De bourgeoisie schaamt zich het liefst in eigen kring
De inmiddels beroemde tentoonstelling over de slavernij in het Amsterdamse Rijksmuseum is alleen toegankelijk voor de betere standen. Een entreebewijs voor een volwassene kost twintig euro, houders van een CJP paspoort betalen tien euro. Omdat kinderen tot hun achttiende gratis binnenkomen kunnen vader en moeder de entree beperkt houden tot veertig euro. Dat is toch een heel bedrag voor gewone mensen met een beperkt inkomen. Als je op het minimum zit, moet je daar een week van eten.
Voor zulke mensen blijft de expositie met gouden deuren gesloten. Niet dat ze nog veel kans maken binnen te komen: alle plekken tot de laatste dag – 28 augustus – zijn uitverkocht. O ja, wie een VIP kaart heeft van de BankGiro loterij mag ook voor niks naar binnen evenals houders van de Museumjaarkaart.
De hoge toegangsprijs houdt het gepeupel buiten. Het doet allemaal denken aan het dagbladzegel, een soort accijns waarmee men in Nederland tot 1870 kranten en nieuwsbladen duur hield omdat de gewone man van deze lectuur toch maar opstandig zou worden. Aanvankelijk was het ook absoluut niet de bedoeling dat Multatuli’s Max Havelaar in een al te goedkope editie op de markt werd gebracht. En het lidmaatschap van Artis en de Diergaarde Rotterdam was zo duur dat Jan met de Pet en zijn gezin daar echt niet binnen kwamen. Wat daar vertoond werd, was voor hun ogen niet bestemd. De verworpenen der aarde zijn nu eenmaal als vliegen in de soep.
De tentoonstelling schijnt heel erg ontmaskerend te zijn wat het zelfbeeld van Nederland als vrije en tolerante natie betreft met een schitterend verleden, maar tegelijkertijd is er – onbewust mogen wij hopen – zorg voor gedragen dat alleen leden van de middenklasse zich een bezoek kunnen veroorloven. Dat zijn de hedendaagse opvolgers van de standen die in de achttiende en de negentiende eeuw wel eens een paar aandeeltjes in een plantage kochten. De asielzoekers, de ongedocumenteerden, de slachtoffers van het toeslagenschandaal, de gezinnen in de schuldsanering, de werklozen, zij worden door de hoogte van de toegangsprijs geweerd. De mensen die zich uit eigen ervaring het best kunnen voorstellen wat het betekent om door anderen geleefd te worden en om je vierentwintig uur per dag te richten naar de wensen van anderen, die komen niet binnen op die tentoonstelling over de slavernij. De bourgeoisie schaamt zich liever in eigen kring.
Alle musea en tentoonstellingen van het Smithsonian Institute in de Verenigde Staten zijn gratis toegankelijk. Daaronder ook het National Museum of African and American Culture. Het vindt dat dit zo hoort omdat het een overheidsinstelling is. Zoiets als een Rijksmuseum dus.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.