De een heeft zich weer tien kilometer het schompes gerend, de ander hangt als een menselijke vlag aan een door de gemeente beschikbaar gesteld speeltoestel en weer een ander hangt dagelijks een uur in de sportschool
Toegegeven, je kunt beter sporten dan intraveneus opiaten gebruiken, maar ik vraag me al geruime tijd af wat die mensen bezielt die zo obsessief ‘bezig zijn’ met hun ‘gezondheid’. Ze sporten zich drie slagen in de rondte, eten allerlei ‘healthfood’, roken uiteraard niet en sommige onthouden zich ook van alcohol. Op Facebook zie ik ze met enige regelmaat voorbijkomen, waarbij ze hetzij in geschrift, hetzij met behulp van foto’s en video’s kond doen van hun heldendaden.
Schompes De een heeft zich weer tien kilometer het schompes gerend, de ander hangt als een menselijke vlag aan een door de gemeente beschikbaar gesteld speeltoestel en weer een ander valt dagelijks een uur in een fitnesscentrum aan te treffen. Let wel: die mensen zijn dus geen topsporters. Dan waren die activiteiten eenvoudiger te verklaren, want als je ervan moet leven en/of competitief wilt presteren op topniveau, zal je wel moeten. Begrijp me niet verkeerd: met mate sporten is goed voor lichaam en geest, en in verenigingsverband heeft het bovendien een sociale functie. Het lidmaatschap van een sportvereniging is beneficiair voor je sociale contacten en je netwerk, maar dat geldt ook voor een fanfare.
Sommige mensen slaan fanatiek aan het sporten omdat ze willen afvallen. Dat is een misverstand, want van sporten val je niet of nauwelijks af. Om 1 kilo vet kwijt te raken, zou je honderd kilometer moeten hardlopen. Na een meer realistische vijf kilometer heb je 350 kcal verbrand. Als je daarna een Snickers smikkelt, ben je weer terug bij af. Als je wilt afvallen, zul je gewoon minder en anders moeten eten. Zogenaamde crashdiëten bieden echter geen soelaas: het is op de eerste plaats bijzonder ongezond, en als je uitgecrasht bent, zit je binnen de kortste keren weer op je oude gewicht.
Functioneel Als je een normaal, gezond hart hebt, is het zinvol om je hartslag elke dag tien minuten ‘op te jagen’. Dat is voldoende. Duursporten is op zich niet erg zinvol, het kan zelfs vrij ongezond zijn. Zo zien we dat bijvoorbeeld marathonlopers relatief vaak een vergroot hart ontwikkelen en als direct gevolg daarvan niet erg oud worden. Als we naar de dierenwereld kijken, zien we dat er geen dier te vinden is dat voor zijn plezier 42 kilometer gaat rennen. Sommigen willen nog wel eens een sprintje trekken, maar dat is een functioneel sprintje: het dier rent zogezegd naar de supermarkt om eten te halen. Voor de rest ligt het in de schaduw te suffen.
Onder de mens (die ook een dier is) heeft de laatste decennia echter de mythe postgevat dat het goed voor je is om je als een idioot uit te putten. Met het grotendeels verdwijnen van zware lichamelijke arbeid, een almaar groeiende welvaart en de daarmee gepaard gaande ziektes, én door een veranderd eetpatroon veroorzaakt groeiend aantal mensen met overgewicht is (met name in de westerse wereld) een bijna heiligverklaring van het sporten als activiteit ontstaan.
Daar schuilt welbeschouwd een zekere tragiek in, want de uiteindelijke reden waarom iemand tien kilometer gaat rennen, is om de dood voor te willen blijven. Hij loopt voor de dood uit. Maar die zit hem op de hielen en haalt ons uiteindelijk allemaal in. Je gezondheid is namelijk maar zeer ten dele ‘maakbaar’. Op negentig procent ervan heb je geen enkele invloed, hoe vaak je ook fietst, hoever je ook rent, en hoeveel spannende macrobiotische drankjes je ook drinkt.