Wat je meemaakt als LHBTI’er kan soms schrikbarend zijn, maar ook heel subtiel
Deze week is het Pride Week. Pride, dat is iets wat ik elke dag van het jaar probeer te zijn. Mijn laptop zit vol met LHBTIQA-gerelateerde stickers en aangezien ik het mededeel aan iedereen die ik ontmoet, steek ik het ook niet onder stoelen of banken. Jezelf zijn is belangrijk en er zijn vele momenten in mijn leven dat ik dat niet durfde. Het is belangrijk voor me om aan mezelf te bewijzen dat dat niet hoeft en elke dag te laten zien hoeveel sterker ik ben.
Maar dat dat soms moeilijk is, is lastig te begrijpen als je geen LHBTI’er bent. Een van de dingen waar ik de laatste tijd moeite mee heb is taalgebruik. Geliefden om me heen schelden nog steeds met “gay”. Een aanduiding van iets slechts of dat iemand dom bezig is, het is een breed gebruikt woord . Het voelt als een kleine klacht vergeleken met alle verschrikkelijke zaken in de wereld, maar vandaag vraag ik je aandacht hiervoor. Het zorgt namelijk, zelfs als je het niet zo bedoelt, voor schaamte.
Wat je meemaakt als LHBTI’er kan soms schrikbarend zijn, maar ook heel subtiel. Geweld naar LHBTI’ers zal bijna iedereen in Nederland afkeuren. Maar er zijn nog steeds veel plekken waar je je als LHBTI’er onveilig voelt en dat is juist ook door veel subtielere vormen van discriminatie.
Zelf ben ik ook aseksueel. Ik voel me niet seksueel aangetrokken tot mensen. Met name wanneer mensen op internet ontdekken dat ik een vrouw ben, vinden sommigen het een vrijbrief om me te vertellen dat ze me wel beter kunnen maken. Ik moet gewoon een keer goede seks hebben.
Ik ben bang om naar de psycholoog te gaan. Ik heb verhalen gelezen van psychologen die iemand behandelen voor depressiviteit, je hievan niet als genezen kunnen beschouwen totdat je ook een libido hebt, zin hebt in seks. Er wordt indirect gezegd: zolang je aseksueel bent, ben je nog mentaal ziek. Er is me ook verteld dat ik niet zo moeilijk moet doen over een psycholoog die me van mijn aseksualiteit wil afhelpen, want die heeft alleen maar goede bedoelingen. Maar laat me duidelijk zijn: dit is een vorm van conversion therapy (homogenezing).
Er is mij verteld door mensen van mijn eigen community dat ik niet tot de groep LHBTI’er hoor omdat ik een “hetero relatie” heb. Ik heb op dit moment namelijk een vriend. Ik zie er hetero uit, wat zeker een privilege is, maar mijn identiteit absoluut niet minder maakt. En aseksualiteit zou me ook niet kwalificeren, want ik heb gewoon geen zin in seks.
Een ex heeft me ooit verteld dat het mijn schuld is dat hij qua seks niets weet van hoe vrouwen werken, want mijn aseksualiteit maakte alles moeilijker en anders. Hij heeft me ook verteld dat ik niet goed ben in seks omdat ik aseksueel ben. De realiteit was dat we allebei weinig ervaring met seks hadden en het nog aan het uitzoeken waren.
LHBTI’ers krijgen een hoop naar hun hoofd geslingerd dat een stuk subtieler is dan de gewelddadige verhalen in het nieuws. En deze verhalen verdienen absoluut ook aandacht, dat moet ook stoppen. Maar ik hoop dat iedere lezer deze subtielere vormen ziet die iemands leven moeilijker kunnen maken. Niet omdat ik mezelf zo zielig vindt, maar vanwege een boodschap.
Er zijn veel mensen in de wereld die je als LHBTI’er beschaamd willen laten voelen. Daarom wanneer je iemand kent die deel is van de LHBTI community, geef ze een veilige plek bij jou. Er zijn namelijk al genoeg onveilige plekken op de wereld. Stop dus met woordgebruik dat hen zich beschaamd kan laten voelen, zelfs al bedoel je het niet zo. Stop met gay als scheldwoord.