Het dove Afghaanse meisje Kalma (Ewa) heeft terecht geen zorgondersteuning voor haar doofheid ontvangen in het Universitair Medisch Centrum in Groningen (UMCG). Dat schrijft Ankie Broekers Knol, staatssecretaris voor Asiel, in een antwoord op het in september verschenen rapport ‘Ewa’ van de Kinderombudsman.
Kalma, destijds 1 jaar, arriveerde in 2013 samen met haar ouders in Nederland. Na een medisch onderzoek bleek Kalma doof te zijn. Het UMC stelde in 2014 dat het meisje veel baat zou hebben bij speciale gehoorapparaten, die haar haar gehoor en spraak zouden verbeteren. Maar zonder verblijfsvergunning geen vergoeding, en de ouders hadden geen geld om zelf voor de kosten op te draaien. Het werd ze op deze manier onmogelijk gemaakt de dure gehoorapparaten voor hun hulpbehoevende dochtertje aan te schaffen.
Margrite Kalverboer, Kinderombudsman, deed onderzoek naar de zaak van ‘Ewa’. Zij oordeelde dat de kinderrechten van Kalma niet zijn nageleefd, omdat de belangen van het kind niet goed zijn afgewogen. Zowel het UMCG als de betrokken overheidsinstanties zijn tekortgeschoten. “Het ziekenhuis vond het belangrijker dat er voor de implantaten en de behandeling betaald zou worden dan dat Ewa de implantaten nodig had. Het ministerie vond het belangrijker een voorbeeld te stellen voor andere vluchtelingen dan de implantaten voor Ewa te vergoeden”, schreef ze in haar rapport.
Broekers-Knol zegt het niet eens te zijn met de bevindingen en legt het oordeel naast zich neer. De staatssecretaris reageert in haar brief dat Nederland het Internationale Verdrag anders interpreteert. “Het feit dat Nederland bepaalde zorg technisch gezien kan bieden betekent niet dat daarmee gelijk ook recht op die zorg bestaat.” Als Nederland verplicht wordt gesteld om altijd de zorg te leveren die mogelijk is, dan zou Nederland “het ziekenhuis van de wereld worden”, aldus Broekers-Knol.
De staatssecretaris schrijft verder dat “medische aandoeningen geen reden zijn om voor asielbescherming in aanraking te komen”. Speciale gehoorapparaten die bijdragen aan het gehoor aan de spraak van een kind vallen daar volgens Broeke-Knol niet onder noodzakelijke zorg. “Doofheid is een beperking, welke je verlicht door de plaatsing van implantaten”, schrijft ze. “Als je dat in dit geval zou moeten doen, zou je ook andere beperkingen moeten verlichten of wegnemen, al naar gelang wat medisch mogelijk is in Nederland.”
Nadat toenmalig staatssecretaris Harbers (VVD) in 2018 zijn discretionaire bevoegdheid inzette, kregen Kalma en haar gezin uiteindelijk toch een verblijfsvergunning. Voor een optimaal effect had Kalma voor haar vijfde verjaardag de gehoorapparaten moeten krijgen. Op 6-jarige leeftijd kreeg ze één gehoorapparaat vergoed. Kalma zal nu hoogstwaarschijnlijk altijd doof blijven. Daarom wordt nu eerst gekeken of het gehoorapparaat werkt, voordat er een tweede wordt geplaatst.