Maatregelen om de kosten drastisch terug te dringen zijn noodzakelijk om zorgstelsel te behouden
In het Financieel Dagblad van 13 oktober werd door Thieu Vaessen gesteld dat de medicijnprijzen in Nederland eerder te laag zijn dan te hoog. De vraag die bij ons opkomt is: te laag voor wie? Vaessen heeft gelijk dat achter de hoge medicijnprijzen een complexe werkelijkheid ligt. De totstandkoming van medicijnprijzen is gehuld in een mistig onderhandelingsproces waarbij de overheid, farmaceuten, ziekenhuizen en adviesorganen betrokken zijn, soms ook nog in internationaal verband. De uitkomsten van dit proces zijn niet inzichtelijk. Er wordt niet over gecommuniceerd vanwege een geheimhoudingsclausule tussen minister en farmaceuten.
Openheid De bedragen die Vaessen omschrijft in zijn artikel met betrekking tot de ontwikkelkosten van medicijnen, zijn onmogelijk te controleren. Een bedrag van 2 miljard USD voor het ontwikkelen van een medicijn tegen taaislijmziekte is onmogelijk te verifiëren zonder transparantie in de prijsopbouw en openheid van de farmaceut. Bovendien suggereert Vaessen dat de volledige investeringen op de schouders van private investeerders rusten. Dit is onjuist. Van de 214 miljard USD die in 2009 is geïnvesteerd in hoge inkomenslanden was 60% van de R&D-investeringen in de gezondheidszorg afkomstig van het bedrijfsleven en 30% van de publieke sector.
De Amerikaanse vereniging voor taaislijmziekte investeerde 150 miljoen USD in onderzoek naar een geneesmiddel zonder voorwaarden te stellen aan de toegankelijkheid van het medicijn. Hierdoor is de bizarre situatie ontstaan dat een patiëntenorganisatie met haar investeringen heeft bijgedragen aan een medicijn dat door de hoge kosten niet beschikbaar is voor haar eigen achterban. Minister voor medische zorg, Bruno Bruins, erkent de omvang van publieke investeringen in geneesmiddelen met een nieuw werkingsmechanisme. “Vooral voor deze echt innovatieve geneesmiddelen, waaronder weesgeneesmiddelen, lijkt publiek gefinancierd onderzoek van groot belang.” Publieke investeringen blijven dus nodig, maar laten we daar dan voorwaarden aan verbinden die toegankelijkheid vergroten, bijvoorbeeld door het eisen van een eerlijke prijs.
Toegankelijkheid Voor de groeiende groep kankerpatiënten vormen de stijgende prijzen van nieuwe medicijnen een bedreiging. Terwijl tussen 2005 en 2014 het aantal nieuwe kankerpatiënten met 30% steeg, namen de kosten van alle kankergeneesmiddelen in dezelfde periode met bijna 100% toe. Dit werd toegeschreven aan het groeiende aandeel van dure geneesmiddelen. De Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding maakt zich dan ook zorgen over de toegankelijkheid van dure kankermedicijnen in de nabije toekomst.
Opeenvolgende ministers van Volksgezondheid nemen steeds meer maatregelen om de sterke stijging in onze zorguitgaven te beteugelen. Zo is met de ziekenhuizen afgesproken dat per jaar, de kosten van de ziekenhuiszorg in totaal niet meer dan 1,6% mogen stijgen. Maar alleen al de uitgaven aan dure medicijnen in ziekenhuizen stijgen met ongeveer 6,7% per jaar . Dit betekent dat de beperkte groeiruimte van de ziekenhuizen voor een onevenredig groot deel opgaat aan uitgaven voor dure geneesmiddelen. Voor andere uitgaven in het ziekenhuis – diagnostiek, operaties, bestralingen en andere therapieën – is daardoor minder ruimte. Dat heeft tot gevolg dat ziekenhuizen pijnlijke keuzes moeten maken: óf zij onthouden patiënten hun dure medicatie, óf zij ontzeggen andere patiënten hun zorg om financiële ruimte te creëren voor de behandeling met het dure medicijn. In beide gevallen krijgen patiënten niet de optimale zorg waar zij recht op hebben.
Maatregelen om deze kosten drastisch terug te dringen zijn daarmee niet alleen noodzakelijk om de toegankelijkheid van medicijnen te behouden, maar tevens om ons zorgstelsel te waarborgen. Het ontwikkelen van een medicijn met een bewezen toegevoegde therapeutische waarde dat vervolgens niet toegankelijk is, is een medische doodzonde. Dat medicijnprijzen als te laag worden beschouwd, zoals de heer Vaessen stelt, lijkt daarmee vooral een probleem voor aandeelhouders, niet voor patiënten.
Buis schreef dit stuk samen met Ella Weggen, eveneens pleitbezorger mondiale gezondheid bij Wemos