Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Tweede Kamer moet positie vertrouwenspersonen verbeteren maar heeft eigen huis niet eens op orde

  •  
17-04-2023
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
628 keer bekeken
  •  
52453018654_f5c304d347_k

© cc-foto: Roel Wijnants

Er moeten wetswijzigingen volgen voor verplichte vertrouwenspersonen in het bedrijfsleven. Want het fundament onder veilige werkplekken is niet op orde, stellen diverse politici. Maar als je zomaar met een cursusje vertrouwenspersoon kunt worden, ontstaan er nieuwe problemen. Daarbij: hoe moeten politici hier nou goed over oordelen, als de sociale veiligheid van Kamerambtenaren, fractiemedewerkers en Kamerleden niet op orde is, zoals blijkt uit een rapport van de Universiteit Utrecht?

Politici hebben al diverse overleggen gevoerd over een wijziging Arbowet om vertrouwenspersonen binnenkort verplicht te stellen in het bedrijfsleven. Vertrouwenspersonen moeten een ondersteunende en faciliterende rol gaan innemen in de invulling van integriteitsmanagement in de praktijk. Mensen die een luisterend oor bieden en niet van alles gaan oplossen. Want het fundament onder veilige werkplekken is niet op orde, vinden de politici.

Momenteel geeft de Nederlandse arbeidsinspectie het volgende aan: de vertrouwenspersoon vangt de melders als eerste op, zoekt naar een oplossing in de informele sfeer als dat even kan, deelt de mogelijkheden zoals klachtenprocedures, ondersteunt hen in het contact met de klachtencommissie of leidinggevenden, adviseert hen over de hulpverlenende instanties en pakt de nazorg op. Uiteraard heeft diegene geheimhoudingsplicht. Daarnaast geeft diegene voorlichting over omgangsvormen en de aanpak van ongewenst gedrag, houdt meldingen (anoniem) bij en staat leidinggevenden bij in de aanpak van integriteitsmanagement.

Ondertussen blijkt uit een rapport van de Universiteit Utrecht dat de sociale veiligheid van Kamerambtenaren, fractiemedewerkers en Kamerleden niet op orde is. Grensoverschrijdend gedrag komt binnen alle gelederen van de Tweede Kamer voor. Vooral leidinggevenden en Kamerleden maken zich hier schuldig aan.

Hoewel de meeste respondenten zich in algemene zin veilig voelen, antwoorden anderen dat ze bang zijn om fouten te maken en die met elkaar te bespreken. In de Nederlandse politiek lopen velen rond met verborgen zaken in hun afgesloten binnenwereld en melden velen van hen een hoop zaken niet. Dit door een gebrek aan vertrouwen in de afhandeling van de meldingen en door de angst voor de mogelijke consequenties. Die politici moeten zich beraden op de verplichte vertrouwenspersonen in het bedrijfsleven. Hoe moet dat nou?

In de praktijk gaat er al genoeg mis – áls een bedrijf al een vertrouwenspersoon heeft aangesteld. Bijvoorbeeld een HR-functionaris die intern de nevenfunctie van vertrouwenspersoon vervult. Dat maakt zo’n integriteitssysteem niet valide. HR is daarmee onderdeel van ‘het’ probleem. Dat geldt ook voor integriteitsprofessionals die vertrouwenspersoon zijn. Overigens mogen melders interne vertrouwenspersonen weigeren als ze dat willen. Wie de vertrouwenspersoon nou is, is ook niet altijd duidelijk. Bijvoorbeeld als de informatie niet toegankelijk is gemaakt, of niet is gecommuniceerd.

Nou mag een vertrouwenspersoon zich beroepen op het zogeheten verschoningsrecht, om zich niet uit te hoeven spreken over wat er gemeld is, tenzij er sprake is van een misdrijf. Ook dat gaat mis, soms met represailles voor de melders als gevolg. Melders die extra belasting niet verdienen.

Het belangrijkste is dat de vertrouwenspersoon een nevenfunctie is. Iemand pakt die rol dan snel even door een cursusje te volgen. Zo’n cursus zegt alleen niets over iemands evenwichtige persoonlijkheid, levenservaring, mensenkennis en voelsprieten voor (machts)verhoudingen, belangen en zaken die onder de oppervlakte spelen. Daarnaast is een diploma van een geaccrediteerde opleiding nu nog geen vereiste.

Dus onze politici zullen psychosociale arbeidsbelasting tegen moeten gaan door de kwaliteitseisen van de vertrouwenspersonen enorm onder de loep te nemen. Anders ontstaan er nieuwe problemen. Ook zullen ze moeten kijken naar de raarste combinaties die vertrouwenspersonen er momenteel op nahouden. Ik herhaal mijn vraag: hoe moet dat nou als sociale veiligheid in de politiek niet op orde is?

Nou heb ik gedurende twee weken via LinkedIn gekeken naar externe vertrouwenspersonen met curieuze combinaties. Blijkbaar zijn externe integriteitsspecialisten regelmatig ook vertrouwenspersonen. Via hun bureau houden ze de portfolio’s van klanten gescheiden. Maar wanneer die portfolio’s voor grijze gebieden zorgen, is niet duidelijk. Het kan vast allemaal, maar dit moeten we niet gedogen, omdat de risico’s te groot zijn.

We hebben als maatschappij momentum om het fundament onder veilige werkplekken adequaat aan te sterken en veranderingen door te voeren omwille van de menselijke maat. Maar dat kan alleen als onze politici kritisch te zijn en het zelf op orde hebben. Laat duidelijk zijn dat het hier letterlijk om de levensloop van mensen en hun naasten gaat. Groter worden de belangen niet.

Gecertificeerd vertrouwenspersoon en knuffeltherapeut – platonisch of niet; volgens een aantal interviews met de pers ‘ontstaat er wel eens spanning met een klant’, is toch wel de raarste combinatie die ik tegenkom. Ik krijg eerst een enigszins ontwijkend en generiek antwoord als ik ernaar vraag. Combinaties kunnen funest zijn, zoals die van vertrouwenspersoon en advocaat, mediator, of coach (nee, maar).

Daarna volgt dat particulieren aan knuffeltherapie doen. Dat het vertrouwenswerk is (zonder meer; de vergelijkende competenties die nodig zijn voor beide functies, inclusief trauma-sensitief kunnen communiceren, zijn het probleem niet). Beide zijn kwetsbaar en krachtig tegelijk en vragen om volledige integriteit en zorgvuldigheid. Tot slot dat organisaties klanten zijn voor de rol van vertrouwenspersoon.

Hoe kan er echter sprake zijn van ‘volledige integriteit en zorgvuldigheid’ wanneer leidinggevenden worden geknuffeld – volgens een aantal interviews met de pers zijn het vaak mannen – en melders tegelijkertijd moeten worden bijgestaan? Vooral als die leidinggevenden onderdeel zijn van ‘het’ probleem. Hoe moet dat nou? Al kunnen portfolio’s gescheiden worden, dit moeten we niet gedogen. Onderonsjes liggen natuurlijk op de loer.

Er ligt een significante taak bij de politici. Ik herhaal echter mijn vraag: hoe moet dat nou als sociale veiligheid in de politiek niet op orde is? Ik weet het niet. Ik weet het echt niet meer. Op z’n minst zorgelijk.

cc-foto: Roel Wijnants 

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.