Een korte geschiedenis van Suriname en Nederland op deze veertigste onafhankelijkheidsdag
Voor Suriname is het nu alles behalve een makkelijke tijd. De sociale media staan vol met verhalen over corruptie, ontslagen, prijsverhogingen en de devaluatie van de SRD. De discussie of 25 november valt te vieren laat ik daarom in het midden maar ondanks al die ‘djugu djugu’ is 40 jaar onafhankelijkheid een mijlpaal. Tijd voor een bezinnende terugblik.
Het Suriname waarin ik ben opgegroeid heeft namelijk niet alleen de basis gelegd voor de persoon die ik ben. Het land, de mensen, het eten en de politiek hebben mij gevormd op een manier die ik nu pas lijk te begrijpen. Toen mijn ouders, Surinamers in hart en nieren, ervoor kozen terug te gaan in de jaren 60 was het land nog een kolonie. In het dorp Wageningen, een project van Nederland om rijst te verbouwen, waren wij een van de eerste Surinaamse stafgezinnen. Daar kwam langzaam maar zeker verandering in.
In 15 jaar tijd, rond de periode dat Suriname onafhankelijk werd, was de hele staf van Stichting Machinale Landbouw (SML) Surinaams. Opgroeien in Wageningen was geweldig. Iedereen kende elkaar, de school was om de hoek, sporten nagenoeg gratis en dankzij mijn moeder – die als vrijwilligster de lokale bibliotheek runde – lazen we van Donald Duck tot en met Gerrit Barron en van Anne Frank tot en met Bea Vianen.
De republiek Suriname Zo jong als ik was herinner ik me nog de energie van de dagen voor de onafhankelijkheid. Surinamers waren niet te geloven trots. Ik herinner me nog een man die een telefoon in zijn hand had met de tekst: “Weet met wie je spreekt, ik ben Surinamer!” Dat gezicht, die uitdrukking, laten me nu nog lachen.
De muziek van Lieve Hugo, het nummer ‘Srefidensi’, was dagelijks meerdere keren op elk radiostation te horen. Het ‘Wie na wie na, Wie na famiri man’ gevoel leefde! Ik was zelf niet aanwezig maar de kleurige foto’s en beelden van die vlag, gevormd door Surinamers op het Onafhankelijkheidsplein, was het mooiste wat ik tot dan toe ooit had gezien.
De coupe van ’80 Nog geen vijf jaar later toen ik op de MULO school zat kwam de coupe. In eerste instantie leek het allemaal wel mee te vallen. Uiteraard waren de meningen verdeeld, maar als ik me goed herinner hadden de militairen best wel steun, ook was er een groep die het totaal niet zag zitten. Er was in ieder geval geen bloed vergoten, dus het zou wel goed komen. Twee jaar later drong de harde realiteit door. Mijn 8 december ervaring kun je lezen in Kon Hesi Baka.
De jaren 80 waren tof behalve de avondklok en angst werd de Surinaamse munteenheid losgekoppeld van de US Dollar. Dat was meer dan een devaluatie die leidde tot schaarste aan basisbehoeften zoals brood met als gevolg, opstanden.
Geen Brood, geen school Ik weet niet waar ik banger voor was: de militairen of dat ik mijn eindexamen niet zou halen, maar in het laatste jaar van de AMS heb ik meegelopen in de ‘Geen brood geen school acties’. Wekenlang hebben de scholen de deuren gesloten. Het ergste wat ik me kan herinneren uit die tijd vond plaats in hartje Paramaribo. Er waren rellen gaande maar gelukkig had ik samen met stuk of tien anderen veilig plek gevonden achter de traliën van boekenwinkel Vaco.
Ik weet niet eens goed wat er aan de hand was maar er kwam een militair op ons af om een vrouw in haar gezicht te klappen. Die mevrouw stond niet ver bij ons vandaan. Hij stak zijn had door de traliën heen om haar een paar keer raak te klappen met een Uzi op de heup. Ik zag hoe ze haar tranen inhield en zich trots staande hield. Iedereen was stil. Toen hij weg was en de rellen voorbij waren, ging iedereen zijn eigen weg.
Gelukkig was ik geslaagd en mocht ik naar Nederland om te studeren. Ondanks het feit dat ik het jammer vond dat ik niet kon stemmen bij de opkomende verkiezingen keek ik uit naar een nieuw leven, een nieuwe omgeving, een nieuwe start.
Het Koninkrijk der Nederlanden
Zonder dat ik me er echt van bewust was ging ik als kind van een voormalige kolonie, een voormalige republiek en dictatuur naar een koninkrijk met een meerdere partijen democratisch stelsel. Waar je in Suriname op je woorden moest letten, je vooral niet te duidelijk moest uitspreken om problemen te voorkomen, was democratie in het koninkrijk anders.
Als je niet duidelijk was kon er over je heen worden gelopen. Het grote verschil was natuurlijk wel dat in Suriname de politiek langs ethische lijnen liep, maar voor de rest kwam het op hetzelfde neer. Surinamers leenden zich in Nederland bijna elke elke verkiezing weer om etnische stemmen te trekken om vervolgens te worden overgeslagen wanneer het op posities aankomt.
Wat ik totaal niet snapte is dat vrouwen boeken kochten van Pim Fortuyn die de vraag van een journaliste beantwoordde met: “Vrouw ga toch koken.” Dat Nederland die opmerking grappig vond ging er bij mij absoluut niet in. Hoewel ik best goed aardde in het koninkrijk voelde ik mij verloren als het om vrouwen (gender)issues, Suriname en racisme ging.
Zo stond Nederland te springen om Indonesië ontwikkelingshulp te bieden ondanks dat het land duidelijk had gemaakt geen interesse te hebben, maar de hulp aan Suriname was stopgezet. Hierover en over de Surinaamse historie heb ik discussies gehad maar ik sprak voor dovemansoren.
The United States of America Het lot wilde dat ik na bijna 14 jaar Nederland, van een Koninkrijk in een democratie met een tweepartijenstelsel belandde. Nu ik terug kijk besef ik, dat ik dankzij mijn Surinaamse ervaring, een democratie opnieuw heb leren waarderen.
Politiek is denk ik in de basis bijna overal hetzelfde. Je moet hoe dan ook coalities vormen om iets gedaan te krijgen. Met verschillende invalshoeken, culturen en religies is dat moeilijk genoeg maar als ik een ding heb geleerd is het dat verkiezingen winnen, met of zonder fraude, om te beginnen niet gemakkelijk is. Ik prijs me gelukkig dat ik de historische verkiezingsstrijd van Bush en Obama van dichtbij heb kunnen volgen.
In Suriname beginnen we naar Nederlands model heel snel een eigen partij als we het niet eens zijn met elkaar, maar het levert alleen versplinterde partijen op die niks gedaan krijgen. Het grote verschil met de democratie in Amerika zit hem denk ik niet eens in het aantal partijen, maar in het feit, dat geen onderwerp, hoe moeilijk ook, onbesproken blijft en dat politici ongeacht positie, hier niet ontzien worden. Waar de politicus in Nederland en Suriname op een subtiele manier niet aangesproken mag worden op onverantwoordelijk gedrag buiten het parlementaire werk om, kan in Amerika zelfs de president worden aangeklaagd. Elke politicus houdt hier rekening mee dat elk schandaal je jouw politieke carrière kan kosten en dan gedraag je je anders.
Dan is het verwerken van een verleden waar je liever niet over wil praten, maar die je tot in de lengte van dagen zal achtervolgen. Waar je in Amerika ten minste de documentaire ‘Slavery and the Making of America’ hebt, lijkt het alsof Nederland elke verantwoordelijkheid jegens de slavernij ontkent. De huidige generatie zou er niks mee te maken hebben en het is allemaal te lang geleden.
Deze mentaliteit heeft niet alleen zware gevolgen voor het beleid voor ons als voormalige kolonie. Het hakt zelfs toe in de hedendaagse maatschappij waar racisme nauwelijks bespreekbaar is. Het feit dat Zwarte Piet nog een heet hangijzer is, spreekt boekdelen.
De Decembermoorden Hoewel de Decembermoorden nog recentelijk vers maar van een ander kaliber zijn, weten we in Suriname ook niet goed hoe we met dit moeilijk te verwerken deel van onze geschiedenis moeten omgaan. Ondanks het feit dat we jarenlang roepen dat Bouterse een moordenaar is, hebben wij hem nooit kunnen berechten. In eerste instantie leek het een meerderheid die de voormalige sergeant-majoor in alle opzichten negeerde of tegenwerkte.
Toch heeft hij het voor elkaar gekregen tot twee keer toe de verkiezingen te winnen en zelfs amnestie door een gepolariseerde regering te krijgen. Je kunt je afvragen: hoe dan? De antwoorden heb ik niet. Wat ik wel zeker weet is dat wij als Surinamers hebben gefaald als je de toestand van nu bekijkt.
De Amerikaanse democratie is verre van perfect maar als we van een ding kunnen leren, is het hoe republikeinen en democraten die qua moraal lijnrecht tegenover elkaar staan, met elkaar dealen. Ze gaan elkaar niet uit de weg. Daarnaast worden de meest opzienbarende issues vanuit soms hersenverschrompelende invalshoek besproken maar dat is de essentie van een democratie. Waarom zou je anders dealen met mensen met wie je geen greintje gemeen hebt?
Ik ga mensen die tegen moslims, gays, christenen, hindus, joden, wit of zwart zijn uit de weg. Ik observeer, discussieer en breng mijn stem uit, maar ook dat is niet voldoende, zoals president Obama zegt: democratie is geen schouwspel, je wordt geacht actief deel te nemen.
Ik ben me er bewust van dat praatjes geen gaatjes vullen maar hopelijk kan ik met dit stuk wel een kleine bijdrage leveren door het bezinningsgevoel wat Srefidensie bij mij teweegbrengt te delen.
Dus Happy Srefidensie, waar je ook bent als Surinamer, wie je ook bent, welk geloof je ook aanhangt, of je kroeshaar hebt of niet, ik draag jou een warm hart toe in de hoop dat we met z’n allen, in en buiten Suriname kunnen bijdragen aan een succesvoller betere republiek. Soso Lobi!