Science-fiction laat zich op z’n allerbest genieten in die rudimentaire staat van flitsende lampjes, aluminium schuifdeuren en schaalmodellen aan een draadje.
In 1977 verscheen een spannende science-fictionfilm die een ongekende franchise en dientengevolge merchandise tot gevolg had. Men sprak van een ‘ruimte-opera’ waarin een bij elkaar gejat allegaartje uit populaire cultuur en literatuur het succes had bepaald. Dat klopt gedeeltelijk, alhoewel Star Wars later op zijn beurt ook veelvuldig werd gekopieerd, gepersifleerd en uiteraard geanalyseerd. Het is in het overgeëxploiteerde science-fictiongenre bijna onmogelijk nog dat originele wiel uit te vinden. Het mythische verhaal van Koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel, de Dune-sage uit 1965 en zelfs de tv-serie Kung Fu uit ’62 (Yoda!) waren duidelijk inspiratiebronnen.
In de wereld van het stripverhaal had Jean Giraud alias Moebius al baanbrekend werk gepubliceerd waaruit vervolgens flink werd ‘geciteerd’ in de filmwereld. De creaturen, de bouwsels, de werelden, iedereen moet zijn inspiratie ergens op doen en George Lucas maakte er uiteindelijk zijn geheel eigen baanbrekende Magnum Opus van.
Met de vormgeving van éen van de populairste personages, Darth Vader, is overigens iets bijzonders aan de hand. Vader en de zijnen zijn zowel in organisatie als in uitmonstering overduidelijk gebaseerd op de nazi’s. De zwarte helm van Vader is zeer herkenbaar als een uitvergrote versie van de Duitse helm (hoewel komiek Dennis Leary het in een hilarische tirade hield op een “Super duper Oakland Raiders helmet!”) met daaronder een gezicht dat lijkt te zijn gemodelleerd naar dat van een bulldog. Zijn kostuum echter lijkt te zijn gebaseerd op dat van een… Joodse hogepriester.
Voordat u dit tekstje nu hoofdschuddend weglegt, schenk mij éen seconde respijt. Kijkt u vooral eens goed naar het borststuk van zijn tuniek, een schijnbaar willekeurige verzameling flikkerende lampjes en kleurige knoppen. Het geheel lijkt verdacht veel op het klassieke borststuk van de Joodse hogepriester dat traditioneel bestaat uit 12 edelstenen die de 12 stammen van Israël vertegenwoordigen, en twee boven gelegen stenen van onyx.
Onomstotelijk is dit natuurlijk niet maar het zou een meesterlijke grap zijn als ome George de ultieme sick joke met ons uithaalde door ons een Joodse leider van een bende ruimte-nazi’s voor te schotelen! En het lijkt er echt op, zeker gezien Lucas en collega Spielberg een paar jaar later samen ‘Raiders of the lost Ark’ produceerden waarin notabene een karakter aan het eind van de film in volledig traditionele hogepriester-outfit aantreedt.
Geen idee waar de Star Wars-saga zich op dit moment bevindt overigens, er verschenen prequels, sequels en spin-offs. Ik zou zeggen: voor hardcore fans only. Sowieso dragen de verfijnde special effects niet echt bij aan de kijkbaarheid van alle spektakel. Hoe realistischer de effecten, hoe belachelijker het aanzicht. De F van science-Fiction staat ook voor fantasie. Dat inzicht botst met de technische perfectie en sorteert precies het tegenovergestelde effect, althans bij mij. Star Trek, Star Wars, Dr. Who en Blake’s Seven charmeren juist door soms wat onbeholpen bordkarton en mannen in monsterpakken. Science-fiction laat zich op z’n allerbest genieten in die rudimentaire staat van flitsende lampjes, aluminium schuifdeuren en schaalmodellen aan een draadje.
Uiteraard kan de briljante parodie Spaceballs (“May the Schwartz be with you!”) van schrijver/acteur/comedian Mel Brooks dan ook niet onbenoemd blijven. Brooks neemt hier zowel het genre als het origineel bijna scène voor scène genadeloos op de hak. Zijn ironisch commentaar daarbij was naar eigen zeggen vooral het feit dat hij een fortuin kwijt was geweest aan Star Wars-speelgoed voor zijn kind en daarom bedenker George Lucas ‘terug wilde pakken’. Held Lone Starr: “Yogurt, what is this place, what is it that you do here?!”. Yogurt: “Merchandising! Merchandising! Where the real money from the movie is made!”. Méer dan gelukt en feitelijk een nog leukere film dan Star Wars.