Voor het eerst in de geschiedenis is de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden weggestemd. Ultrarechtse partijgenoten besloten Kevin McCarthy te dumpen, omdat hij het had gewaagd om samen te werken met de Democraten om zo een ‘shutdown’ van de Amerikaanse overheid te voorkomen.
De Democraten overwogen afgelopen weekend nog om McCarthy te hulp te schieten, maar besloten dat uiteindelijk niet te doen. De voorzitter van het Huis was niet bereid om hen tegemoet te komen, waarna alle aanwezige Democraten voor zijn afzetting stemden. “Het is de verantwoordelijkheid van de Republikeinen om de burgeroorlog in eigen gelederen te beëindigen”, aldus Hakeem Jeffries, de Democratische leider in het Huis.
De Volkskrant schrijft dat een opvolger van McCarthy nog niet zomaar is gevonden: “De Republikeinse afgevaardigde Patrick McHenry uit North Carolina treedt tijdelijk als voorzitter op, maar het is onduidelijk wie McCarthy nu zou moeten opvolgen. Er is geen gedoodverfde opvolger die klaarstaat in de coulissen. McCarthy heeft laten weten dat hij niet meer beschikbaar is. Elke kandidaat zal het zwaar krijgen om deze gebroken fractie achter zich te verenigen. McCarthy had destijds een ongeëvenaarde vijftien stemrondes nodig om voorzitter te worden, meer dan al zijn voorgangers sinds de Amerikaanse Burgeroorlog (1861–1865).”