Het sociaal contract van onze samenleving moet drastisch herschreven worden
Het is maar een kleine stap van de vaststelling dat een bos uit bomen bestaat, naar de verzuchting dat men door de bomen het bos niet meer ziet. En zich daarom liever concentreert op de zwam op de bast van één boom dan op de toestand van het hele bos. Zo houden we de wereld overzichtelijk en worden we niet teveel uit onze comfort zone getrokken.
Vandaag doen we Griekenland, morgen misschien de euro, het klimaat dat was echt eergisteren en de rellen in Engeland zijn niet meer dan een incident van weken geleden. Niet alleen knippen we de complexe werkelijkheid graag op in hapbare brokken, wij maken die brokken ook licht verteerbaar. Dus de oplossingen zijn doorgaans vrij eenduidig. Geen cent naar de Grieken; een neuro en een zeuro; het klimaatprobleem bestaat niet en Engels tuig hoort gewoon achter de tralies. Zo, dat was dat, doe mij nog maar een prosecco.
Wij zouden het onszelf niet zo makkelijk moeten maken. Want alleen als we er in slagen oorzaken bloot te leggen en verbanden te zien, zullen we in staat zijn ook duurzame oplossingen aan te dragen.
Zo’n dertig jaar geleden is, onder leiding van Thatcher en Reagan, het sociale contract herschreven waar de Westerse samenlevingen na de Tweede Wereldoorlog op gebouwd zijn. Het had iets van een ‘umkehrung aller Werte’: sociale ongelijkheid werd van probleem ineens oplossing; kapitaal moest niet langer beteugeld worden, maar vrij spel krijgen, de collectiviteit was niet langer een vorm van bevrijding van armoede, achterlijkheid en gebrek, maar juist van knechting van vrije mensen. Deze conservatieve revolutie was een logische reactie op het vastlopen van een maatschappelijk model dat niet in staat bleek de grote veranderingen in de economische wereldorde op te vangen. En het werkte. De economie kreeg een belangrijke impuls, bezitsvorming in de middenklasse werd bevorderd en de persoonlijke vrijheid nam sterk toe.
Maar ieder sociaal contract raakt vroeg of laat uitgewerkt en zal, indien niet herzien, ontsporen. Wie went aan de gedachte dat geld alles is, zal uiteindelijk ook geloven dat alles is geoorloofd om het te vergaren. Grote graaiers doen dat op grote schaal, met bonussen en winstregelingen. Kleine graaiers op kleine, met uitkeringsfraude of gewoon, met een baksteen door de ruit van de elektronicazaak. En als de grote graaiers vervolgens met miljarden belastinggeld uit de brand worden geholpen, terwijl de kleine graaiers achter de tralies verdwijnen, nestelt wantrouwen zich als betonrot in de samenleving. Want de politiek is er kennelijk om grote dieven te belonen en kleine te straffen. Dan is sociale ongelijkheid weer een levensgroot probleem en zeker geen oplossing.
De immigratie heeft dat probleem vergroot. Bij de mensen die zich niet meer thuis voelen in wijken die zij van kleur hebben zien veranderen even goed als bij de nieuwkomers en hun kinderen. Beide groepen zien niet alleen dat ze minder hébben, ze voelen ook dat ze in de ogen van anderen minder zíjn, hetzij omdat zij niet gehoord worden, hetzij omdat zij gewantrouwd worden vanwege afkomst of religie. De combinatie van minder hebben en minder zijn is dodelijk voor het vertrouwen in de samenleving. Het voedt een rancune die, tragisch genoeg, juist de twee groepen tegen elkaar opzet die hierdoor het hardst getroffen worden.
Een duurzame oplossing gaat niet zonder herziening van ons sociaal contract. En dan niet in de marge, maar in de kern, net als dertig jaar geleden. Sociale ongelijkheid is geen bron van dynamiek, maar ondergraaft de fundamenten van de samenleving. Dus moet die ongelijkheid worden verkleind, waarbij met name het absurde verschil tussen midden- en topinkomens aangepakt moet worden. Kapitaal dient beteugeld en dat kan alleen op mondiale schaal. Daarvoor zijn nieuwe spelregels nodig op Europees en mondiaal niveau, nationale soevereiniteit is daar gewoon niet effectief genoeg. Een wereldwijde belasting op financiële transacties is een goede eerste stap.
Zeker modern links zal zich moeten bevrijden van de valse tegenstelling tussen individualisme en collectiviteit, die bovendien progressieve krachten verdeelt en er dus aan bijdraagt dat rechts heerst. Het individu kan in onze samenleving alleen blijvend tot volle wasdom komen als de gemeenschap herkenbaar is en betrouwbare collectieve arrangementen heeft, waar men bij noodzaak op kan rekenen. Het zal razend ingewikkeld zijn deze collectiviteit in ere te herstellen, terwijl tegelijkertijd de staatsfinanciën op orde moeten worden gebracht. Want zonder gezonde staatshuishouding is de verzorgingsstaat ten dode opgeschreven, hetgeen helaas door links te vaak is miskend.
Maar juist omdat het zo ingewikkeld is, zouden wij het als een prachtige uitdaging kunnen zien. De gezapigheid regeert, ook in Nederland: de coalitiepartijen hebben zich vastgelegd op voortzetting van het Thatcherrecept, en op links, komt men helaas vaak niet verder dan vandaag verdedigen wat morgen verloren gaat, zonder een wenkend perspectief te bieden voor overmorgen. Ons startpunt zou dat van Tancredi uit De Tijgerkat kunnen zijn: als we willen dat alles hetzelfde blijft, zal alles moeten veranderen.