Alle peilingen wijzen op een nek-aan-nekrace tussen de Conservative Party van premier David Cameron en de Labour Party van de ietwat kleurloze Ed Miliband
Aanstaande donderdag vinden de spannendste verkiezingen sinds decennia plaats voor het Britse Lagerhuis (House of Commons) plaats. Ondanks de economische groei, vele nieuwe banen en een begenadigd spreker als leider lijkt de Conservatieve partij hier niet voor beloond te worden. Alle peilingen wijzen op een nek-aan-nekrace tussen de Conservative Party van premier David Cameron en de Labour Party van de ietwat kleurloze Ed Miliband. Geen van beiden lijken op eigen kracht een meerderheid in het uit 650 leden bestaande parlement te kunnen behalen. Ze zullen dus óf een coalitie met andere partijen moeten aangaan óf gedoogsteun moeten verzamelen. Grote onzeker factor is de score van de anti-immigratiepartij UKIP. De score van deze partij zal doorslaggevend zijn voor de uiteindelijke uitslag.
In mei 2014 verraste UKIP vriend en vooral vijand met een historische score van 28 procent bij de Europese verkiezingen en gaf Labour (26 procent) en de Tories (25 procent) het nakijken. Nog nooit in de geschiedenis van de Britse verkiezingen werd een andere partij dan Labour of The Conservatives de grootste van het land. De partij die 0 (!) zetels had in het Britse Lagerhuis (inmiddels twee) heeft dus de meeste Britse zetels in Europa. Echter betrof het hier verkiezingen met evenredige vertegenwoordiging waarbij een partij dus het aantal zetels krijgt op basis van het aantal stemmen. Bij de verkiezingen van volgende week geldt echter het districtenstelsel en dit is extreem nadelig voor de kleinere Engelse partijen. De partij met de meeste stemmen per district krijgt de zetel van dat district in het Lagerhuis. In tegenstelling tot Frankrijk is er in het Verenigd Koninkrijk géén tweede ronde. Als je in een district verliest gaan feitelijk al je stemmen verloren. En als je dus in heel veel districten tussen de 10 en de 25 procent scoort maar nergens de grootste wordt kun je dus miljoenen stemmen halen maar nul zetels in het parlement. Dit kan bizarre effecten hebben.
Miljoenen stemmen dreigen waardeloos te worden
In 2006 won Labour de verkiezingen met 3 procent verschil van de Conservatieven: 35,3 om 32,3 procent. Labour had echter in het parlement de absolute meerderheid met 355 tegen 198 zetels. Dus met 35 procent van de stemmen had Labour 55 procent van de zetels.
In 2010 behaalde de Conservatieven meer stemmen dan Labour in 2006 (36,1 procent) maar geen meerderheid in het Lagerhuis en was er voor het eerst in de Britse historie sprake van een coalitieregering met de LibDems. Vooral voor hen pakt het Britse districtenstelsel de laatste verkiezingen rampzalig uit. In 2010 behaalden de liberalen 23 procent van de stemmen maar kregen zij slechts 57 zetels in het parlement, dus 8 procent van de zetels. De gemiddelde Labour-zetel in 2006 vertegenwoordige 25.000 kiezers, terwijl de gemiddelde LibDem-zetel in 2010 115.000 kiezers vertegenwoordigde. De verwachting is dat UKIP donderdag tussen de 3 en 4 miljoen stemmen gaat halen. Maar tevens is de verwachting dat zij tussen de 0 en 4 zetels gaan halen. Mogelijk worden dus miljoenen Engelse stemmen waardeloos. Dit is nog nauwelijks een democratisch kiessysteem te noemen.
Wie heeft meeste last van die vele UKIP stemmers?
Van de 650 districten is het zeker in 200 districten zeer spannend. In 2010 was daar het verschil tussen de nummer 1 en 2 minder dan 2 procent en soms zelfs maar 0,1 of 0,2 procent. De verwachting is dat UKIP procentueel fors gaat winnen en de LibDems fors gaan verliezen. Bepalend wie de verkiezingen zal winnen is dus wie er het meest profiteert van het verlies van de LimDems, maar vooral wie het meeste last heeft van de winst van UKIP. Een voorbeeld van wat een beetje de trend is: in 2010 behaalde in Corby (East Midlands) de Tories 42 procent, Labour 39 procent en de LibDems 15 procent. Hier wordt UKIP ingeschat op 20 procent en verwacht men dat de LibDems worden weggevaagd. In de laatste peiling blijft Labour stabiel; wat ze verliezen aan UKIP wordt goeddeels gecompenseerd door de winst op de LibDems terwijl het verlies van de Conservative Party aan UKIP fors groter is dan de kleine winst die men bij de LibDems weghaalt. Dit district lijkt dus naar Labour te gaan. Dus hoe hoger de score van UKIP in een district hoe groter de kans dat Labour een district wint. Gek gezegd: Labour kan alleen maar winnen als UKIP het goed doet.
Het lijkt er dus op dat in de districten waar de Tories in 2010 met slechts een paar procent verschil wisten te winnen van Labour ze nu moeten vrezen voor hun zetels. Een wanhopig vooruitzicht voor de Tories zou je denken. Aan de andere kant was het in sommige Londense districten en in het Zuid-Westen van Engeland vaak vooral een strijd tussen de LibDems en de Conservative Party en hier lijken de Conservatieven dus een goede kans te maken een fors aantal zetels te winnen.
Maar…….. Labour wordt weggevaagd in Schotland
Labour moet echter vrezen dat de districten die men in Engeland dankzij UKIP mogelijk wint op de Tories, weer zal verliezen in Schotland aan de Scottisch National Party. Van de in totaal 59 Schotse zetels behaalde Labour er in 2010 nog 41, de LibDems 11 en de SNP slechts 6. De verwachting is dat Labour er maar een handjevol zal overhouden en de SNP tussen de 40 en 50 districten zal gaan winnen.
Deze linkse Schotse SNP met haar charismatische leidster Nicola Sturgeon speelt mogelijk na de verkiezingen een cruciale rol, want zij zouden Labour aan de noodzakelijke meerderheid kunnen helpen – waarschijnlijk door middel van gedoogsteun. Buiten het feit dat Labour dus veel gaat verliezen aan de SNP is die SNP ook op een andere manier gevaarlijk voor Labour. De spindoctors van Premier David Cameron doen er alles aan een angstbeeld te scheppen onder de Engelse kiezers door Ed Miliband neer te zetten als het toekomstige schoothondje van de dominante Schotse Sturgeon. Een horrorbeeld voor de chauvinistische Engelsen. Of het zal werken is de vraag maar Labour is door deze tactiek behoorlijk in het defensief gedrongen. Ook de registratieplicht om te mogen stemmen is zowel voor Labour als UKIP een nadeel en tot slot kan Labour enkele procenten verliezen aan de Groenen wat ook nog een paar districten kan schelen.
Meest waarschijnlijke scenario’s – Feiten
· Conservatives: Tussen 270 en de 300 zetels, Labour: Tussen de 250 en 290 zetels, LibDems: Tussen de 20 en 30 zetels, SNP: Tussen de 40 en 50 zetels, UKIP: Tussen de 0 en 4 zetels
· Zowel de Tories als Labour gaan voor 90 procent geen absolute meerderheid halen
· De enige realistische tweepartijenregering lijkt die tussen Labour en de SNP
· Doordat het Noord-Ierse Sinn Fein (4 tot 6 zetels) haar zetels niet inneemt zijn voor een meerderheid feitelijk 322 of 323 zetels nodig
· De Noord-Ierse DUP is sterk conservatief gericht en haalt waarschijnlijk tussen de 7 en de 9 zetels. Deze zetels kunnen de Tories eventueel gebruiken als gedoogzetels
· De kans dat de huidige coalitie van Conservatieven en LibDems haar meerderheid behoudt is erg klein maar niet helemaal uitgesloten
· Mogelijk verliest Labour meer aan UKIP dan de peilingen nu voorspellen en kan UKIP een zogenaamde gordijnbonus behalen
· Engeland levert 533 zetels, Schotland 59 zetels, Wales 40 zetels en Noord Ierland 18 zetels
· Een kiesdistrict beslaat gemiddeld 100.00 inwoners
· De opkomst ligt rond de 65 procent. In de tijden van Margaret Thatcher was dit nog rond de 75 procent. De laatste twee verkiezingen met Tony Blair daalde de opkomst tot rond de 60 procent