Ook met dit nieuwe kabinet gaat het bezuinigingen op de zorg door. Het zal de zorg uiteindelijk alleen maar duurder maken, terwijl steeds meer mensen niet langer de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben. Er moet nu eindelijk een einde komen aan de zorgkostenhaat.
Dit jaar verdween halverwege het jaar opeens 310 miljoen euro uit de landelijke zorgbegroting. Dat dit geld niet gemist kan worden in de zorg werd duidelijk toen niet alleen de vakbonden en de zorgbrancheorganisaties maar zelfs Zorgverzekeraars Nederland opriepen om deze bezuiniging niet door te voeren. Ook zorgverleners kwamen in actie. En toch, in een korte stemming in de Tweede Kamer verdween ineens het geld, alsof al dat zorggeld overbodig was.
‘Zorgkostenhaat’. Zo noemde de nieuwe zorgminister Agema het toen zij nog Kamerlid was. Daarmee doelde ze op de houding van politiek Den Haag om de zorgkosten zoveel mogelijk te drukken. Toch zet het nieuwe kabinet deze zorgkostenhaat door. Geplande bezuinigingen door Rutte IV zijn in stand gehouden en, ondanks extra investeringen in de ouderenzorg, worden er nog weer extra bezuinigingen opgestapeld. Onder de streep worden er de komende jaren miljarden uit de zorgbegroting geschrapt.
De gedachte achter de bezuinigingen is dat de zorg anders onbetaalbaar wordt. Als we kijken naar de honderden miljarden aan winsten die bedrijven de afgelopen jaren boekten en het recordaantal miljonairs in Nederland is dat argument echter lastig vol te houden. Voor de maatschappij als geheel zal de zorg niet snel onbetaalbaar worden. Het is vooral de vraag waar je de rekening neerlegt. Hoeveel we uitgeven aan de zorg is uiteindelijk simpelweg een politieke keuze.
Toch worden bezuinigingen als de enige mogelijke keuze gepresenteerd. Maar bezuinigingen in de zorg hebben de neiging veel duurder uit te pakken. Een bezuiniging op de verpleeghuizen heeft bijvoorbeeld in principe maar twee mogelijke uitkomsten. De eerste is dat ouderen langer thuis blijven wonen, waardoor er meer druk komt de thuiszorg, omdat die ouderen niet opeens minder zorg nodig hebben. Die ‘besparing’ zorgt er dan vooral voor dat zorgverleners de hele stad door moeten fietsen om ouderen dezelfde zorg te geven. Hoe is dat goedkoper?
De tweede uitkomst kan zijn dat er minder zorg wordt geleverd, waardoor ouderen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. In de praktijk zie je dat zorguitgaven dan niet ineens verdwijnen, want mensen hebben nog steeds zorg nodig. Zie ook de eerdergenoemde bezuinigingen van 310 miljoen die eerder dit jaar ineens werden doorgevoerd: de Nederlandse Zorgautoriteit concludeerde onlangs dat nu te weinig geld over is voor noodzakelijke zorg. Op papier is in 2024 geld bespaard, in de praktijk niet. Bij dit soort nepbezuinigingen verschuiven de kosten van het collectief naar het individu: wat de overheid niet uitgeeft aan zorg, moeten mensen nu zelf uitgeven. In zo’n situatie ontstaan heel snel klassenverschillen. Rijkere ouderen kunnen dan in een duur particulier woon-zorgcomplex terecht, terwijl de mensen die dat niet kunnen betalen op ellenlange wachtlijsten komen. Geen van beide opties kunnen worden gezien als een succes.
Kan er dan nergens geld bespaard worden? Natuurlijk wel. Dat kan bijvoorbeeld door de markt in de zorg aan te pakken. Begin eens bij het aanpakken van de winsten die met zorggeld worden gemaakt, de onnodige bureaucratie door de talloze en zinloze aanbestedingen in de zorg omdat er zo nodig geconcurreerd moet worden. Pak de markconsultaties, de aanbestedingsspecialisten en de businesscoaches in de zorg aan. De Tweede Kamer, inclusief de PVV, wil private equity in de zorg aanpakken, omdat met snelle winsten ook snel zorggeld verdwijnt uit de zorg. De nieuwe PVV-minister Agema wil echter ineens niets meer van het aanpakken van private equity weten. Niet de zorg is niet duur, maar het systeem is duur. Daar doet het nieuwe kabinet niets aan, maar zou dat wel moeten doen.
Het is tijd voor het besef dat goede zorg op lange termijn altijd goedkoper én beter zal zijn dan zorg die tot op het bot wordt uitgekleed omdat dat goedkoper lijkt. Deze bezuinigingen op onze zorg moeten van tafel. Het is tijd voor liefde voor de zorg. En dus ook voor zorgkostenliefde.