Vakbonden moeten hun positie in de pensioenfondsen gebruiken om scheefgroei tegen te gaan.
Afgelopen week presenteerde Jeroen Pauw het programma ‘Scheefgroei in de polder’ waarin hij onderzocht hoe het kan dat het gros van de gewone werkende mensen nauwelijks meedelen in de economische groei. Vakbonden zetten zich in voor de belangen van werkenden, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden. Dat doen ze onder andere via CAO-onderhandelingen en acties. Minder zichtbaar, maar daarom niet minder belangrijk, is de rol van de vakbonden in de besturen van de pensioenfondsen.
Pensioenen zijn uitgesteld loon, het is geld dat de werknemer niet nu krijgt, maar dat in de pensioenfondsen zit om later uitgekeerd te worden. In de besturen van de Nederlandse pensioenfondsen zitten daarom vertegenwoordigers van de vakbonden, die daar in het belang van werkenden en gepensioneerden mee beslissen over het beheer van het pensioengeld. Gezamenlijk beheren de pensioenfondsbesturen meer dan 1400 miljard euro aan belegd pensioenvermogen, geld van de pensioendeelnemers, van jong tot oud.
De primaire verantwoordelijkheid van de pensioenfondsen is om het pensioenvermogen te laten renderen en zo te zorgen voor goede en betrouwbare pensioenen. Aan die verantwoordelijk wil ik ook niet tornen maar er is meer. Via de beleggingen van de pensioenfondsen zijn de werkenden en de gepensioneerden mede-eigenaar van grote beursgenoteerde bedrijven zoals Shell, Ahold en Unilever.
Aandeelhouders kijken vaak alleen naar het korte termijn rendement van hun beleggingen, maar goed eigenaarschap betekent ook verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid voor de continuïteit van het bedrijf, verantwoordelijkheid voor de werknemers en verantwoordelijkheid voor de bijdrage van het bedrijf aan de samenleving. Die verantwoordelijkheden hebben de pensioenfondsen dus ook.
Veel pensioenfondsen hebben al beleid over verantwoord beleggen, gericht op de impact van beleggingen op arbeidsomstandigheden, mensenrechten en klimaat, maar het is tijd om een stap verder te gaan. Deze week werd bekend dat de topman van KLM, Ben Smith, 2 miljoen euro bonus kreeg, terwijl het bedrijf miljarden staatssteun ontvangt en de rest van het personeel om een loonoffer werd gevraagd. Ik vind dat wij als vakbond ons zo moeten organiseren dat wij onze positie in de pensioenfondsen kunnen gebruiken om dat soort misbruik te blokkeren.
In 2015 ging V&D failliet en verloren 10.000 mensen hun baan. Een van de oorzaken was de opstelling van de investeerders achter het warenhuis. Zogenoemde private equity bedrijven kochten V&D, verkochten vervolgens alles wat van waarde was, zoals de winkelpanden, en lieten het bedrijf failliet gaan. Goed voor de aandeelhouders, slecht voor V&D en haar medewerkers. Dit is niet een eenmalige gebeurtenis. Door de manier waarop private equity opereerde bij de Hema dreigde hetzelfde te gebeuren. Sommige pensioenfondsen investeren in private equity bedrijven, andere sluiten dat categorisch uit, maar vaak gaan investeringen over zoveel schrijven dat pensioenfondsbestuurders zich niet eens bewust zijn dat ze in de Hema of V&D investeren, laat staan dat ze zich verantwoordelijk voelen voor het gevoerde beleid.
Dat kan anders. De eerste stap is dat we ervoor zorgen dat iedere medewerker bij Albert Heijn, of bij welk bedrijf dan ook, gemakkelijk kan opzoeken welke pensioenfondsen aandeelhouder zijn van het bedrijf. De tweede stap is dat wij medewerkers van bijvoorbeeld Albert Heijn in contact brengen met de bestuurders van de pensioenfondsen die aandeelhouder zijn van Ahold. De derde stap is dat we dan zowel vanuit de werkvloer als vanuit de pensioenfondsen druk uitoefenen op Ahold met één en dezelfde boodschap.
Als vakbond is het organiseren van mensen op de werkvloer ons belangrijkste instrument, maar nieuwe tijden vragen ook om nieuwe methoden. Als de vakbond zich ook gaat inzetten als activistische aandeelhouder en grootkapitalist hebben we een extra wapen om de scheefgroei in de polder weer recht te trekken en te werken aan een eerlijkere verdeling van economische groei.