Het kabinet-Schoof bestaat nog wel, maar daar lijkt dan ook alles mee gezegd. De coalitiepartijen gunnen elkaar het licht in de ogen niet. Eerder deze week reageerden Dilan Yesilgöz (VVD) en Caroline van der Plas (BBB) tijdens de regeling van werkzaamheden als door een wesp gestoken toen Pieter Omtzigt (NSC) pleitte voor het openbaar maken van een advies van de landsadvocaat over de ‘asielcrisis’.
De leiders van VVD en BBB willen blijkbaar op geen enkele manier meer herinnerd worden aan de sof met de noodwetgeving. NRC meldt dat de woedeaanvallen van Yesilgöz en Van der Plas in de Kamer voorbereid waren. De twee hoorden die ochtend al dat NSC voor een Volt-voorstel voor openbaarmaking van het advies van de landsadvocaat zou stemmen.
“De sfeer werd ijskoud, vertellen direct betrokkenen. Er werd met stemverheffing gesproken. Waarom nou toch weer? Was er niet al genoeg ellende over die noodwet gekomen? En wat maakt het nog uit? Er was een Haags compromis over de kwestie gesloten (geen staatsnoodrecht, wel harde maatregelen). Moest dat allemaal wéér opgerakeld worden?”
En het wantrouwen tussen de partijen was al zo groot, beschrijft NRC:
“De coalitie die het kabinet-Schoof steunt, bestaat eigenlijk alleen maar op papier. De afgelopen weken hebben zo’n groot negatief effect gehad op de onderlinge verhoudingen, dat alles wat een coalitie laat werken er niet meer is: vertrouwen, elkaar iets gunnen, min of meer overeenstemming over de koers, of gewoon chemie. Als ze bij de vier partijen over elkaar praten, gaat het vrijwel altijd over hoe onbetrouwbaar een coalitiepartner is, welke streek er nú weer werd geleverd. Van de vier partijen is NSC (twintig Kamerzetels) het meest geïsoleerd. (…) NSC’ers voelen ook wel dat ze er niet meer bijhoren in de coalitie. (…) Ze staan zwak, in peilingen, en politiek, zeker na het tijdelijk uitvallen van Pieter Omtzigt. En ze zijn in de praktijk vaak de partij die het snelst tegenhangt bij nieuwe plannen, het interne verzet tegen het kabinet is bij hen het grootst.”
De drie andere coalitiepartijen proberen NSC terug te pakken door onophoudelijk kritiek te uiten op de partij en haar bewindslieden. Zo kreeg minister Caspar Veldkamp (NSC, Buitenlandse Zaken) deze week na een ontmoeting met zijn Iraanse ambtsgenoot van onderuit de zak van Geert Wilders. “Veel hypocrieter wordt het niet. Netanyahu is taboe maar de minister van BuZa van Iran, hoofdsponsor van Hamas en Hezbollah, van het land waar politieke tegenstanders en vrouwen zonder sluier massaal worden opgesloten en opgehangen wordt met een glimlach ontvangen op Schiphol”, twitterde de PVV-leider.
En ook minister Eppo Bruins (NSC, Onderwijs) krijgt veel (anonieme) kritiek. Hem wordt verweten dat hij onvoldoende steun heeft gezocht voor zijn begroting. De vier coalitiepartijen moesten daarom afgelopen week met oppositiepartijen om tafel om te praten over manieren om de onderwijsbegroting door de Eerste Kamer te loodsen. Het kabinet heeft geen meerderheid in de senaat, en daarom is de steun van (een deel van) de oppositie nodig.
Ook Dick Schoof, de leider van het zombiekabinet, heeft het lastig. Hij riep de coalitie vrijdag op om meer afspraken te maken met de oppositie. Anders dreigt het bij ontwikkelingshulp en zorg ook mis te gaan. “We kunnen niet week in week uit dezelfde discussie krijgen”, aldus Schoof tegenover de NOS.
Wilders liet via X meteen weten dat Schoof zijn mond moet houden. “Dat gaan we zeker niet doen. Op onderdelen kan het soms nodig zijn maar that’s it. We hebben als PVV al genoeg water bij de wijn gedaan.”
Meer over:
actueel, ultrarechts kabinet, nsc, vvd, bbb, pvv, geert wilders, caroline van der plas, dick schoof, pieter omtzigt, dilan yesilgöz