Stop afbraak ontwikkelingssamenwerking
• 07-12-2016
• leestijd 3 minuten
© cc-foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Het economisch tij in Nederland zit weer mee. Er worden miljarden verdeeld door de minister van Financiën, maar voor ontwikkelingssamenwerking blijven de klappen komen
Terwijl in de afgelopen vijfentwintig jaar een miljard mensen ontsnapt zijn aan extreme armoede, zijn de armste 20% van de wereld er amper op vooruit gegaan. Zonder hulp van buiten is het onwaarschijnlijk dat hier verandering in komt. Klimaatverandering treft deze mensen extra hard, vooral omdat kleinschalige landbouw minder zal opbrengen. Het aantal mensen dat gevlucht is voor geweld is in 2016 bovendien gestegen tot recordhoogte. De meesten van hen behoren ook tot de allerarmsten. Ontwikkelingshulp is niet klaar, maar is meer dan ooit nodig.
Ondertussen zijn de Westerse donoren, zoals Nederland, steeds meer met zichzelf bezig. Investeringen in de minst ontwikkelde landen nemen af, omdat hier minder zaken te doen zijn. Donoren combineren hulp liever met steun voor hun eigen bedrijven in relatief rijkere landen. Het Nederlandse bedrijfsleven krijgt een steeds groter deel van het hulpbudget, terwijl niet duidelijk is wat dit bijdraagt aan armoedebestrijding. Daarnaast wordt een steeds groter deel van het hulpbudget besteed in Nederland zelf, voor de opvang van asielzoekers. Asielopvang in Nederland moet ruimhartig, maar dit mag en hoeft niet ten koste gaan van de armsten in de wereld.
Minister Ploumen heeft zich inhoudelijk sterk gemaakt voor hulp, maar zich neergelegd bij de structurele uitholling van haar begroting. Het deel van ons nationaal inkomen dat volgend jaar naar ontwikkelingssamenwerking gaat, komt op het laagste punt sinds 1973: 0,56% van het BNP. Met de vooruitzichten op een verdere daling naar 0,44% in 2020. Ook de Adviesraad Internationale Vraagstukken heeft alarm geslagen. Dit adviesorgaan van de regering concludeert dat nu duidelijk wordt dat het niet meer gaat om een tijdelijke korting, maar dat de internationale norm definitief uit beeld dreigt te raken. Terwijl de noodzaak van hulp niet minder is geworden.
GroenLinks heeft samen met andere partijen (SGP en PvdD) een voorzichtig voorstel gedaan om de pijn te verzachten. Ons voorstel biedt een gedeeltelijke compensatie voor de extra bezuiniging van 2017. Dit wordt gedekt door een beperking van een belastingvoordeel voor expats die meer verdienen dan de Balkenendenorm. Een achterhaalde regeling die grootverdieners spekt, waar minister Dijsselbloem van Financiën aan vast blijft houden. Ondanks dat de PvdA van deze goudgerande regeling af wilde, hielpen ze het voorstel met de VVD om zeep.
In 2013 stemde GroenLinks voor het eerst tegen de begroting ontwikkelingssamenwerking. Dat was het eerste jaar dat de regering minder begrootte dan de internationale norm van 0,7%. Het excuus van de regering was toen dat bij economische tegenwind ontwikkelingssamenwerking ook (en dus meer dan gemiddeld) moest inleveren. Nu gaat het weer goed met Nederland, maar de begroting is er alleen maar beroerder aan toe.
Als klein lichtpunt heeft de Tweede Kamer mijn motie aangenomen: het hulpbudget moet in de toekomst weer groeien naar 0,7%. Dit biedt hoop voor een volgende kabinetsperiode. Maar het is niet nodig en niet solidair om eerst de hulp in 2017 verder uit te kleden. Daarom stemt GroenLinks voor de tweede keer in de geschiedenis tegen de begroting ontwikkelingssamenwerking.