Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris het niet op zijn geweten wil hebben als onze talenten uitwijken naar het buitenland
Promovendi krijgen, als het aan het kabinet ligt, straks alleen nog maar een studiebeurs. Ik vraag me af hoe de staatssecretaris dat denkt te rijmen met de ambitie om op onderzoeksgebied toonaangevend te zijn. Ik vrees dat veelbelovende promovendi zonder behoorlijk salaris genoodzaakt zijn naar het buitenland uit te wijken, terwijl juist zij een fundamentele bijdrage aan de Nederlandse universiteiten leveren. Je hoeft geen bolleboos te zijn om te zien dat deze ‘braindrain’ funest zou zijn voor Nederland. Ik roep de bewindsman daarom met klem op een streep te zetten door deze voorgenomen bezuiniging op talent.
De Tweede Kamer debatteert vandaag met de staatssecretaris over het plan om onderwijsinstellingen meer opties te bieden om studenten te selecteren. Ook de mogelijkheden om het collegegeld te verhogen staan op de agenda, evenals het aanscherpen van de toelatingsvereisten voor aansluitende masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs. Verder bespreken we de aanbevelingen van de commissie-Veerman over de toekomstbestendigheid van het Nederlandse hogeronderwijsstelsel, en de kabinetsreactie op die aanbevelingen.
In het rapport van Veerman wordt juist gesproken over het belang van onderzoek, ook in internationale context. Daarom ben ik ook zo verbaasd dat promovendi straks moeten rondkomen van een studiebeurs, als het aan de staatssecretaris ligt. Ik dacht dat we het erover eens waren dat het hoger onderwijs snel beter moet, met meer aandacht voor studiesucces, diversiteit, uitdagen van talent, flexibiliteit en maatwerk.
Nu verdienen promovendi aan universiteiten ruim 2000 euro bruto per maand in het eerste jaar van hun onderzoek, en ruim 2600 euro in hun laatste jaar. Straks kan het gebeuren dat zij per maand moeten rondkomen van een studiebeurs van nog geen duizend euro, als ik het minimumvoorstel van de Universiteit Maastricht moet geloven. Van die kleinere beurs moeten promovendi dure huisvesting betalen, omdat ze lang niet altijd in studentenhuizen terechtkunnen. In tegenstelling tot studenten krijgen ze ook nog eens geen reisvergoeding, terwijl ze voor hun onderzoek met enige regelmaat de hort op moeten. Ondertussen bouwen ze geen pensioen op, zijn ze niet automatisch tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid, en hebben ze niet vanzelfsprekend recht op zwangerschapsverlof en vergoeding voor kinderopvang.
Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris het niet op zijn geweten wil hebben als onze talenten uitwijken naar het buitenland. Ik zie de krantenkoppen al voor me: ‘Nederlands toptalent vraagt universitair asiel aan in België’. Ik roep de bewindsman vandaag met klem op een streep te zetten door de voorgenomen bezuiniging op talent.