Geef gemeenten ruimte om te kijken naar verbeteringen in het huidige bijstandsmodel zodat mensen sneller aan het werk komen
Een flink aantal gemeenten is bezig met de vraag hoe bijstandsgerechtigden het beste geholpen kunnen worden. Want voor de meeste mensen is het leven als bijstandsgerechtigde geen vrijwillige keuze. Ook willen gemeenten overheidsgeld dat wordt besteed aan uitkeringen en re-integratie, zo doelmatig mogelijk besteden.
In tegenstelling tot wat de Participatiewet lijkt te beogen, stimuleren de huidige regels niet om naast een uitkering te werken. Sterker nog: de wet remt eigen initiatief af. Een paar uur per week werken loont niet, omdat het verdiende bedrag wordt ingehouden op de uitkering. Om het ingewikkelder te maken zijn er veel uitzonderingen, afhankelijk van lokale regels en persoonlijke situaties.
Het systeem is ingewikkeld en ondoorzichtig doordat het verrekenen van bijverdiensten soms maanden later gebeurt. Dit kan weer gevolgen hebben voor andere toeslagen en regelingen. Het papieren monster dat zo wordt gecreëerd werkt afschrikwekkend, en dat geldt zeker voor de boetes die kunnen worden opgelegd als iets mis gaat bij het invullen van al het papierwerk.
Het idee dat bijstandsgerechtigden – op straffe van sancties – gedwongen moeten worden om te werken is een opmerkelijke denkfout van de overheid, in een tijd dat er een enorm tekort aan banen is. Het creëert ook een bulk aan regels. Over hoe men zich moet kleden en verzorgen, hoe ver iemand moet reizen voor een baan, over het taalniveau dat iemand moet beheersen, de bereidheid te verhuizen, enzovoort. En laten we de omstreden wettelijk vastgestelde ‘tegenprestatie’ niet vergeten.
Gelukkig zijn er veel gemeenten die wel vertrouwen hebben in hun inwoners. Die geloven dat de grote meerderheid van goede wil is, en iets van zijn leven wil maken. En dat minder regels en dwang ertoe leidt dat men eerder aan het werk komt, of zich nuttig maakt in bijvoorbeeld onderwijs, mantelzorg of vrijwilligerswerk.
Veel gemeenten dringen daarom aan op het versoepelen van regels. Ze willen ruimte om te experimenteren met een systeem waarbij mensen vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen. Door expliciet vast te leggen dat er met delen van de wet geëxperimenteerd mag worden, biedt de Participatiewet ruimte.
Goed nieuws dus voor de gemeenten die maar al te graag aan de slag willen en alvast bij het ministerie van Sociale Zaken aanklopten. En voor de universiteiten en hogescholen die kijken hoe dergelijke experimenten wetenschappelijk onderzocht kunnen worden, zodat de informatie bruikbaar is voor de toekomst. Ook goed nieuws voor de Tweede Kamer, die in meerderheid de staatssecretaris verzocht gemeenten deze ruimte te geven.
Maar het duurt ondertussen wel erg lang. Medio 2015 zat een aantal wethouders aan tafel bij staatssecretaris Klijnsma en was de hoop dat er eind 2015 meer duidelijkheid zou zijn. Het is ruim een jaar later nog steeds onduidelijk of en wanneer de experimenten mogen starten. De staatssecretaris lijkt weinig haast te maken: deze week nog vertelde zij aan de Kamer dat januari 2017 waarschijnlijk niet wordt gehaald.
De onduidelijkheid is zeer onwenselijk, want pas als de gemeenten weten wat zij precies mogen, kunnen ze besluiten over de invulling van de experimenten, de selectie van de deelnemers en de informatie die ze moeten verstrekken aan hun inwoners.
Daarom een dringende oproep aan de staatssecretaris: geef toestemming voor deze experimenten, en wacht daar niet te lang mee. Geef gemeenten ruimte om te kijken naar verbeteringen in het huidige bijstandsmodel. Zodat we kunnen werken aan een stelsel dat efficiënter, transparanter en vriendelijker is. Waarin mensen sneller aan het werk komen, hun tijd nuttiger besteden en hun welzijn verbetert.
Bijgedragen aan dit artikel heeft:
Lisa Westerveld, raadslid GroenLinks Nijmegen Annet de Lange, lector Human Resource Management aan de HAN Rutger Groot Wassink, fractievoorzitter GroenLinks Amsterdam Patrick Rijke, fractievoorzitter GroenLinks Zwolle Heleen de Boer, fractievoorzitter GroenLinks Utrecht Liza Luesink, fractievoorzitter GroenLinks Zutphen Mark Coenders, raadslid GroenLinks Arnhem