Wetenschappers hebben bewijs gevonden dat grote hoeveelheden methaanijs in de Noordelijke IJszee langzaam smelten, waardoor langs de Oost-Siberische kust grote hoeveelheden van het broeikasgas vrijkomen. In de Laptevzee bij Rusland werden tot wel 350 meter diep grote hoeveelheden methaan waargenomen. De vondst is reden voor bezorgdheid bij de onderzoekers. Het vrijkomende gas kan de klimaatverandering drastisch versnellen.
Methaanclathraat, ook wel methaanijs genoemd of ‘de slapende reus van de koolstofcyclus’, bevindt zich in zeer grote hoeveelheden in sedimenten op de bodem van de oceanen. Vermoed wordt dat het vrijkomen van methaan uit de clathraatafzettingen heeft bijgedragen aan eerdere klimaatveranderingen op aarde. Wetenschappers vreesden al langer dat door de opwarming van de Aarde methaangas uit het permafrost kon vrijkomen, wat weer tot een versnelling leidt van diezelfde opwarming.
Methaan is een zeer krachtig broeikasgas, tot wel twintig keer sterker dan bijvoorbeeld koolstofdioxide (CO2). Eerder al werd na Amerikaans onderzoek een destabilisatie van de clathraatafzettingen in de Noordelijke IJszee gezien als een van vier meest ernstige scenario’s die een abrupte klimaatverandering in gang kunnen zetten. Zo ver is het nog niet, zegt de een van de betrokken wetenschappers, de Zweed Örjan Gustafsson. Wel waarschuwt hij dat het smeltproces in gang is gezet en niet vanzelf weer zal stoppen.