Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Sociale huurders hebben ook recht op huisvesting

  •  
19-04-2021
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
612 keer bekeken
  •  
EzUPgRNUcAY-LVT

© foto: Gwen van Eijk

Woonzekerheid en zeggenschap zijn rechten voor zowel kopers als huurders. Sociale huurders zijn geen poppetjes die naar believen verschoven kunnen worden.
Er dreigt een ‘tweekastenmaatschappij’ te ontstaan, met huizenbezitters en huurders aan weerszijden van een diepe kloof, zegt Hans de Geus. De Geus constateert in zijn boek over de wooncrisis dat het voor een groep mensen steeds moeilijker is geworden om aan een eigen woning te komen – die groep is aangewezen op de huurmarkt, waar sociale huurwoningen steeds schaarser worden en huurwoningen op de vrije markt steeds duurder, kleiner en onzekerder door flexcontracten.
Bouwen, bouwen, bouwen is een veelgehoorde oplossing, onder meer genoemd in de Actieagenda Wonen van Aedes en 33 andere organisaties. Het kan helpen, maar het is vooral een oplossing voor het tekort aan woningen. Het is geen oplossing voor een fundamenteler probleem, namelijk dat we wonen als investeringsproduct zijn gaan zien en dat dit recht op huisvesting ondermijnt. Gelukkig zagen we in de verkiezingsprogramma’s wel dat enkele politieke partijen dit recht expliciet benoemden als uitgangspunt voor ander woonbeleid. En gelukkig riep het Europees Parlement afgelopen januari overheden op om huisvesting te erkennen als fundamenteel mensenrecht.
Veronachtzaming van het recht op wonen Maar het huidige Nederlandse woonbeleid veronachtzaamt het recht op huisvesting op vele manieren. Dakloosheid is de meest in het oog springende schending van dit recht. Maar we zien het ook in de manier waarop de overheid met sociale huurders omgaat. Tegenover de verheerlijking van eigenwoningbezit zien we dat de sociale huursector wordt gemarginaliseerd en gestigmatiseerd, constateert stadsgeograaf Cody Hochstenbach. Zelf zou Hochstenbach kiezen voor een beleid dat kopen en huren ‘gelijkwaardig behandelt’. Want daar schort het nogal aan: gelijkwaardig.
We zien die ongelijkwaardigheid op talloze manieren, soms subtiel, soms expliciet met keiharde gevolgen. Zo hoorden wij de Rotterdamse wethouder Bouwen en Wonen onlangs zeggen dat sociale huurders ‘hun handjes echt mogen dichtknijpen’ omdat ze straks ook op ‘toplocatie’ Parkhaven (naast de Euromast) mogen wonen. Sociale huurders mogen blijkbaar dankbaar zijn dat er door de gemeente überhaupt een richtlijn is voor 20 procent goedkope woningen in nieuwbouwprojecten. In de te verrijzen wijk Nieuw-Kralingen dient het randje sociale huurders (slechts 10 procent van de nieuwbouw) als geluidsbuffer zodat de rijkere bewoners van het groen kunnen genieten. In de nieuwbouw op een andere toplocatie, naast de Markthal, komen helemaal geen sociale huurwoningen.
Sociale huur wordt een gunst De onderwaardering van sociale huisvesting leidt er niet alleen toe dat de sociale huursector steeds kleiner wordt. Het probleem is ook dat een sociale huurwoning een gunst wordt, in plaats van recht, en dat de huurders die er gebruik van maken niet als volwaardige burgers met rechten worden gezien.
Dat zien we momenteel in Rotterdam, waar het stadsbestuur zich heeft gecommitteerd aan een forse vermindering van het aantal goedkope woningen door te slopen of duurder maken van woningen door renovatie. Sinds 2000 zijn er al 30.000 goedkope woningen verdwenen en tot 2030 verdwijnen er onder aan de streep nog eens 13.500, vooral sociale huurwoningen. Het doel is om de bevolkingssamenstelling meer ‘in balans’ te brengen: minder lage inkomensgroepen, meer hogere inkomensgroepen. En ook afkomst speelt hierbij een rol: het aanwijzen van wijken voor ‘herstructurering’ gebeurt onder meer op basis van de discriminatoire Leefbaarometer.
In het kader van dit woonbeleid, gaan de gemeente Rotterdam en corporatie Vestia op maandag 19 april beginnen met de sloop van de Tweebosbuurt in de Afrikaanderwijk, Rotterdam-Zuid. De Tweebosbuurt is symbool komen te staan voor veel dingen die mis zijn met het Rotterdamse woonbeleid: de marginalisering van de sociale huursector en haar bewoners, gebrek aan zeggenschap voor bewoners, discriminatie op grond van inkomen en afkomst. Bewoners mogen niet meebeslissen over de toekomst van hun buurt, omdat het ‘algemeen belang’ van een ‘gemengde wijk’ prevaleert boven hun recht op huisvesting en zeggenschap. Gemeenten en woningcorporaties kunnen over het lot van jouw woning en buurt beschikken, als jij een sociale huurder bent.
Huurders trekken altijd aan het kortste eind De Werkgroep Gelijke Behandeling Volkshuisvesting concludeerde in 2012 dat er sprake is van een ongelijke behandeling van huurders versus huiseigenaren, en dat die rechtsongelijkheid is verankerd in het beleid en in de wet. ‘Huurders zullen altijd aan het kortste eind trekken zolang de wetgeving niet gewijzigd wordt’, aldus de Werkgroep in reactie op het nieuws dat de rechter akkoord ging met de start van de sloop van de Tweebosbuurt door de gemeente en Vestia. ‘Welk percentage huurders heeft sloop wel kunnen verhinderen bij de rechter?’
Het is inderdaad zeldzaam dat de plannen die het stadsbestuur heeft voor ‘herstructurering’ van een buurt van tafel gaan. Het gebeurde in Rotterdam tot nu toe éénmaal dat de plannen voor een buurt werden gewijzigd: de gemeenteraad besliste in de Vogelbuurt in Carnisse (ook Rotterdam-Zuid) dat er niet gesloopt ging worden. Maar de uitzondering bevestigt de regel: het betrof hier geen sociale huurwoningen maar particuliere eigenaren, waaronder veel bewoner-eigenaren, die de gemeente wilde onteigenen. Het plan ging van tafel omdat bleek dat de bewoners veel in hun woning hadden geïnvesteerd. Eigenlijk woonde er al een ‘middenklasse’, de realiteit van gentrificatie had het woonbeleid voor de Vogelbuurt al ingehaald. Maar ook omdat ‘Onteigening heel diep ingrijpt in het leven van de bewoners. Daar moeten we als raad heel voorzichtig mee zijn”, zei coalitiepartner D66.
Het illustreert weer de ongelijkheid tussen eigenaar en huurder, want een gedwongen verhuizing voor een sociale huurder omdat diens wijk ‘meer gemengd’ moet worden grijpt natuurlijk óók diep in in de levens van bewoners. Daar moet dus evengoed heel voorzichtig mee worden omgegaan. Misschien nog wel voorzichtiger, omdat het in de sociale sector vaker mensen betreft die op allerlei manier al kwetsbaar zijn. Woonzekerheid en zeggenschap zijn rechten voor zowel kopers als huurders. Sociale huurders zijn geen poppetjes die naar believen verschoven kunnen worden.
Ook sociale huurders hebben recht op huisvesting Wonen is een basisbehoefte en om die reden is huisvesting een grondrecht, een fundamenteel mensenrecht waarvoor de overheid zich tot het uiterste moet inzetten. Het is hoog tijd dat het recht op huisvesting uitgangspunt voor het woonbeleid wordt en dat erover nagedacht wordt wat dat in de praktijk betekent. Het is méér dan een dak boven het hoofd hebben. Het is een goed en betaalbaar dak hebben, in een veilige, prettige en sociale omgeving. Het is woonzekerheid. Het is zeggenschap hebben over je leefomgeving. Niet gediscrimineerd worden op grond van je inkomen of afkomst.
De inzet van de overheid moet niet gericht zijn op het stimuleren van eigenwoningbezit maar op het garanderen dat iedereen huisvesting heeft én dat iedereen, ook sociale huurders, hun recht op huisvesting en zeggenschap kunnen uitoefenen. En uitgaan van gelijkwaardigheid, ongeacht of bewoners hun woning bezitten of huren.
Mustapha Eaisaouiyen en Gwen van Eijk zijn mede-initiatiefnemers van Recht op de stad, opgericht door bewonersgroepen, lokale woonprojecten en andere betrokken Rotterdammers. Ze schreven samen ‘het betere plan voor wonen in Rotterdam’ voor een beter en eerlijker woonbeleid. Maandag 19 april voeren ze de hele dag actie in de Tweebosbuurt, waar de gemeente Rotterdam en woningcorporatie Vestia gaan beginnen met de sloop om een meer ‘gemengde buurt’ te creëren: www.rechtopdestad.nl.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.