Een invloedrijke Canadese infectieziektenspecialist en topadviseur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ligt onder vuur na een bewering dat aerosolen nauwelijks een rol spelen bij de verspreiding van het coronavirus. Dr. John Conly vindt daarnaast dat ook het gebruik van medische N95-mondkapjes meer kwaad dan goed doen. Schadelijke en achterhaalde opvattingen, vinden diverse wetenschappers van over de hele wereld.
Conly deed zijn uitspraken tijdens een paneldiscussie aan de Universiteit van Calgary, waar hij doceert aan de medische faculteit. ‘We weten dat het virus zich via de lucht kan verplaatsen,’ zei hij daar. ‘Maar voor we beweren dat het de enige of voornaamste manier van besmetting is, hebben we beter wetenschappelijk bewijs nodig.’ Volgens Conly vindt besmetting nog altijd hoofdzakelijk plaats via grote druppels en dus is afstand houden feitelijk de enige echte oplossing. ‘Social distancing en hygiëne, oppervlakten schoonmaken en desinfecteren, dat is waar onze aandacht naar uit moet gaan,’ aldus de professor.
Achterhaalde ideeën Dat was lange tijd ook het officiële standpunt van de WHO, een waarvoor de VN-organisatie veelvuldig en hevig bekritiseerd is door experts wereldwijd. Een deel van hen vermoedt dat Conly, voorzitter van een invloedrijke Covid-19-denktank binnen de WHO, daar de drijvende kracht achter is. Een van hen is Linsey Marr, als specialist op het gebied van virusoverdracht verbonden aan de Amerikaanse universiteit Virginia Tech. Zij denkt dat Conly simpelweg niet wil toegeven dat hij het mis heeft:
"Hij heeft veel invloed binnen de WHO en helaas geloof ik dat hij vastgeroest is in hoe we er 20 of 30 jaar geleden over dachten en hij heeft zijn ideeën niet aangepast aan wat we sindsdien hebben geleerd. En al helemaal niet aan wat we het afgelopen jaar te weten zijn gekomen."
In juli vorig jaar gaf de WHO schoorvoetend toe dat aerosolen, minuscule speekseldruppeltjes die vrijkomen bij spreken, zingen of zelfs uitademen en die soms lange tijd in de lucht blijven zweven, inderdaad actieve virusdeeltjes in zich kunnen dragen en zo voor verdere besmetting zorgen. Dat gebeurde enkele dagen nadat een groep van 239 wetenschappers uit 32 verschillende landen een open brief aan de organisatie schreven waarin ze opriepen het standpunt aan te passen. In de weken daarna namen veel landen de waarschuwing over en pasten de coronamaatregelen aan, bijvoorbeeld door het beperken van horeca en sportactiviteiten, of door koren en concerten.
Verspreiding via aerosolen Inmiddels is ook de grote consensus dat het veelvuldig handen wassen en desinfecteren van bijvoorbeeld deurklinken en winkelwagentjes, weinig tot niets uitmaakt omdat contact met oppervlakten niet of nauwelijks tot besmettingen leiden. Conly houdt echter vast aan zijn standpunt, een die hij ook uitte in een onlangs door de WHO gefinancierde publicatie waar overigens de peerreview ontbreekt. Volgens Conly is het simpelweg niet aangetoond dat er actieve virusdeeltjes in aerosolen aanwezig zijn.
Als reactie daarop schreef een groep experts in wetenschappelijk tijdschrift The Lancet een weerlegging , met daarin een 10-puntige opsomming waaruit geconcludeerd kan worden dat de lucht zelfs de voornaamste manier van besmetting is. Van zogenoemde superspreading-events, tot lange-afstand-infecties, het verhoogde gevaar op besmetting binnenshuis en het feit dat er wel degelijk actieve virusdeeltjes in de lucht zijn aangetroffen. ‘Als het niet via de lucht gaat, hoe zijn we dan midden in een globale pandemie beland?’ vraagt atmosferisch scheikundige en aerosolenwetenschapper Kimberly Prather van het Oceanografisch Instituut in San Diego. ‘Hoe verklaar je dat iedereen in een ruimte besmet kan raken ook als ze elkaar geen enkele keer aanraken of bij elkaar in de buurt komen?’ Volgens haar komt hard bewijs voor verspreiding via aerosolen dagelijks in grote hoeveelheden binnen. ‘Dat de WHO het niet van de daken schreeuwt om zo levens te redden is om eerlijk te zijn ernstig teleurstellend.’
Behalve over verspreiding via aerosolen, houdt Conly er nog een ander controversieel standpunt op na. Namelijk dat het gebruik van de medisch goedgekeurde N95-maskers meer kwaad dan goed doet. Zo zouden ze virusdeeltjes nauwelijks tegenhouden, terwijl ze wel het risico van huidproblemen als acne of eczeem meebrengen en daarnaast voor schadelijke zuurstoftekorten zorgen bij zwangere vrouwen. Die laatste opvatting werd in 2014 al in een wetenschappelijk onderzoek ontkracht. Na uitgebreid onderzoek was gebleken dat er geen enkel verschil in zuurstofwaarden kon worden vastgesteld na wel of niet dragen van N95-maskers door zwangere vrouwen.
Jaap van Dissel en het RIVM De hardnekkige opvattingen van Conly over aerosolen en mondkapjes – en de kritiek erop – zijn dichter bij huis ook terug te vinden. Ze doen sterk denken aan die van RIVM-baas Jaap van Dissel. Ook hij heeft zich veelvuldig uitgesproken tegen het bewijs voor virusverspreiding via minuscule speekseldruppels. Dat bleef hij doen, ook nadat de WHO de richtlijnen veranderde. Afgelopen najaar probeerde hij het parlement er in een coronabriefing (.pdf) nog van te overtuigen dat aerosolen zo’n groot probleem niet zijn. Immers, als het virus zich daadwerkelijk door de lucht verspreidde, zou het besmettelijker moeten zijn, aldus Van Dissel die daarbij de vergelijking trok met de uitermate besmettelijke mazelen.
Terwijl wereldwijd nauwelijks een deuk in de pandemie wordt geslagen en die zich zelfs uitbreidt, onder andere door agressievere mutaties uit bijvoorbeeld Brazilië en India (in combinatie met een weigering vanuit de overheid daadkrachtig op te treden), houdt het RIVM formeel vast aan de scepsis rond aerosolen. In de officiële richtlijn staat te lezen:
"Het is op dit moment niet duidelijk of de kleine druppels (aerosolen) die in de lucht blijven hangen een rol spelen bij de verspreiding van het virus. Mochten ze een rol spelen in de verspreiding, dan is dit een minder belangrijke verspreidingsroute dan van de grotere druppels."
Ook verzette Van Dissel zich, geheel in lijn met Conly, lange tijd tegen het gebruik van mondkapjes. Die zouden niet effectief zijn en vooral een gevoel van schijnveiligheid creëren. Dat leidde hem in september van vorig jaar nog tot een reprimande van zijn Amerikaanse collega dr. Anthony Fauci. Die zei in Nieuwsuur Van Dissel te willen vragen “de snelgroeiende hoeveelheid data te bestuderen over het belang en de effectiviteit van mondkapjes”. In datzelfde interview zei Van Dissel overigens ook dat er bewijs is voor de verspreiding van het virus via aerosolen. Mondkapjes zijn in Nederland sinds 1 december verplicht in de openbare ruimte.
Hoe vaak spreek je iemand met een andere kijk op de wereld? Joop.nl, EW en Arminius willen je uitnodigen voor een wandeling of een videogesprek met iemand die over sommige zaken een andere mening heeft. Doe je mee? Beantwoord de eerste stelling hieronder. Meer lezen over De Wandeling? Klik hier. Zie je hieronder geen stelling? Pas je cookie-instellingen aan of klik hier.
window.addEventListener('message', function (evt){ var embed = document.getElementById('mycountrytalks-embed'); var currentScrollTop = 0, newScrollTop = 0; var additionalSafeSpace = 50; if (evt.origin === 'https://app.mycountrytalks.org') { if ("wasResized" in embed.dataset) { currentScrollTop = document.documentElement.scrollTop || document.body.scrollTop; newScrollTop = currentScrollTop + embed.getBoundingClientRect().top - additionalSafeSpace; window.scrollTo(0, newScrollTop); } embed.style.height = evt.data + 'px'; embed.setAttribute('data-was-resized', 'true'); } }, false);