen zijn niet alleen verwoestend geweest voor de betrokken landen, maar hebben ook geleid tot een vluchtelingencrisis die de Europese Unie onder druk heeft gezet. Volgens een nieuw onderzoek van het prestigieuze Brown University, dat deze maand is uitgekomen, hebben de Amerikaanse invasies en schaduwoorlogen van de afgelopen 20 jaar aan minimaal 4,5 miljoen mensen het leven gekost, en tientallen miljoenen meer mensen ontheemd. Weinig mensen lijken hierbij stil te staan maar de nummers zijn van genocidale proporties.
Net als angst voor ‘de islam’ en ‘de moslim’ wordt dezelfde tactiek ingezet om ons wantrouwen en angst voor China aan te wakkeren. De mainstream media spelen hierbij een grote rol door voortdurend negatieve verhalen over China te verspreiden, waardoor we langzaam maar zeker worden klaargestoomd om angst en afkeer te voelen voor alles wat Chinees is.
Deze angstcampagne dient slechts één doel: ons voorbereiden op de mogelijkheid van een mensheidvernietigende oorlog met China, enkel en alleen omdat het land economisch gezien als een uitdager wordt gezien in de ogen van de machtige heren van het grootkapitaal in de Verenigde Staten, en hun volgers verspreid over de rest van de wereld.
De realiteit is dat China de wereld een alternatief systeem toont: een systeem dat bewijst dat je uit de armoede kunt komen zonder daarbij de rest van de wereld uit te buiten. In tegenstelling tot Europees kolonialisme, en hedendaags Amerikaans militarisme, heeft China haar economische macht opgebouwd zonder oorlog of imperialisme.
Het is niet moeilijk om te bepalen welk land een grotere externe agressor is wanneer we simpelweg kijken naar de materiële dreiging die beide landen uitoefenen. Terwijl Amerika China heeft omringd met militaire bases die over nucleaire capaciteiten beschikken, heeft China geen enkele militaire basis in de buurt van Amerika. Volgens experts beschikt China slechts over één tot drie militaire bases wereldwijd, die voornamelijk dienen ter bescherming van handelsroutes. Dit in tegenstelling tot de naar schatting achthonderd militaire bases die Amerika verspreid heeft over heel de wereld. Deze ongelijke verdeling van militaire macht toont aan dat het beeld van China als de grootste bedreiging wellicht niet zo eenduidig is als men ons wil doen geloven.
We moeten ons afvragen waarom we onze angst en haat richten op een land dat niet eens een fractie van de oorlogen heeft gevoerd die Amerika heeft gevoerd. Waarom blijven we blindelings de Amerikaanse doctrine volgen, terwijl ons eigen continent gebukt gaat onder de gevolgen van hun roekeloze buitenlandbeleid?
Het is tijd om de hypocrisie en het dubbele discours te doorbreken. In plaats van te focussen op vermeende bedreigingen van buitenaf, mogen we de hand in eigen boezem steken en nadenken over onze eigen rol in het creëren van een klimaat van angst en haat. Laten we samenwerking en dialoog bevorderen in plaats van confrontatie en onverdraagzaamheid. Laten we leren van elkaars successen en fouten, om zo gezamenlijk een betere wereld te bouwen voor iedereen. Alleen dan kunnen we een einde maken aan de vicieuze cirkel van haat en geweld en een toekomst van vrede en welvaart voor alle mensen, ongeacht hun afkomst, waarborgen.