Nog voor zijn inauguratie als president heeft Donald Trump zijn oog laten vallen op Groenland en op Panama met zijn kanaal. En ook op Canada, maar die claim lijkt wat minder serieus. Wat betreft Groenland en Panama is er weinig nieuws onder de zon.
Ook in het verleden hebben de Verenigde Staten meermalen laten blijken belangstelling te hebben voor Groenland, dat vier keer zo groot als Frankrijk is. Het eiland is van groot economisch en militair belang. Het beschikt over natuurlijke rijkdommen als olie, gas, goud, diamant, uranium, zink en lood. Onlangs is de internationale luchthaven Nuuk geopend, waardoor je rechtstreeks vanuit Amerika en Europa op Groenland kunt vliegen en niet langer via Kopenhagen hoeft. Groenland wil op die manier meer inkomsten halen uit het toerisme.
Groenland is een belangrijk knooppunt voor telecomverkeer, niet in onbelangrijk in tijden van hybride oorlogsvoering, waar datakabels en kritieke infrastructuur het doelwit zijn van (cyber)aanvallen. De VS wil dit gebied graag controleren. Ook komen er door de opwarming van de aarde steeds meer nieuwe scheepvaartroutes vrij via de Noordpool in plaats van rond de kaap.
Niet vreemd dus dat grootmachten proberen controle te krijgen over het giga-eiland dat formeel nog bij Denemarken hoort, maar een grote mate van zelfbestuur kent. Voor premier Múte Egede is het zelfbestuur nog niet voldoende. Hij zei in zijn nieuwjaarstoespraak dat Groenland helemaal onafhankelijk moet worden van Denemarken.
Een gouden kans voor president in spe Trump om te proberen Groenland in de greep te krijgen. Het kopen van een land is misschien niet meer van deze tijd maar niet uniek in de Amerikaanse geschiedenis: Florida werd gekocht van Spanje – 1819 -, Alaska van Rusland – 1867 - , Maagdeneilanden van Denemarken – in 1917 -. De staatsrechtelijke vraag is ook van wie je het land zou moeten kopen, wie is eigenaar? En wat koop je: het grondgebied, de instituties?
Er zijn andere mogelijkheden om invloed uit te oefenen mocht het eiland onafhankelijk worden van Denemarken. Zoals een associatieverdrag, een Compact of Free Association. Zo’n COFA hebben de Verenigde Staten met drie eilandstaten in de Grote Oceaan, en betekent een sterke economische integratie en grote invloed van de VS. Ook een samenwerking in een Gemenebestverband is mogelijk, zoals de VS dat hebben met Puerto Rico.
En dan Panama. De plannen voor een kanaal door de landengte Midden-Amerika dateren al uit de negentiende eeuw. Het geeft meer en sneller toegang geven tot de markten rond de Grote Oceaan en betekende een veel grotere bewegingsvrijheid betekenen voor de Amerikaanse marine. Een schip van New York naar San Francisco legt via het kanaal een afstand af van nog geen tienduizend kilometer, minder dan de helft van de ruim twintigduizend kilometer rond Kaap Hoorn, de zuidpunt van Zuid-Amerika.
Dat Washington probeert invloed uit te oefenen in Midden-Amerika is evenmin nieuw of verassend. Het beleid is gebaseerd op de Monroedoctrine, gebaseerd op een speech die de Amerikaanse president James Monroe in 1823 hield voor het Amerikaans Congres. Samengevat: Europese machten hadden niets te zoeken binnen de Amerikaanse invloedsfeer. Amerika kon enkel veilig zijn als het de wereldzeeën domineerde. Nog voor het einde van die eeuw vielen de VS Cuba binnen en daarna de Filippijnen
Aanvankelijk zou het kanaal door Groot-Colombia zou worden gegraven, waarvan de provincie Panama deel uitmaakte. Toen de Colombianen daar niet voor bleken te voelen kwam president Theodore Roosevelt met een ‘simpele’ oplossing. Hij steunde een beweging voor een onafhankelijk Noord-Colombia. Met kanonneerbootpolitiek zette Roosevelt vervolgens Colombia onder druk. Het kon weinig anders doen dan overstag gaan. Met hulp van de VS werd de vazalstaat Panama opgericht en een begin gemaakt met het graven van het kanaal.
Aanvankelijk was de afspraak dat het kanaal voor ‘eeuwig’ onder Amerikaans beheer zou blijven, een strook land van zo’n acht kilometer aan weerszijden van het water: de Panamakanaalzone. Aan die ‘eeuwigheid’ kwam een einde toen het kanaal op 31 december 1999 werd overgedragen aan de Panamakanaalautoriteit Autoridad del Canal de Panamá (ACP), waarmee de waterweg Panamees bezit was geworden. Maar met de opmerkelijke bepaling dat de VS zouden kunnen terugkeren als daar aanleiding voor was.
De vraag is in hoeverre president Trump zo’n aanleiding zoekt. Hij beschuldigde Panama er al van dat het Amerikaanse schepen veel te hoge doorgangstarieven oplegt en dat de Verenigde Staten aan het Panamakanaal worden afgezet. Ook hier wordt de Chinese dreiging aangehaald als argument. Mauricio Claver-Carone, de nieuwe gezant voor Latijns-Amerika, zei dat de uitspraken van Trump dienen om 'de groei en de strategische voetafdruk van China een halt toe te roepen' en dat door de Chinese investeringen in Latijns-Amerika een 'vacuüm van controle en invloed' ontstaan.
Tot een Amerikaans ingrijpen zal het niet komen maar Trump zal ongetwijfeld Panama onder druk zetten om de koers meer richting Washington te verleggen.