Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Stolpersteinen en het geweten van Nederland

  •  
26-01-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
2864 keer bekeken
  •  
ANP-509217812

Men leest de krant, men kijkt tv, checkt een nieuwssite, maar hoeveel daadwerkelijk besef sijpelt feitelijk naar binnen?

Ze zijn inmiddels door het hele land te vinden, maar het blijft een schokkende aanblik. Het glanzend messing van versgelegde Stolpersteinen. Het maagdelijk wit zand uitgewaaierd rond een zojuist gelichte tegel, waar voor altijd besmeurde plaatsnamen als Auschwitz, Ravensbrück en Bergen-Belsen ons meedogenloos de geschiedenis in slepen.                                                                            

Die Stolpertein is een struikelsteen. Letterlijk. Bedoeld om even halt te houden, besef van onmenselijk groot leed te laten inzinken en peinzend de weg te vervolgen. ‘Hier woonde...’ en dan volgen de pijnlijke personalia.                                   Men kijkt soms op tegen moderne puien die alleen nog de plaats markeren. Die originele deuren waardoor men is weggevoerd om nooit terug te keren zijn allang verdwenen. Weeklagende vensters waarachter hartverscheurend menselijk drama plaats vond zijn vervangen door kunststof kozijnen maar de geest is op die plek altijd blijven hangen. Zelfs nieuwbouwmuren echoën het onvoorstelbaar leed.    

Een oude mannenhuis in Den Bosch waar men over een heel rijtje stenen moet stappen, de gruwelijke betekenis van stenen voor een weeshuis in Dordrecht. Het beladen ‘Scholtenhuis’ te Groningen werd misbruikt als ‘Aussenstelle van de Sicherheitsdienst’ waar de beruchte SD-beul Ernst Knorr stevig huishield. Het pand overleefde de oorlog niet en op dezelfde plaats staat vandaag de dag een prachtig hotel. Hier geen Stolpersteinen maar evenwel een plaquette in de buitenmuur die herinnert aan de afgrijselijke gebeurtenissen die hier ooit plaats vonden. ‘Hier stond ’t huis van het Nazisme, van Hakenkruis en van SS. Hier gaven zij Germaanse les in gruwelijk sadisme. Hier hebben zij, die voor de vrijheid streden, onmenselijk geleden’. Het wrikt enigszins dat in de martelkelders van toen, waar ooit de SS/SD hun slachtoffers maakten, nu een health-spa is gelocaliseerd.

Los van de nog altijd durende conflicten in het Midden-Oosten, vraagt men zich überhaupt zo nu en dan af hoe het heden ten dage is gesteld met met historisch besef van de bevolking. Men leest de krant, men kijkt tv, checkt een nieuwssite, maar hoeveel daadwerkelijk besef sijpelt feitelijk naar binnen? Beslist geen pleidooi hier voor die bedenkelijke, internationale plaag die ‘Excuuscultuur’ heet. Die hysterie die inmiddels iedere intelligente discussie in een stalen houdgreep heeft en alle redelijkheid verstikt. Wél een oproep tot zelfonderzoek en rustig beraad-met-eigen-gedachten. Contemplatie, het domein waar eigen waarheid en die van de wereld om ons heen wordt gewikt en gemiddeld.

Wie heeft eigenlijk de ‘hele Lou de Jong’ nog in de kast staan en heeft dat hele oeuvre daadwerkelijk gelezen (én als zinvol ervaren)? Ook die vraag dient zich aan bij het zien van een interview dat Ischa Meijer ooit voerde met de historicus. De Jong, die zich ‘De Tweede Wereldoorlog’ tot levenswerk maakte en zo het Nationaal oorlogstrauma boekstaafde. Zijn nalatenschap, een kruising tussen een encyclopedie en een geschiedkundige beschrijving van die vijf gitzwarte jaren.

De Jong dacht aanvankelijk dat het verhaal met drie delen bekeken zou zijn en naar zijn inschatting zou de publieke belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog wellicht nog een jaar of vijftien, twintig onder de bevolking leven, waarna het NIOD kon worden opgedoekt. Hij vergiste zich echter deerlijk in de ‘Condition Humaine’ en latere maatschappelijke ontwikkelingen. Alles zou anders lopen en Het Nederlands Oorlogsinstituut, opgericht door Nico Posthumus, zou zijn levenswerk worden.

Lou de Jong kwam, in Meijers woorden, uit“..een klein milieu”, wat de Jong beaamde. Hij was jong, ijdel en wilde ‘applaus’. Pas jaren later, in (psycho-)analyse ontdekte hij zijn eerzuchtige aard. Het overlijden van zijn broer Sally die hem in alles overtrof, cum laude promoveerde maar eind mei ’45 in Buchenwald overleed, had bij hem op de achtergrond altijd jaloerse gevoelens doen sluimeren. De Jong, immer benaderd als autoriteit, was in zijn gesprek met Meijer eerlijk over zijn ambitieuze aard maar durfde ook zijn menselijke kant, zijn kleingeestigheid te benoemen. Zou de Nederlander anno nu, zichzelf, bij het aantreffen van een Stolperstein ook zo tegen het licht durven houden?

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

Omschrijving *

Typ hier je reactie...


0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor