Het begrip 'cultuur' of 'volk' is zó uitgewist met het doel geen oordelende, racistische of anderszins foute indelingen te maken, dat elke ordening en contextueel verband ontbreekt
In deze tijd staan hokjes ter discussie. We werpen begrippen als natie, links & rechts, volk, zuil, religie, soort, gender, ras, van ons af vanuit bevrijdingsdrang of ideologische gedrevenheid. Dat heeft een keerzijde. Hokjesdenken heeft een functie. Zonder categorisatie door symboliek en taal, kunnen wij geen culturele- en maatschappelijke regels maken en ontstaat er chaos in ons brein en in het samenleven. Ook het Tropenmuseum wil af van oude discutabele hokjes en onderging een wakkere transformatie. Ik ging op antropologisch onderzoek uit. Toen ik bijgekomen was van de schrik, snapte ik dat het museum mij de maatschappelijke worsteling met hokjes meesterlijk had gespiegeld.
Chaos en ordening Antropologen geloven dat hokjes en categorisatie tot doel hebben om de complexe werkelijkheid van het leven behapbaar te maken. Zonder ordening ontstaat individuele waanzin en maatschappelijke chaos. Het was Foucault die analyseerde hoe ‘waanzinnigen’ de grenzen van betekenisgeving en maatschappelijke structuur opzochten, en daarom gedisciplineerd werden door de psychiatrie. Structuur door taal en hokjes is de basis van cultuurvorming en maatschappelijke orde. De keuzes voor de ordening en hokjes kan niet los worden gezien van macht.
Taal is drager van cultuur. Lévi Strauss bestreed de gedachte dat er primitieve cultuur bestaat en liet zien hoe elke cultuur logisch ordent. Je moet alleen wel de symbolische code van het betreffende volk kennen. Verander je taal, dan herorden je. Zonder ordening ontaarden we in wild denken.
Tropenmuseum Black Lives Matter, politieke leegte, nieuw feminisme en een sterke LHBTIQ-beweging rammelen aan hokjes en doen nieuwe ordeningsvoorstellen. Het Tropenmuseum Amsterdam, net als de andere Musea voor Wereldcultuur, heeft een transformatie ondergaan in presentatie van collectie en website.
Je zou maar conservator van het Tropenmuseum zijn in deze tijd. In ‘de disclaimerzaal’, worden ethische dilemma’s besproken. In het midden een vitrinekast met ‘omstreden collectiestukken’. Het is een oprechte poging. Toch maakt ongemak zich van mij meester. Het museum, ook in nieuwe stijl, blijft problematisch als je echt consequent ‘wakker bewustzijn’ doorvoert. Het pand zelf heeft al een discutabele historie als verzamelplaats voor koloniale schattenverzamelaars, politionele acties, nazi’s en de collectie ademt roof en oude machtsverhoudingen.
Mijn musembezoek, bedoeld om mijn ziel te voeden met schoonheid, verandert in een opvoedkundige exercitie. Mag ik nog ‘wow, cool’ denken bij de Papua-schedel, of alleen dat ie eigenlijk begraven moet worden? Mag ik het bronzen Benin-beeld nog adembenemend mooie jukbeenderen vinden hebben, of alleen opzoeken waar vandaan het geroofd is? Het manische beeld maakt zich van mij meester dat ik eigenlijk graag eerst een soort boetedoeningsritueel zou willen doen, op mijn knieen de gang door schuifelen met 30 zweepslagen, om daarna de kunst weer mooi te mogen vinden.
Nieuwe hokjes Ik dwaal door het museum. Ik snap de websitetekst met ‘we hebben de geografische indeling losgelaten en werken nu in thema’s’. Aha, de aloude antropologendiscussie gelardeerd met veel wijn! Lévi Strauss in een notendop. Categoriseer je volkenkundige gebruiken en objecten regionaal of thematisch? Bij een regionale indeling geef je context, laat je interne samenhang binnen een volk zien en focus je op verschil tussen regio’s. De magie is hier de verwondering. Bij thematische categorisatie benadruk je dat mensen overal op de wereld dezelfde levensvragen en oplossingen hebben, en focus je op overeenkomst. De kracht is hier de herkenning.
Ik raak de weg kwijt. Het begrip ‘cultuur’ of ‘volk’ is zó uitgewist met het doel geen oordelende, racistische of anderszins foute indelingen te maken, dat elke ordening en contextueel verband ontbreekt. Als ik een indruk wil krijgen van ‘de cultuur van Mexico’, moet ik heen en weer rennen om in de enorme hoeveelheid een skeletamulet te ontwaren, ergens anders een muziekinstrument, nog wat hedendaagse mode bij de gender fluid -afdeling, en het dodenaltaar dan ergens in de tentoonstelling ‘met wie date jij’ te vinden. Er is een stille doch consequente ontkenning van begrippen als ‘volk’, ‘cultuur’ ‘patroon’, ‘gender’, ‘volksaard’.
Ik ervaar een krampachtige poging om weg te blijven bij het besmette woord ‘ras’ of ‘soort’. De bordjes met herkomst van de kunst zijn piepklein. Het is voor mij als antropoloog alsof je een bioloog in Artis loslaat en je zegt: we hebben het anders gecategoriseerd. We hebben nu een hok met ‘dieren met staarten’ (waarbij olifant dan bij panter, bij papegaai, bij hagedis zit) en een hok ‘dieren met mooie kleuren’ (vlinder, zebra en baviaan). Naast praktische ongemakken, zou het chaos in een biologenhoofd geven. Het is wakkere ontkenning van begrippen als soort, regio, volk, cultuur.
Maatschappelijke issues in een notendop Mijn conclusie is dat ik in een dagje Tropenmuseum de maatschappelijke discussie in pressurecooker tempo heb doorvoeld. In de samenleving laten we oude hokjes los. Soort, volk, kleur, gender staan ter discussie. We vrezen zó voor polarisatie, dat we verschil tussen mensen wegpoetsen. We zetten nurture voor nature en parkeren zelfs biologische wetmatigheden in een klein hoekje.
Loslaten van ordening geeft verwarring. Verwarring kan mooi zijn; opmaat tot transformatie naar iets beters. Maar dan moeten we accepteren dat de chaotische tussentijd, hokjesloosheid, gepaard gaat met waanzin, bloedvergieten en sociale onrust. En dat we nieuwe hokjes maken, want we kúnnen niet zonder. In de fik gestoken regenboogvlaggen, toestroom GGz, Black Lives Matter-demonstraties, vaxxers versus anti-vaxxers: nieuwe hokjesgevechten zijn intens.