'Terwijl de bevolking in Syrië en het Midden-Oosten lijdt, beleeft de wapenhandel gouden tijden. En Nederland pikt graag een graantje mee'
Bashar al-Assad is arts. Waarschijnlijk heeft hij ooit de Syrische versie van de eed van Hippocrates afgelegd en beloofd mensen te genezen en niet te beschadigen. Mocht hij die eed hebben afgelegd, dan is deze inmiddels niets meer waard.
De arts Assad heeft bloed aan zijn handen. Als president van Syrië geeft hij leiding aan een land waar tussen 2011 en juli 2013 minstens 130.000 doden zijn gevallen ten gevolge van een burgeroorlog. Na juli 2013 is men gestopt met het tellen van de doden. Het werd te onoverzichtelijk. Hoeveel doden het leger van Assad ondertussen op zijn geweten heeft, weten we niet, maar we kunnen er van uitgaan dat het er heel erg veel zijn.
De wereld liet dokter Assad, die niet schroomde chemische wapens in te zetten, zijn gang gaan. De situatie was dan ook knap ingewikkeld geworden met al die strijdende partijen: het Syrische leger, het Syrische vrije leger, IS(IS), Hezbollah, Al Nusra, de Koerden en dan ook nog allerlei kleine fracties. Dit werd te moeilijk voor de zwart-witte wereldbeelden pers en politiek: wie waren hier nu nog de good guys en wie waren de bad guys ? Wie moesten we steunen en tegen wie moesten we vechten?
Het Syrische volk was in ieder geval de grote verliezer. En de wapenindustrie was de grote winnaar.
IS(IS) De wereld keek apathisch toe totdat één van de strijdende partijen zich onderscheidde met wat minder geavanceerde wapens: IS(IS) boekte overwinning op overwinning en moordde op grote schaal Yezidi’s, christenen en moslims uit tijdens enorme slachtpartijen. Maar bovenal: IS(IS) haalde onze voorpagina’s door brute onthoofdingen. Dat maakte meer indruk dan de chemische wapens van Assad.
Die onthoofdingen gingen te ver. Van alle slechterikken waren de strijders van IS vanaf nu wel de allerslechtste. Ten aanval dus tegen de barbaren van IS(IS).
Ondertussen ging Assad ongemoeid door met zijn slachting. En nog steeds. De rest van de wereld laat hem zijn gang gaan en de media en politiek lijken dit deel van de oorlog inmiddels allang vergeten.
Het Syrische volk, voorzover nog in leven, lijdt en is voor een groot deel op de vlucht geslagen. De wapenindustrie beleeft gouden tijden.
Saoedi-Arabië We strijden nu al een paar maanden tegen de barbaren in een ‘coalition of the willing’. De eerste bommen die op 7 oktober 2014 door Nederlandse vliegtuigen werden afgeworpen, werden met enige bombarie in de pers vermeld.
We strijden niet alleen tegen barbaren. Onze bondgenoot Saoedi-Arabië kan er ook wat van: mensenrechten worden volop geschonden en in augustus vorig jaar werden in dat land in drie weken tijd 23 mensen onthoofd. Dat gebeurt daar op de markt. Na de onthoofding laat men de lichamen nog even liggen. Dat heeft namelijk een groter afschrikwekkend effect. Het is ook het land waar blogger Raif Badawi na enkele voorzichtige kritische stukjes veroordeeld werd tot tien jaar gevangenisstraf, een boete van ongeveer 224 duizend euro kreeg en vooral 1000 stokslagen.
Hier en daar klinkt soms een protest. We geven ook 16.000 euro aan een mensenrechtenprogramma in Saoedi-Arabië, maar verder doen we er in Nederland niet al te moeilijk over: mensenrechten zijn belangrijk, maar handel is nog belangrijker. En dat geldt zeker ook voor Saoedi-Arabië: dat land behoort tot onze belangrijkste handelspartners. Nederland importeerde in 2012 voor 4,7 miljard euro aan goederen uit Saoedi-Arabië (vooral olie) en exporteerde voor 2,2 miljard euro.
Boycot Hoewel we goede redenen zouden kunnen hebben Saoedi-Arabië te boycotten, is alleen van het omgekeerde sprake geweest. Onze bondgenoot dreigde vorig jaar mei Nederland met een boycot vanwege de anti-islam stickers van Wilders. Hierop sloeg De Telegraaf al snel alarm en voelden enkele Marokkaanse Nederlanders zich zelfs geroepen een brief te schrijven aan de ambassadeur van Saoedi-Arabië, waarin ze verzochten toch vooral af te zien van een boycot.
Uiteindelijk viel het reuze mee met de boycot. De handel moest doorgaan.
Wapenhandel Dat geldt ook voor de wapenhandel.
Vijftien Nederlandse en negen Belgische bedrijven zullen daarom deelnemen aan de IDEX wapenbeurs in Abu Dhabi, van 22 tot 26 februari. Het is met 80.000 bezoekers één van de grootste wapenbeurzen ter wereld.
De Nederlandse bedrijven gaan niet alleen: ze worden ondersteund door de ministeries van Economische Zaken, Buitenlandse Zaken en Defensie. Dat laatste ministerie wordt zelfs vertegenwoordigd door Jeanine Hennis-Plasschaert, de VVD-minister van Defensie.
Nederland hoopt tijdens de beurs contacten te leggen waardoor meer wapens aan partijen in de Golfstaten en het Midden-Oosten verkocht kunnen worden. Nederland levert niet aan de Syrische overheid , maar wel bijvoorbeeld aan Saoedi-Arabië. Aan dat land leverde Nederland tussen 2001 en 2012 voor 25 miljoen dollar aan wapens. Maar ook aan de Arabische Emiraten (20 miljoen) en Qatar (44 miljoen) leverde Nederland wapentuig. Ze hebben in die landen niet alleen een beroerde reputatie als het gaat om mensenrechten, maar ze geven zeer waarschijnlijk ook steun aan islamistische extremistische groepen, die we op andere fronten juist weer bestrijden.
Terwijl de bevolking in Syrië en het Midden-Oosten lijdt, beleeft de wapenhandel gouden tijden. En Nederland pikt graag een graantje mee.
Aandelen of een handtekening U kunt nu met ware Hollandse koopmansgeest aandelen in de wapenindustrie kopen. Het zal geen slechte belegging zijn.
U kunt ook de actie van Stop Wapenhandel steunen die een handtekeningenactie is begonnen om Den Haag op te roepen de militaire handelsmissie te annuleren. Teken hier.