De voorzitter van de Tweede Kamer moet en kan strenger optreden tegen Kamerleden die de orde verstoren. Dat zegt emeritus hoogleraar Nederlandse politiek en parlementaire geschiedenis Joop van den Berg in de podcast Betrouwbare Bronnen.
“Kamervoorzitter Vera Bergkamp gaat nu in gesprek met de fractievoorzitters. Dat is goed. Maar dan moet ze er wel bij zeggen: dames en heren, weet wel dat ik echt ophoud dingen te accepteren die ik niet aanvaardbaar vind. De voorzitter is belast met de orde en stelt grenzen”, zegt Van den Berg naar aanleiding van de recente incidenten veroorzaakt door Kamerleden van FVD en PVV die vijandige taal uitten tegen mede-Kamerleden en hen een tribunaal in het vooruitzicht stelden.
Met het Reglement van Orde in de hand kan de voorzitter een Kamerlid voor de rest van de vergadering het woord ontnemen. Dat is sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer gebeurd. Kamervoorzitters zijn hierin uiterst terughoudend, ook omdat antidemocratische partijen graag de rol van martelaar op zich zouden willen nemen. Van den Berg vindt dat geen reden om de zwaarste straf achterwege te laten. “Er zijn grenzen aan wat je in een Kamer toestaat. En als iemand zich dan vervolgens tot martelaar uitroept – hij gaat zijn gang maar. Maar in de Kamer gebeurt een aantal dingen niet als ze niet acceptabel zijn.”
Volgens Van den Berg is de Tweede Kamer zich onvoldoende bewust van de zware bevoegdheden die de voorzitter nu al heeft. “Als de Kamervoorzitter een Kamerlid verzoekt zijn woorden terug te nemen dan klinkt dat heel beleefd, maar het is een bevel. Een Kamerlid kan dan niet zeggen dat hij dat niet doet. Dit is een misverstand dat ik vaak zie in de Tweede Kamer. Een Kamerlid moet echt in de gaten hebben dat de voorzitter hem kan verbieden stunts uit te halen waarvan de voorzitter zegt: dit mag in dit gebouw niet. Punt.”
In het algemeen kan een voorzitter mild zijn, vindt Van den Berg. “Een scheidsrechter laat op het veld ook wel eens een overtreding lopen om het spel niet te bederven. Maar als het te gek wordt, dan móet je echt ingrijpen.”
In de podcast uit Van den Berg zijn ongenoegen over de kabinetsformatie. “De Kamer heeft in de formatie de regie overgenomen van de koning, maar ze weet nog niet hoe het moet.” Toen ‘Pieter Omtzigt, functie elders’ uitlekte zette PVV-leider Geert Wilders volgens Van den Berg ‘het debat naar zijn hand’ door alle tot dan toe geschreven stukken te verlangen. “Daarin stond nog veel meer en toen ging het pas echt mis. Het bizarre was dat niemand het hoofd koel hield. De Kamer had moeten zeggen: hier wordt helemaal niets openbaar gemaakt, want deze fase moet vertrouwelijk blijven.”
CDA-leider Wopke Hoekstra weigerde te onderhandelen met PvdA en GroenLinks samen. D66-leider Sigrid Kaag liet Hoekstra hier winnen. “Ze had ook kunnen doen wat Hans van Mierlo deed in 1994. Hij zei van meet af aan: als je mij erbij wilt hebben, dan alleen met PvdA en VVD samen. Van Mierlo forceerde zo de komst van Paars, want D66 was noodzakelijk voor het kabinet. Net als nu: D66 is de onvermijdelijke partner. Als Kaag had vastgehouden aan PvdA en GroenLinks, dan had het CDA naar mijn idee zijn blokkade laten vallen.”
Volgens Van den Berg komt er misschien – zoals aangekondigd – een korter coalitieakkoord dan gebruikelijk, ‘maar het zal net zo concreet zijn als anders’. “Er werd gezegd: in het coalitieakkoord gaat het over ‘het wat’ en in het door de ministers op te stellen regeerprogram over ‘het hoe’. Dat kan helemaal niet, want politiek gaat altijd over ‘het hoe’.”