Thierry Baudet over de vluchtelingenstroom in Zuid-Europa ... Vrijdag documentaire 'Leve Europa!' op NPO2, nu debat op Joop
Om het vluchtelingenprobleem in Zuid-Europa nader te verkennen, stuurde de VARA vorige week een aantal jonge opiniemakers naar Sicilië. Het reisgezelschap verbleef van 14 tot 17 mei in Catania, aan de oostkant van het eiland, bezocht havenstad Pozzallo en opvangcentra nabij Mineo, en sprak met politici, hulpverleners, plaatselijke bewoners en natuurlijk met vluchtelingen. Twee van de reizigers, Thierry Baudet en Myrthe Hilkens, trokken zeer verschillende conclusies uit hetgeen ze hebben gezien. Hierbij de visie van Thierry. De reactie van Myrthe volgt later.
De migratiestroom van Noord-Afrika naar Zuid-Europa is de afgelopen jaren geëxplodeerd. In 2014 kwamen alleen al naar Italië meer dan 170.000 illegale bootreizigers. In totaal vroegen dat jaar 626.000 mensen asiel aan in Europa (vergeleken met 200.000 in 2006).
Lang niet allemaal komen deze reizigers uit oorlogsgebied. Ik sprak jongens die uit Fayoum in Egypte kwamen en die met een groepje naar Europa waren vertrokken – om samen geld te gaan verdienen voor hun families. Ik sprak iemand die via Ivoorkust, Mali, Senegal en Gambia uiteindelijk een paar jaar in Libië als gastarbeider had gewerkt, in de gevangenis terecht kwam, en toen – eenmaal weer vrij – besloot de zee over te steken. Ik ontmoette zelfs mensen uit Bangladesh die jarenlang in Noord-Afrika werkzaam waren geweest maar nu op zoek gingen naar ander werk.
Kortom, er is geen sprake van een duidelijk afgebakende groep slachtoffers of vluchtelingen, er is sprake van een mondiale migratiestroom die zich richting Europa heeft gewend. Dat laatste wordt trouwens ook duidelijk uit het feit dat tachtig tot negentig procent van de reizigers man is – dus karavanen van mensen die huis en haard in allerlijl hebben moeten verlaten zijn het niet.
Stapt men vervolgens in Libië op een boot, dan weet men zich verzekerd van een aanzienlijke kans op succes, omdat Europese schepen en helikopters de zeeën afspeuren op zoek naar vlotjes en scheepjes. Midden op zee worden de opgespoorde opvarenden vervolgens uitgenodigd om op een Europees schip te stappen. Dan worden ze naar Italiaans vasteland gebracht. Federica Mogherini, de Europese ‘minister’ van Buitenlandse zaken, verklaarde onlangs nog dat geen van deze reizigers ‘tegen hun wil zal worden teruggestuurd’.
Hoeveel mensen er nu klaarstaan om de oversteek te maken valt onmogelijk te zeggen. Schattingen lopen uiteen van vijfhonderdduizend tot twee miljoen. Eén ding is echter zeker: de stroom is geenszins eindig in omvang. Ook de komende jaren zal structurele armoede blijven bestaan in talloze landen in Afrika en het Midden-Oosten, terwijl die regio bovendien een sterke demografische groei zal kennen. (Volgens schattingen van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank zal het aantal Afrikanen de komende vijftien jaar stijgen van één naar anderhalf miljard).
Al deze mensen hebben er op dit moment recht op dat hun asielaanvraag in behandeling wordt genomen – en daarmee hebben ze allemaal een motief om de oversteek te wagen. Zelfs al zou je uiteindelijk maar een klein gedeelte van de migranten opnemen (in Nederland ligt het toekenningspercentage overigens rond de 75%): meespelen in die loterij wil iedereen. Zo blijft een situatie in stand die noch voor Europa, noch voor de miljoenen die hierheen komen, gunstig is. In plaats van hun eigen land op te bouwen wagen ze de blinde sprong naar het noorden, waar nauwelijks werk voor ze is en nauwelijks plaats.
Om de mogelijkheid te behouden mensen op te nemen die het écht nodig hebben, en om te voorkomen dat nog meer mensen verdrinken op volle zee, moet de huidige volksverhuizing worden gestopt – en dat kan maar op één manier: door de boten tegen te houden en terug te sturen. Door te stoppen al die reizigers op zee op te pikken en naar Europa te brengen. We dienen de volgorde om te draaien: immigratie op basis van uitnodiging. Asiel op basis van een ter plaatse verkregen humanitair visum. Elk land bepaalt zelf wie het wil opnemen en op welke gronden. Dat is het enige realistische antwoord.