Fleur Agema gaat er eens rustig over vergaderen
Zeker achtentwintigduizend kinderen moeten het zien te redden zonder bril terwijl ze die hard nodig hebben. Ouders hebben dan geen geld om er een te betalen. De zorgverzekering geeft niet thuis. Dat blijkt uit een onderzoek van vijf oogzorgorganisaties die een bijeenkomst van de Stichting Blindenhulp aangrepen om dit schandaal naar voren te brengen.
Deze kinderen krijgen gegarandeerd op school de grootste problemen gewoon omdat ze het les- en leesmateriaal niet goed kunnen zien. Toch reageert minister Fleur Agema met de voor haar karakteristieke onverschilligheid: ze gaat met het veld in gesprek. Opnieuw presenteert zij zich als het vleesgeworden spreekwoord uit de Franse revolutie Un Jacobin ministre n’est pas un ministre Jacobin, een Jacobijn die minister wordt, is nog geen Jacobijns minister.
Iemand met haar verleden als parlementariër had meteen moeten aankondigen dat deze misstand onduldbaar is. En dat zij onmiddellijk maatregelen zal nemen om dit recht te zetten. Het kan toch niet zo zijn dat je schoolcarrière in de knop wordt gefnuikt omdat je ouders geen geld hebben voor een bril!
Ik weet wat het betekent. In de lente van 1956 – ik zat in de eerste klas bij broeder Blasius – kon ik niet meer goed lezen wat er op het bord stond. Dus nam mijn moeder mij mee naar de oogarts dr. Schuurmans van het Gemeenteziekenhuis want als je rechtstreeks naar de opticien ging vergoedde het ziekenfonds niets. We hadden eigenlijk naar het katholieke ziekenhuis gemoeten maar de oogarts daar stond algemeen bekend als een rotvent die iedereen afbekte en grote monden gaf. Dokter Schuurmans zette een montuur op mijn neus en liet me letters lezen van uiteenlopende grootte terwijl hij steeds weer glaasjes in dat montuur plaatste. Daarna kreeg ik een bril. Mijn ouders betaalden wel bij voor het montuur want anders had ik een zogenaamd “fondsbrilletje” gekregen van licht materiaal. Dat stigmatiseerde je als kind van arme ouders. Tegenwoordig zou je er heel aardig mee voor de dag kunnen komen, overigens.
Zes jaar lang voltrok zich hetzelfde patroon. In de lente kon ik niet meer lezen wat er op het schoolbord stond en dan volgde de gang naar dr. Schuurmans voor sterkere glazen.
Zo was het dus geregeld halverwege de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen het nationaal inkomen van Nederland € 14. 504.000.000 bedroeg en niet ruim € 433 miljard zoals nu. Iedereen vond dat heel normaal. Niemand zei dat de bomen nu eenmaal niet tot de hemel groeiden. Een bril uit het ziekenfonds was net zo normaal en vanzelfsprekend als door de gemeente georganiseerde zwemles voor alle kinderen.
Dat met die brillen is dan ook gemakkelijk oplosbaar. Zeker als je bedenkt hoeveel maatschappelijke kosten tienduizenden kinderen met zich mee brengen die niet goed genoeg kunnen zien om zich te ontplooien. Daar hoef je niet eerst een ouwehoercircus over op te tuigen.
Maar wat wil je met een minister die ziende blind en horende doof is.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin, zeker nu de laatste putten toch niet dicht blijken. Tevens noem ik de PVV een extreemrechtse partij.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: oude rechten en nieuwe dictators.