Een Irakese man bij een bombardement door Nederlandse F16’s een groot deel van zijn familie verloor, krijgt van Defensie een schadevergoeding van honderdduizenden euro’s. Minister Bijleveld van Defensie laat aan de Tweede Kamer weten dat de betaling ‘vrijwillig, uit humanitaire overwegingen’ is en de Nederlandse Staat dus geen aansprakelijkheid erkent.
In 2015 voerden Nederlandse F16’s een aanval uit op een vermoedelijke autobommenfabriek van Islamitische Staat in de Iraakse stad Hawija. Dat bombardement zorgde voor een kettingreactie van explosies waarbij een complete woonwijk werd verwoest. Ten minste zeventig burgers kwamen om het leven. Een week voor het bombardement plaatsvond, waarschuwde de Amerikaanse inlichtingendienst CIA Nederland al voor de kans op vele burgerdoden. Toenmalig minister van Defensie Hennis-Plasschaert informeerde de Kamer daar destijds niet over en ook Bijleveld hield later de kaken op elkaar.
Naast Basim Razzo, de man die nu een schadevergoeding krijgt, zijn er nog zo’n zeventig Irakezen die een zaak hebben aangespannen. Razzo die zelf een granaatscherf in zijn rug kreeg, eiste 2 miljoen euro. Het precieze bedrag dat nu wordt uitgekeerd is onbekend, maar volgens de NOS gaat het om iets minder dan een miljoen. In een brief aan de Kamer schrijft Bijleveld dat er wat haar betreft nog altijd ‘geen sprake van onrechtmatig geweldsgebruik’ is. Met de schadevergoeding wil de minister ‘namens het kabinet de heer Razzo tegemoetkomen vanwege het enorme menselijke leed dat hem is overkomen en de materiële schade die hij heeft geleden.’