Het politiek reguleren van productie, handel en consumptie is geen doel op zich, maar een middel om de uitwassen van het kapitalisme aan te pakken
Neoliberale partijen zoals PvdA, D66 en VVD doen graag voorkomen dat we moeten kiezen tussen ofwel vrijhandel ofwel het protectionisme van Trump en consorten. Wie kiest voor vrijhandel zou zich aan de kant van de kosmopolieten en de vooruitgang scharen, wie zijn toevlucht neemt tot het protectionisme zou kiezen voor terugkeer naar het verleden, en daarmee de wereldeconomie grote schade toebrengen. Maar die tegenstelling is vals. Zowel Trump als Trudeau laten zich leiden door specifieke economische belangen: Amerikaans kapitaal versus multinationals. Beiden kiezen voor winst boven mens en milieu.
CETA, het vrijhandelsverdrag met Canada, is de droom van veel grote multinationals. Die hebben hun wensenlijstje opgesteld en de Europese Commissie is daarmee aan de slag gegaan. Wat burgers, NGO’s, vakbonden en zelfs de parlementen daarvan vinden, deed er nauwelijks toe. Rond geen ander handelsverdrag heerste zoveel geheimzinnigheid.
Het resultaat is daar ook naar. De winst van dit handelsverdrag bestaat er vooral uit dat producenten weinig in de weg wordt gelegd. Hoeveel winst kun je niet maken als je geen last hebt van collectieve arbeidsovereenkomsten, milieumaatregelen en regels over producttoevoegingen die de gezondheid schaden? En hoe geweldig is het niet als je een speciaal arbitragehof krijgt waarin je regeringen kunt aanpakken die een streep dreigen te zetten door jouw winstverwachtingen? Welke multinational droomt niet van een hotline naar de Europese Commissie, zodat je ze leuke voorstellen kunt voorleggen en ongewenste voorstellen van tafel vegen? CETA biedt het allemaal.
Is Trumps protectionisme een adequaat antwoord op dat doorgeslagen vrijhandelsbeleid? Dat valt te betwijfelen. De Amerikaanse elite die zich tegen vrijhandel keert, heeft heel andere prioriteiten dan het scheppen van echte banen, het beschermen van het milieu en het garanderen van voedselveiligheid.
Het politiek reguleren van productie, handel en consumptie is geen doel op zich, maar een middel om de uitwassen van het kapitalisme aan te pakken. Om te voorkomen dat onze chauffeurs en bouwvakkers van de markt worden gedrukt, moet de arbeidsmigratie uit Oost-Europa gereguleerd worden. Om te voorkomen dat Tata Steel de das om wordt gedaan, moet het dumpen van buitenlands staal onder de kostprijs aangepakt worden. Om te voorkomen dat hormoonvlees op onze markt komt, moeten strikte regels kunnen worden opgelegd en gehandhaafd. Het beschermen van het algemeen belang, van ons milieu, van consumenten en van arbeiders is niet hetzelfde als economisch protectionisme. Het is de plicht van iedere overheid.
Woensdag 15 februari stemt het Europees Parlement over het CETA-verdrag. Zoals het er nu naar uitziet, krijgt de Europese Commissie dan groen licht om een deel van het verdrag voorlopig toe te passen, zoals dat ook is gebeurd met het associatieverdrag met Oekraïne. Wel is het woord nog aan de nationale parlementen, waaronder onze Tweede Kamer. Op 15 maart kunt u stemmen op een partij die zich duidelijk uitspreekt tegen CETA en geen kattenluikje open laat staan voor een regering met de VVD. Pak de macht, is ons doel. Grenzen stellen aan multinationals is het middel.
Dit artikel is geschreven door Anne-Marie Mineur, SP Europarlementariër en Jasper van Dijk, SP-Kamerlid