Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Sta op tegen deze haat en onverdraagzaamheid

  •  
16-09-2024
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
2784 keer bekeken
  •  
ANP-366502913

Plotseling stond haat op mijn stoep. Een oproep tegen haat en voor solidariteit en liefde in de strijd tegen intolerantie.

Donderdag 5 september om 14 uur, terwijl wij met het bestuur van onze Gender and Sexuality Alliance aan het vergaderen waren, stond er plots een groep van zes mannen op onze stoep die ‘pro-life’ (= anti-abortus) leuzen scandeerden.

We hoorden rumoer op straat, tromgeroffel, een doedelzak, geroep door een megafoon. Ik stapte uit de vergadering en ging poolshoogte nemen. Daar stond een groep van zes mannen. Een hield een grote rode banier met een gouden leeuw erop omhoog. Ze waren netjes gekleed, in pak, met een soort rode omslagdoek, alsof het romeinen waren. De persoon met de doedelzak had een donkergroen bomberjack aan. Een van de mannen stond iets langs zij en had een rode baret op en een ‘bodycam’ om. Was hij de leider? Daar leek het op. Het gezelschap gaf mij de indruk van een goed geoliede militaire eenheid. De man met de rode baret hield een brochure vast, met daarop een foto van een baby en de tekst “Na Amerika ook in Europa. Met gebed en strijd stoppen we de zonde van abortus!” Bovenaan stond de afzender: ‘TFP Student Action Europe’. De letters staan voorTradition, Family and Property.

Ik vroeg hen of ze het recht hadden hier te staan, op dat moment nog in de veronderstelling dat ze op het terrein van de Universiteit stonden, dat niet openbaar is. Ik vroeg hen te vetrekken, waarop ze vroegen of ik van de politie was. Ik zei hen dat ik een burger was, dat ze hier niet welkom waren en dat ze niet op openbaar terrein stonden. Ze riepen dat ik dan maar de politie moest bellen. Als snel bleek dat ze op gemeentegrond stonden, precies tussen het regenboogfietspad en de trambaan. Ook deze mannen met hun enge denkbeelden hebben demonstratierecht. Zij mochten daar staan en dat wisten ze. Het gaat hier immers om een goed georganiseerde haatbrigade.

Deze mannen zijn tegen vrouwenrechten. Abortus is volgens hen moord. Maar daar blijft het niet bij, ze haten ook iedereen die niet op hen lijkt. Op hun website blijkt dat ze hun pijlen ook richten op trans personen en op homo’s. “10 reasons why homosexual ‘marriage’ is harmful”. De aanhalingstekens bij het woord huwelijk zijn veelzeggend. Deze mannen wijzen mij en de mijnen af. Hoewel ik mijzelf niet als homo afficheer - ik noem mijzelf pan en poly - zien zij mij wel zo en zij vormen een bedreiging voor mijn leven. Een leven vol liefde, vreugde én verantwoordelijkheid. Ik ben een vader, een vriend, een partner, een goede voorouder. Ik beschouw mijzelf lid van een gemeenschap die werkt aan een leefbare planeet, die wil zorgen dat de volgende generatie ook kan leven en liefhebben. Deze zes mannen zien dat niet. Zij verafschuwen mij. Zij gunden mij geen blik waardig. Zij haten mij.

Er ontstond een spontane tegendemonstratie. Ik zal bekennen dat ik daarin geholpen heb. Ik heb regenboogvlaggetjes uitgedeeld, armbandjes met daarop de tekst “zijn wie je bent” met icoontjes van ALLE mogelijke combinaties van liefde. Er was iemand die stoepkrijt had meegebracht, kudos! Er werden leuzen op de tegels gekalkt: “baas in eigen buik” “anti-abortion = anti women”.

We deelden flyers uit van onze Gender and Sexuality Alliance, de club die van onze hogeschool een veiligere plek wil maken voor queer studenten en medewerkers. Onbedoeld onderstrepen deze zes mannen ons bestaansrecht. Uit alle hoeken en gaatjes van de HU en de UU kwamen studenten en medewerkers tonen waar wij samen voor staan! Ik voel me gedragen door hen en ben dankbaar voor onze gemeenschap die opkomt voor inclusie, voor een open, rechtvaardige en duurzame samenleving.

Tegelijkertijd schrik ik ook van een aantal gesprekken die ik tijdens de demo heb gevoerd met groepjes jongens. Eén van hen zei “vrouwen mogen van mij wel abortus plegen, maar hier…” en hij wees op de pride vlag op mijn flyer “… hier ben ik tegen.” Ik wilde met hem in gesprek. Ik was nieuwsgierig waarom hij tegen liefde was, waar hij bang voor was. Hij zei “ik ga niet met jou in discussie.” Ik denk dat hij mij het niet waard vond, niet waardig. Ik vermoed dat hij geen empathie of betrokkenheid kon opbrengen voor mij, die ‘vieze flikker’.

Deze jongetjes, zo noem ik ze maar, zijn het publiek van de zes mannen. Zij zijn degenen die geworven moeten worden, de volgende soldaten in het leger van de haat en onverdraagzaamheid. En de verlokking is groot, want de toekomst is zo onzeker. We zijn in het klimaattijdperk aangekomen, aldus Chris Julien in zijn zojuist verschenen boek Alledaags Activisme. We gaan te maken krijgen met hitte, droogte, extreem weer, stromen vluchtelingen, schaarste en veel onrust. "Naarmate de planeet opwarmt, omarmen nieuwe autoritaire bewegingen in het Westen een giftige combinatie van klimaatontkenning, racisme en misogynie," schrijft Cara Daggett in haar fantastische artikel Petro-masculinity: Fossil Fuels and Authoritarian Desire. Het woord carrière kan gerust in de prullenbak. Business as usual bestaat niet meer. Deze jongens hebben niet het vooruitzicht dat zij het beter gaan krijgen dan hun ouders. “De ‘comfortzone’ van veiligheid en vooruitgang in de consumptiemodus hapert” en dit is voor hen een verlies. Voor personen die nog in dit privilege konden verblijven betekent de radicale onzekerheid een verlies van onschuld, van een vertrouwen in de toekomst. Je kan dit oplossen door het beest in de bek te kijken en te rouwen over wat er verloren is en nog zal gaan. Je kan onrust omzetten in daadkracht! Maar je kan er helaas ook voor kiezen dat niet te doen, maar weg te kijken, te doen alsof je nog in het ‘oude normaal’ leeft. Of eigenlijk in een imaginair verleden, van traditie, familie en eigendom. Wat daarbij helpt is angst voor een vijand. Dat bindt je groep. En dan kies je liefst een kwetsbare vijand, zoals vrouwen, trans personen, queers. Die zijn een makkelijke prooi voor je haatbrigade.

Ik lag vanochtend vroeg wakker in bed. Na de adrenaline die ik gisteren voelde in de tegendemonstraite, kwam nu de angst, de boosheid en het verdriet. Het golfde door me heen. Is dit nog maar het begin? Zijn dit een paar gekkies? Of zit hier een militaristische mondiale organisatie achter? Het antwoord daarop is helaas dat laatste. Bekijk maar de documentaire Regenboog Hysterie van Argos. Clubs zoals deze worden gefinancierd door ‘christelijke’ organisaties uit de VS. Haat en onverdraagzaamheid is hun exportproduct en het bedrijf loopt heel goed. In veel Europese landen hebben ze al voet aan de grond gekregen. Ook hier in Nederland. Niet alleen de Forum-stemmers dwepen met hen, maar ook de PVV - en het zal me niet verbazen als ook Omtzigt warme gevoelens bij hen heeft. Zijn uitspraken onlangs dat vrouwen babymachines moeten worden voor het vaderland, want ‘oh jee buitenlanders’, past precies in het straatje van deze zes mannen. Ik vroeg mij vanochtend af: wanneer weet je of je moet vluchten? En kan het dan nog?

Vanochtend vloeiden bij mij tranen. Niet alleen vanwege het feit dat zij een gevaar voor mij zijn, maar ook omdat ik zie dat zij gevangen zitten in deze haatdoctrine. Ik voel compassie voor hen. Hun breinen en harten zijn besmet met een virus dat maar één uitkomst kent, namelijk geweld. Hier zijn we eerder geweest in de geschiedenis. En nu leef ik, leeft mijn lief, mijn zoontje, mijn vrienden, leven wij in die geschiedenis. Ik wil dat die niet bewaarheid wordt. Help mij te geloven dat we veilig zijn. Wacht niet tot ze voor jou komen. Sta nu al op! Wij zijn de kanarie in de kolenmijn. Als wij dood op de bodem van het kooitje liggen, dan is ook voor jou te laat. Sta op tegen deze haat en onverdraagzaamheid, tegen extreemrechts, tegen fascisme! Schouder aan schouder, roep met mij “nimmer meer!”

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.