Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Toen het vuur uit de hemel echt op Nederland neerdaalde

  •  
01-11-2023
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
2444 keer bekeken
  •  
bombardement

Er werd veel gedaan om de bevolking te waarschuwen en te beschermen tegen de gevolgen

De getalenteerde mediamakers van Zouka hebben zich ingedacht hoe kinderen in Nederland zouden reageren, als een vijand ons aanpakte zoals nu gebeurt met de inwoners van Gaza. Ze maakten daarover een korte video.

Nu heeft Nederland wel degelijk ervaring met bombardementen maar die ligt inmiddels meer dan tachtig jaar terug. Het huidige waarschuwingssysteem dateert zelfs van voor die tijd. Het wordt niet door de vijand bediend maar door de Nederlandse autoriteiten zelf. Bij luchtgevaar gaat de bekende sirene, die elke eerste maandag van de maand om twaalf uur ’s middags wordt beproefd. Inmiddels ontvang je ook meldingen op de mobiele telefoon en er zijn controversiële plannen om maar eens op te houden met die sirene. Een belangrijk verschil met de situatie in de Gaza strip is dus dat je door je eigen verdedigers wordt gewaarschuwd.

Op 31 januari 1934 al werd in Den Haag een oefening gehouden met sirenes en stoomfluiten. Diezelfde avond hield (toen nog) kapitein G.J. Sas een interessante lezing in zaal Excelsior over luchtbescherming. Later zou hij, inmiddels tot majoor bevorderd, als militair attaché in Berlijn contacten leggen met anti-nationaalsocialistische diplomaten. Daardoor kon hij herhaaldelijk waarschuwen dat een overval van Nederland op handen was. Het laatste bericht stuurde hij op 9 mei 1940. Maar dat is een ander verhaal.

Sas legde uit dat luchtbescherming noodzakelijk was nu vliegtuigen een steeds grotere rol speelden in de oorlogsvoering. De burgerbevolking kon niet meer rustig achter de fronten afwachten hoe de oorlog afliep. Ze zou zelf worden aangevallen. Sas verwachtte overigens van regeringen geen luchtterreur omdat dit wapen dan als represaille door de vijand ook zou worden ingezet. De Tweede Wereldoorlog zou hem gelijk geven zoals de Japanners en de Duitsers ervoeren. Sas vermoedde dat juist strategische installaties zoals gasfabrieken, spoorwegstations en elektriciteitscentrales zouden worden aangevallen. Uiteraard zetten de strijdkrachten hiertegen hun eigen middelen in, zoals jachtvliegtuigen en luchtafweergeschut maar daarbij kon het niet blijven. Naast en buiten het leger was een door burgers bemande luchtbeschermingsdienst onontbeerlijk. Hij bepleitte het inrichten van gasvrije schuilplaatsen onder de grond. De bevolking diende nu al instructies te krijgen over het juiste gedrag tijdens luchtgevaar. Ze werd gewaarschuwd door het geluid van de sirenes en de stoomfluiten waarmee ze die dag in het kader van de oefening had kennis gemaakt. Op dezelfde wijze werd met een anders klinkend signaal het sein veilig gegeven. Kapitein Sas gaf tenslotte tips over brandpreventie voor het geval de vijand naast brisant- ook fosforbommen zou werpen. Eigenlijk zou iedereen brandblusmiddelen in huis moeten hebben. Er volgde een levendige discussie, waarbij ene mejuffrouw Blauw vroeg naar de rol die radio kon spelen. Naar aanleiding van andere vragen wees Sas nog op het belang van verduistering zodat de vijandelijke piloten geen oriëntatiepunten konden onderscheiden.

Een door vrijwilligers bemande luchtbeschermingsdienst bestond toen al. Half februari 1934 kregen die én de bevolking van regeringswege een reeks instructies. Daaruit het volgende citaat: “Wees kalm en niet nieuwsgierig. Volg onmiddellijk de aanwijzingen van de met de luchtbescherming belaste personen op. Blijf in huis weg van vensters en deuren. Zoek dekking in kelders”. En: “Valt een brandbom, dan nooit water er bij brengen doch deze met zand of fijn grind bedekken. Valt een gasbom en heeft men last van de lucht, dan rustig het vertrek verlaten. Niet diep adem halen. Een natte doek voor neus en mond nemen”.

Het doet hier en daar een beetje denken aan het beroemde pamflet Wenken voor de Jongste Dag, dat Harry Mulisch schreef naar aanleiding van de tips en aanbevelingen die de regering huis aan huis liet verspreiden over hoe te handelen tijdens een atoomaanval. Toch zien wij hier een duidelijke zorg voor het lot van de burgerbevolking.

Onder de scherpe blik van premier Hendrikus Colijn is in Nederland in de jaren na 1934 een netwerk van sirenes aangelegd die overal op het grondgebied van het land te horen waren. Ook ontwikkelde zich een professioneel opererende Luchtbeschermingsdienst die in de jaren van de bezetting goede diensten heeft bewezen. Voor die bezetting al was iedereen verplicht verduisteringsgordijnen in huis te hebben. De straatverlichting bleef de hele periode dat Nederland in oorlog verkeerde, uitgeschakeld.

Mejuffrouw Blauw was terecht over de radio begonnen. Bij nadering van geallieerde vliegtuigen zond de Duitse radio een Luftlagemeldung uit. Daarna ging de zender uit de lucht om te voorkomen dat geallieerde piloten die als baken zouden gebruiken. Zo waarschuwde ook de Franse radio in 1940 tegen de nadering van Duitse vliegtuigen. En de BBC liet zich uiteraard evenmin onbetuigd.

Over het algemeen waarschuwde men in de Tweede Wereldoorlog de burgers van het vijandelijke land niet voor bombardementen. Wel probeerde men paniek te zaaien. Zo strooiden de Britten in 1943 een pamflet boven Duitsland uit met informatie over de geallieerde bommen. Dit onder de kop: “Het fort Europa heeft geen dak”. Anders lag het met de bevriende naties onder Duitse of Japanse bezetting. Daar volgden zulke waarschuwingen wel als de vijand er tenminste geen al te groot voordeel mee genoot. Zo strooiden de geallieerden op grote schaal pamfletten boven Walcheren uit om ze tijdig te waarschuwen voor de vernieling van de Westkappelse Zeedijk.

Een belangrijke les uit de Tweede Wereldoorlog was dat het waarschuwen van de bevolking tegen aanvallen uit de lucht en het bieden van schuilplaatsen een belangrijke taak was van de overheid . Daartoe werd dan ook in 1952 de Bescherming Burgerbevolking in het leven geroepen, afgekort BB, met een fijn vertakt netwerk over het hele land. Ouderen herinneren de bordjes met “Blokhoofd” nog wel op sommige deuren. De regering hoopte dat zich 200.000 vrijwilligers zouden melden. Dat gebeurde niet. Daarom voerde men in 1958 dienstplicht in zoals die ook voor de strijdkrachten bestond. Wie daarvoor was afgekeurd of wegens broederdienst de militaire dans ontsprong, kon alsnog verplicht worden tot de BB toe te treden. De dienstijver van de aldus binnen gehaalde medewerkers hield niet over en het uniform werd algemeen bespot. In 1986 is de BB opgeheven, ook omdat het besef had postgevat dat tegen een atoomoorlog toch geen kruid was gewassen.

Niettemin was de BB goed uitgerust en in principe goed getraind om in een oorlog zoals die in de Gazastrip een belangrijke reddende rol te spelen. Wat er nu bestaat behalve die sirenes, is te vinden op crisis.nl. De gedachte ontstaat dat het Fort Europa nu wél een dak heeft maar het zit vol gaten.

Het blijft verbijsterend dat er door Hamas sinds 2005 niets is opgebouwd om de burgerbevolking een grotere overlevingskans te geven bij vijandelijke aanvallen.

Bekijk hier een Brits instructiefilmpje voor het bioscoopjournaal uit 1940. Dit filmpje gaat over de Anderson Shelter, een eigen schuilkeldertje dat je in kon graven in de achtertuin als je die had.

Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.

Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: is de VN (n)ergens goed voor?

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.