Stikstofneerslag daalt te langzaam om natuurdoelen te halen, uitstoot uit mest grootste boosdoener

De hoeveelheid stikstofneerslag daalt weliswaar, maar veel te langzaam om de door het kabinet gestelde natuurdoelen te halen. Dat heeft het RIVM berekend. In 2030 moet die neerslag met minstens 50 procent zijn afgenomen, zoals het nu gaat komt Nederland in dat jaar niet verder dan 30 procent. Ammoniak, afkomstig van mest, is veruit de grootste boosdoener. Dat meldt ANP.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) laat weten dat op dit moment slechts 28 procent van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden aan de veilige kant zit. De nieuwe RIVM-monitor ziet er ongunstiger uit dan de vorige. Dat komt vooral doordat op basis van wetenschappelijk onderzoek de zogeheten kritische depositiewaarde (KDW) is aangescherpt. De KDW is de grenswaarde voor stikstofverbindingen waarboven risico op schade aan de natuur ontstaat. Dan gaat het vooral om ammoniak en in iets mindere mate om stikstofoxiden. Ammoniak komt vooral van mest, stikstofoxiden vooral van industrie en verkeer.

In de berekeningen zijn wel alleen concrete plannen meegerekend. Relatief nieuwe maatregelen die na mei vorig jaar zijn ingevoerd, heeft het RIVM nog niet meegenomen in deze monitor. Sinds 2005 is de hoeveelheid stikstof die in natuurgebieden die daar gevoelig voor zijn terecht is gekomen volgens het RIVM met ongeveer 20 procent afgenomen. Onder stikstofgevoelige natuur vallen bijvoorbeeld heide, duinen en oude eikenbossen.