Naast de migratiescrisis, coronacrisis, klimaatcrisis en wooncrisis is er ook een crisis in de publieke sector. We hebben tekort aan capaciteit om alles draaiende te kunnen houden.
Er kwam via de mail een oproep binnen aan de gehele gemeentelijke organisatie, afkomstig van de gemeentesecretaris van de gemeente Heerde. “Jullie hebben vast allemaal wel meegekregen dat er in ons land naarstig gezocht wordt naar locaties voor noodopvang van vluchtelingen. De behoefte aan acute opvang heeft er onder andere toe geleid dat in de gemeente Nunspeet van 8 november tot 5 januari a.s. circa 80 vluchtelingen uit Syrië, Iran, Irak en Afghanistan worden opgevangen. De voorbereiding hierop is in volle gang; veel vrijwilligers doen mee. Toch zijn de personele roosters om de opvang te realiseren nog niet rond…. Collega’s, je wordt dus gevraagd een humanitaire bijdrage te leveren aan deze acute zorg. Of je dat wilt, is aan jou…”
Zo doende heb ook ik me aangemeld om ingeroosterd te worden en de regiogemeente te hulp te schieten. Samen met José draaiden we dienst op de vrijdagavond. ‘Noaberschap’ voor je nabije naasten en verre naasten zit in het DNA van de Veluwse gemeenten. Voor de wereldwijde migratiecrisis moeten we ook in onze gemeenten en wijken oplossingen vinden en ruimte voor creëren. Van de verantwoordelijken in Den Haag horen we monologen, geen visies en al helemaal geen regie.
Tijdens de landelijke discussies over de migratiecrisis in de parlementaire binnenring, voel je de afstand. Meer tempo en duidelijkheid in de regie, voor de lange en korte termijn op verdeling per provincie/regio, zou het een stuk makkelijker kunnen maken. De praktijk is een andere werkelijkheid, dan op papier.
Ook dit ‘humanitaire’ probleem ligt op het bord van gemeenten. Weiger je als gemeente een ondernemer die zijn leegstaande pand via COA heeft aangeboden, dan ben je al snel niet humaan. Soms is het niet alleen de geschiktheid van binnen alleen van belang, maar de kwetsbaarheden in de omgeving van een pand kunnen ook een afweging zijn om niet toe te wijzen. Denk daarbij aan veiligheid en voorzieningen. Stem je wel toe voor het beschikbaar stellen van een locatie, dan kun je tegen draagvlakkwesties aan lopen vanuit de inwoners. Soms heb je voorstanders en soms ook felle tegenstanders. We kennen de voorbeelden.
Toch zijn de meeste gemeenten wel bereid om humanitaire hulp te bieden, maar de opvang op een locatie moet ook in een veilige omgeving kunnen en de opvang moet zelf ook humaan zijn. Uit het mailtje van onze gemeentesecretaris kun je al afleiden, dat gemeenten er lang niet zijn met alleen het beschikbaar stellen van een locatie. Voorzieningen en het kunnen waarborgen van veiligheid in en rondom een locatie zijn minstens net zo belangrijk. Coronamaatregelen drukken al extra, naast het reguliere werk voor bijvoorbeeld de veiligheidsdiensten. Daarnaast is er voor de daadwerkelijke opvang, registratie, begeleiding en ondersteuning ook capaciteit nodig.
Zoals u weet hebben we ook te maken met een wooncrisis in dit land. Volgens cijfers van het COA zitten één derde van de statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning) op tijdelijke opvanglocaties en kunnen niet doorstromen vanwege een tekort aan woningen bij gemeenten. De wachtlijsten in de sociale huursector zijn enorm. Eenmaal formeel toegelaten tot ons land, heeft één ieder niet alleen plichten, maar ook rechten. Ook deze mensen hebben het recht op wonen, werken, zorg en onderwijs.
Naast de migratiescrisis, coronacrisis, klimaatcrisis en wooncrisis is er ook een crisis in de publieke sector. We hebben tekort aan capaciteit om alles draaiende te kunnen houden. Hoe komen we in dit land verder met elkaar als de druk in de publieke sector zo groot is en er overal een capaciteitstekort heerst? Het is niet alleen een financieel probleem, maar ook het hebben van goed inzicht en overzicht van waar verbetering en verandering in de publieke sector nodig zijn.
Soms denk ik dat we in dit land te veel ‘moneydriven’ aan het besturen zijn. Het moet al jaren allemaal efficiënt en effectief, vaak ook gestuurd op output. Wie in deze tijden in het openbaar bestuur zit, weet hoe groot de noden zijn en krijgt regelmatig de vraag of iets niet goedkoper of met minder kan. Bestuurlijke creativiteit en samenwerkingen aangaan doen we niet uit luxe. Als we in willen zetten op ‘brede welvaart’, dan is een sterke publieke sector broodnodig. Het is niet altijd een kwestie van kan het met minder of meer geld. Ook kwaliteit en een gewaardeerde publieke sector verdienen zich maatschappelijk terug. En de rol van de lokale overheid is in relatie tot geen enkele van de huidige crisissen waarin we zitten een makkelijke.
Eenmaal aangekomen voor de avonddienst bij de noodopvanglocatie merkte ik hoe divers de groep mensen is. Verschillende landen van herkomst, jong, oud, mannen, vrouwen, kinderen van verschillende leeftijden. Al snel kon ik een moeder met een baby van 6 maanden helpen, ze had vragen over babyvoeding. Ik heb altijd veel waardering voor vrouwen, hun offers en hun veerkracht als ze moeten overleven in noodsituaties. Enerzijds merk je enige angst bij het delen van hun persoonlijke verhalen en anderzijds een hoop dankbaarheid.
Ik liet het niet merken, maar het breekt je als een vrouw verteld dat ze moest vluchten toen ze drie maanden zwanger was. Het enige dat ze wil is een veilige en goede toekomst voor haar kinderen. In een vreemd land tijdens de vlucht moeten bevallen zonder familie om je heen en vrij snel weer moeten doorreizen met een baby naar weer een ander land, moet heel zwaar zijn. Je vraagt je af hoe kunnen we dit menselijke leed stoppen?
Verder kwamen we vrij snel in contact met kinderen. Zo maakten we een grote knutseltafel met veel knutselmateriaal, zoals stiften, kleurpotloden, versiersels, lijm, balletjes, scharen, plakband, gekleurd papier en gekleurde linten… Ook lag er knipkarton om schoenen te maken en te zetten voor Sinterklaas. Met de meeste kinderen uit Syrië en Turkije kon ik in het Turks communiceren. Sommigen hadden lange tijd in Turkije gewoond en dus al een tweede taal geleerd en nu zullen ze ook het Nederlands moeten leren.
Al spelenderwijs leerden we de kinderen in het Nederlands de kleuren. Dat wilden ze graag. We legden uit dat we de kartonnen schoenen kunnen zetten voor het raam en dat er straks een cadeautje of iets lekkers ingezet wordt door Sinterklaas. Het was even heel gezellig met ze aan de knutseltafel, even creatief zijn, samen spelen. Ieder wilde op zijn of haar manier even de aandacht, de mooie eigen creatie laten zien, even helpen met knippen en plakken, graag woordjes willen leren hoe je bijvoorbeeld ‘schaar’ zegt in het Nederlands, want de scharen moesten we heel vaak delen aan tafel, samen kleuren, met het lint haarbandjes maken…
Even waren we met elkaar vergeten waar we vandaan komen, wie we zijn, even was het gewoon fijn om samen te knutselen aan die grote tafel. Sommige ouders schoven aan en wilden meekijken, of vertelden hun persoonlijke verhalen, zoals de reis die ze hadden afgelegd en hoe dankbaar ze waren dat ze hier mochten zijn. Er waren ook mensen bij die er waren vanwege gezinshereniging en hoopten snel een woning te kunnen krijgen. Maar voor de meesten was na deze opvangplek nog een andere opvangplek eerst in zicht. Hoe groot en begrijpelijk ook de wens is voor een eigen plek, geborgenheid en een veilig thuis voor het hele gezin. Dat zou echt nog best lang kunnen duren.
Hier op de locatie in Vierhouten waren heel veel verhalen, verhalen van een land moeten ontvluchten, verhalen van kleine kinderen die al heel jong een reis maken en in verschillende landen steeds maar even zijn. Verhalen van mensen die jaren geen vaste plek hebben, verhalen van angst, maar ook heel veel hoop. Hoop op een warm thuis, een eigen plek, erbij mogen horen en een toekomst opbouwen.
Ook de lieve kleine Ahmed uit Syrië aan de knutseltafel vertelde zijn verhaal over vriendjes die eerst heel aardig waren en later niet meer. En nu zou hij nieuwe vriendjes moeten maken in weer een nieuwe omgeving. Hopelijk, hebben hij en alle kinderen in zulke situaties snel een normaal en gelukkig leven in een eigen thuis en dat ze snel naar school kunnen gaan. Deze kinderen horen snel onderwijs te krijgen, ze willen leren en spelen met andere leeftijdgenoten. Maar de praktijk in Nederland laat dus zien dat ze soms maanden moeten wachten om onderwijs te kunnen krijgen en op verschillende opvanglocaties in Nederland terechtkomen.
Toen de avonddienst afliep en de shift van de zeer vriendelijke beveiligers wisselde, liep ook onze avonddienst af. Even keek ik vanuit de parkeerplaats nog om naar de mensen die binnen zaten in het grote witte pand. Zij hebben voor nu hier een fatsoenlijk bed, bad en brood, maar velen moeten de koude winter door in tenten elders op de wereld. Met elkaar moeten we bedenken en blijven inzetten hoe het overal op de wereld beter en menswaardiger kan… Crisissen lossen we noch alleen op, noch overleven we ze alleen…