De knapste koppen uit Iran moeten weg. Gaat het alleen om economische sancties of is het ook discriminerend?
De Iraanse gemeenschap in Nederland is verontrust door zeer beperkende maatregelen inzake aanvragen van verblijfsvergunning, studievisa en mogelijk zelfs familiebezoek gerelateerde visumaanvragen.
De Raad van de Europese Unie heeft op 23 maart jl. een verordening vastgesteld over beperkende maatregelen ten aanzien van Iran. De IND beziet op dit moment de mogelijke gevolgen hiervan voor vreemdelingen afkomstig uit Iran. De aanvragen t.b.v. Iraniërs kunnen derhalve niet in behandeling worden genomen. Deze moeten vooralsnog worden aangehouden.
Dit heeft grote gevolgen: Alle MVV [Machtiging Voorlopig Verblijf] / visum en/of verblijfsvergunning-aanvragen voor onze Iraniërs vinden dus geen doorgang. Hun komst naar Nederland of hun verblijfsrecht hier (bijv. als ze hier al zijn, maar wachten op hun verblijfsvergunning) is dus momenteel uitgesloten.
Zover dat op korte termijn kan worden beoordeeld, blijkt de verordening van de Raad echter geen eenduidige richtlijn te bevatten over dergelijke aanvragen en vergunningen. Het is niet duidelijk of het veeleer gaat om een discriminerende interpretatie aan Nederlandse kant of dat het een algemene regeling betreft. Het woord VISA komt in ieder geval niet voor in het document. Het gaat vooral om economische sancties.
Studenten en net afgestudeerden worden het hardst getroffen, meestal Master-studenten die op eigen kosten hier studeren. Het gaat niet zelden om de knapste koppen uit Iran, bijzondere mensen die proefschriften schrijven voor uiteenlopende disciplines zoals internationaal recht, toegepaste natuurkunde, management enzovoort. Hun talent en doorzettingsvermogen wordt gewaardeerd door Nederlandse universiteiten, academici en werkgevers; samen met andere internationale studenten dragen zij een wezenlijke bijdrage aan de Nederlandse kenniseconomie.
Iran is één van de landen met de hoogste braindrain in de wereld. Vooral Europa, Canada en de V.S. profiteren van deze mensen. De studenten komen niet alleen voor kennis en opleiding naar Nederland, maar ook voor de Westerse cultuur, die zij hoog achten. In Delft gaat het om enkele honderden individuen. Hoe slecht internationale relaties ook mogen zijn, de Nederlandse deur moet open blijven staan voor uitwisseling van goede bedoelingen. Kennis en cultuur zijn dat bij uitstek.
We weten allemaal dat er complexe politieke problemen zijn in en met de Islamitische Republiek, maar door welwillende, vaak liberale, studenten het leven onmogelijk te maken in landen zoals Nederland worden de spanningen slechts verergerd. Zij zijn een belangrijke brug tussen Iran en de Westerse wereld, hebben ons veel te bieden en kunnen hier ook heel veel leren. Het gaat niet om gevoelig onderzoek naar kernenergie of dergelijke, maar bijna altijd om ‘gewone’ studies als bouwkunde, mediawetenschappen, etc. Bovendien heeft de Nederlandse rechter al in 2010 bepaald dat Iraanse studenten niet geweerd mogen worden van studies op grond van hun nationaliteit. Nu worden niet alleen enkele natuurkundigen geraakt, maar álle studenten, ook bijvoorbeeld theaterwetenschappers of kunstenaars.
In de Gouden Eeuw, de periode waar vandaag de dag zo vaak op wordt gehamerd, kende de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een spectaculaire groei van internationale studenten. Het past bij een bloeiende en open samenleving gastvrij te zijn en buitenlandse intellectuelen te beschermen. Vooral zij die leven in donkere tijden. Wanneer Nederland nu de grenzen sluit voor Iraanse kennismigranten die hulp nodig hebben, dan verloochent zij de waarden die in dit deel van de wereld voorheen, en met name sinds de Tweede Wereldoorlog, worden gekoesterd.
P.S 25/06/2012:
De berichten die in het Joop artikel geciteerd zijn zijn afkomstig van twee berichten, een van de Universiteit van Groningen en de ander van Nijmegen. Het gaat om informatie die de IND heeft gegeven aan de universiteiten die vervolgens weer de studenten hebben geïnformeerd.