© cc-foto: Photo Mix
Globalisering heeft een economische landbouwsector voortgebracht waarin grote Nederlandse spelers actief zijn en het geradicaliseerde protest van de huidige boeren mede financieren.
In 2006, nu ruim 15 jaar geleden, publiceerde mijn organisatie de Amsterdam School of Management het boek Stad zoekt Boer, onder redactie van politiek econoom John Huige.
Het eerste exemplaar werd in ontvangst genomen door de toenmalige minister van landbouw, tevens boer Cees Veerman.
Het boek stelt de vraag hoe de kloof tussen stad en platteland kan worden overbrugd. Want die kloof bestond er terwijl communicatie in het geheel ontbrak. De stedeling verweet de boer slecht om te gaan met land en dier terwijl de boerenfamilie zich niet begrepen voelde in hun streven naar een eerlijk inkomen.
Het boek is in grote lijnen een verslag van een innovatieprogramma Stad-Platteland en werd gesteund door de overheid en diverse maatschappelijke organisaties en initiatieven. Het project startte bij een boerengezin in Noord-Holland waar de kloof tussen stad en platteland verkend werd. Toen is besloten tot een interactieve aanpak waaraan uiteindelijk zo’n 250 stedelingen en plattelanders hebben deelgenomen tijdens een tiental rondetafels. Praktisch elk facet van de communicatie kwam aan bod: de behoefte aan duurzaam voedsel, ontmoetingsplekken als boerenmarkten, het perspectief van plattelandsjongeren en agrarisch en stedelijk ondernemerschap.
Het verslag vertelt ook van boereninitiatieven, onder meer in de Haarlemmermeer en De Bilt. Het boek sluit af met een Stedelijke Agenda voor het Platteland.
Dat het ministerie het boek van belang vond, bleek uit haar vertaling die onder de titel Strong City, Strong Countryside in 2009 verspreid werd onder de toenmalige leden van de EU.
Door het gedoogkabinet van VVD, CDA en PVV (2010-2012) is het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid opgeheven en opgegaan in het ministerie van Economische Zaken. Landbouw werd primair gezien als een economisch product en dat moest in het kabinetsbeleid tot uiting komen.
Als projectleider Stad zoekt Boer heb ik gezien hoe toenmalige medewerkers teleurgesteld raakten en hun inzet voor een duurzame relatie tussen stad en platteland in rook zagen opgaan. Maatschappelijke organisaties kregen geen gehoor meer bij het voor hen vreemde ministerie en wat belangrijker was: het verdampen van allerlei brede activiteiten vanwege het onhoorbare argument dat die niet meer relevant zouden zijn in deze 21e eeuw.
Tien jaar later is er weer een eigen ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maar de brug stad-platteland is niet onderhouden en in elkaar gezakt. De activisten zijn kleinschalig terug te vinden in de stadslandbouw, gemeenschappelijke ‘commons’, alternatieve voedselketens en zorgboerderijen.
Het gaat mij niet om een nostagisch verlangen naar vroegere tijden. Een Cees Veerman is niet meer voor handen. Globalisering heeft een economische landbouwsector voortgebracht waarin grote Nederlandse spelers actief zijn en het geradicaliseerde protest van de huidige boeren mede financieren (NRC 18/19 juni 2022). Klimaatverandering stond in 2006 ook op de agenda maar is onvoldoende als urgentie door de boerenorganisaties opgepakt.
En de Landbouwuniversiteit in Wageningen? Een internationaal vermaard instituut dat vele stemmen laat horen, van grootschalige veeteelt tot biologische tuinbouw maar niet in staat is een eenduidige transitieagenda voor agrarisch Nederland te coördineren. Ook staat deze universiteit in de publieke zijlijn als het gaat om een wereldwijde voedselaanpak waaraan het speculatieve grootbedrijf ondergeschikt gemaakt wordt.
Het Nederlandse kabinet moet nu een uitweg zoeken om het stikstofprobleem aan te pakken. De boeren zijn tegen en de coalitie verdeeld.
Wie verkeren nu nog tussen de coulissen?
De stedelingen terwijl zij met consumentengedrag, coalities met boeren uit hun omgeving, gemeenschappelijk stad-plattelandinitiatieven en stem in het publieke debat voor een doorbraak kunnen zorgen. De stad neemt het boeren bedrijf serieus als producent van voedsel. Maar heeft geen begrip voor boeren die geen verandering voorstaan om onze planeet ook voor onze kinderen bewoonbaar te houden. Progressieve boeren kunnen gezamenlijk het voortouw nemen. En de provincies waarop het kabinet gokt? Provincies hebben een laag politiek vertrouwensprofiel bij het publiek. Laten de steden als actieve partner voor die boeren optreden.
Het kabinet kan op z’n Veermans de noodzakelijke interactie stimuleren en een rechtvaardig en duurzaam landbouwbeleid ontwerpen en uitvoeren, mede in EU-verband.
Stad zoekt boer? Gelukkig nog wel.
cc-foto: Photo Mix