© cc-foto: dpham
Hoewel ik oordelen over medemensen liever aan God overlaat, zie ik mij voor de tweede keer genoodzaakt een column over D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma te schrijven. Ik kom woorden tekort om te beschrijven hoe erg ik het politieke optreden van Sjoerdsma vind. Tegelijkertijd voelt ieder woord dat ik over hem noteer als één teveel, maar dat is geen argument: Sjoerdsma is een van de honderdvijftig mensen die de koers van dit land bepalen, we moeten hem serieus nemen.
Deze week bezocht Sjoerd met een plukje andere Nederlandse parlementariërs het kantoor van Zelensky in Kiev. Op de foto die genomen werd grijnst hij breed, in schril contrast met de mensen naast hem. Toen ik de foto zag, schaamde ik me net zo erg om Nederlander te zijn als die keer in een kroeg in de Algarve. Tussen vriendelijke, melancholische Portugezen keken we in alle rust Nederland-Portugal, tot een andere Hollander keihard de naam van de oranje-spits begon te scanderen.
Precies zo'n lompe boer is Sjoerd. Op Twitter gilt hij onophoudelijk om wapentuig voor Oekraïne, zodat meer mensen zich dood kunnen vechten voor vrijheid. Sjoerd is dol op vrijheid, maar lijkt het verschil tussen de negatieve (vrij van) en de positieve (vrij om) variant niet te kennen. Je kunt vrij zijn van de Russen, maar niet meer vrij zijn om je vader te knuffelen. Zoiets is te ingewikkeld voor de gemiddelde Hollander in zijn brulshirt, en dus ook voor onze D66-Churchill.
Jazeker, Sjoerd Sjoerdsma beschouwt zichzelf heimelijk als de Winston Churchill van zijn partij. ‘Ik heb ons vaderland gediend in Afghanistan en de Palestijnse gebieden. U?’, antwoordt hij een criticaster op Twitter. Dat hij er diplomaat in plaats van soldaat was, mag zijn jongensboek niet bederven. In hemelsnaam: welke papieren tijger stopt de D66-Churchill? Laat mij het zijn, deel deze column zoveel mogelijk.
cc-foto: dpham