Trouw slaat de plank mis over mbo-stages

Daar stond ik dan, om het koningslied te parafraseren. Ergens in een bushalte aan een verlaten landweg in de buurt van Zeist. 28 graden; een rugtas op; ik zweette mij de ziekte. Niet de meest productieve plek om te telefoneren met een journalist. Maar gelet op hoe telefoons werken en dat dat van twee kanten kan komen, had ik dat in dezen niet in de hand. De Trouw belde mij.

De vraag was of ik misschien nog wat jongeren ‘had’ die moeite hadden met het vinden een stageplek. In het bushokje stond, naast mijzelf, alleen een wat oudere man die in zijn neusholte aan het graven was. Nee, die had ik dus niet. Kende ik dan misschien nog iemand, was daarop de reactie. Ik heb wel een aantal mbo’ers gesproken met dit probleem, maar ik heb niet de neiging om bij ieder menselijk contact ogenblikkelijk een telefoonnummer op te slaan. Voor de zekerheid belde ik ook nog even naar het kantoor, maar daar gold min of meer hetzelfde. Ik verwees de journalist dan ook keurig door naar een andere organisatie, het Job, in de hoop dat ik zo alles mooi had afgedaan.

Olijk zette ik mijn werkdag voort, niet wetend dat in de schrijfkelders van de Trouw lustig werd gewerkt aan het artikel met de kop ‘Tekort mbo-stages overdreven’. Een artikel dat uiteindelijk verscheen op de voorpagina.

In dit artikel, dat geheel strijdig is met verschillende onderzoeken en daarnaast logica, speelde ik ook een bijrol. Een van de argumenten: “Bovendien kunnen de MBO-Raad, het ministerie of belangenorganisaties als Job en FNV Jong geen voorbeeld noemen van een leerling die geen diploma heeft kunnen halen, omdat hij geen stageplek kon vinden.”

Mijn kleine avontuur bij de bushalte bleek nu dus reden te zijn om te stellen dat er geen tekort aan MBO-stages zou zijn. Dit in weerwil van – om de klinische term te gebruiken – feiten. De draai die dit alles heeft genomen is daarmee dusdanig belachelijk dat het fascinerend is geworden.

Als ik dit circus omdraai, kom ik op het volgende. Er is schijnbaar wél een tekort aan mbo-stages, als ik daar voorbeelden van heb. (Ik heb niet voor niets vijf jaar lang geen statistiek gevolgd, zo blijkt.) Hou u vast beste lezer: Ries uit Den Bosch zit op het MBO en kan geen stageplek vinden. Hij zoekt een stage in de installatietechniek. Daarnaast hebben we Jerry van 28, eveneens uit Den Bosch, die kan geen stage plek vinden in dezelfde sector. Et voila, de stelling weerlegd.

Dat mbo’ers zelf boos zijn over dit artikel snap ik daarnaast goed. Het is onwijs frustrerend als je zelf geen stageplek kan vinden en moet lezen dat jouw probleem ‘overdreven’ is. Uit onderzoek van FNV Jong uit 2012 bleek nog dat 1 op de 5 jongeren in het mbo ernstige moeite hebben met het krijgen van een stageplek, of er zelfs geen kunnen vinden. Dat zijn er erg veel. Om dan op basis van twee halfbakken telefoongesprekken en een FNV Jong voorzitter in een bushokje tot deze conclusie te komen, dat is nogal wat. Er staan overigens nog meer argumenten in, die ook niet kloppen, daarvoor verwijs ik blijelijk naar deze BNR uitzending.

Volg Robbert Coenmans ook op Twitter