Wetenschappers hebben voor het eerst genen gevonden die verband hebben met insomnia, of slapeloosheid. In een groot internationaal onderzoek onder leiding van Danielle Posthuma en Eus van Someren van Vrije Universiteit in Amsterdam zijn er belangrijke stappen gezet in het ontdekken van de biologische redenen voor slapeloosheid.
Voor mensen die problemen hebben met slapen en vaak wakker liggen, is er nu eindelijk een lichtje aan het einde van de tunnel. Tot nu toe was de veelvoorkomende kwaal moeilijk te behandelen. Vaak wordt aan mensen die aan insomnia lijden verteld dat het allemaal tussen de oren zit, maar de nieuwe ontdekking bewijst dat dit misschien helemaal niet altijd het geval is. Of ten minste, niet alleen.
Uit wetenschappelijk onderzoek wordt nu duidelijk is dat er een biologisch en zelfs genetische oorzaak kan zijn, kunnen wetenschappers beter onderzoeken hoe hersencellen met elkaar communiceren bij slapeloosheid. Deze doorbraak betekent dat er een hele nieuwe manier is om te zoeken naar behandelmethoden.
Van Someren hoopt dat de wetenschappelijke doorbraak er ook voor zorgt dat er meer erkenning komt voor mensen die last hebben van slapeloosheid. Op dit moment wordt er weinig onderzoek gedaan naar de oorzaken van slapeloosheid, terwijl het een kwaal is die erg vaak voorkomt, en soms ernstige gevolgen kan hebben.
Voorlopig zal deze ontdekking nog weinig veranderen voor mensen die wakker liggen. ‘Nu zijn therapieën nog vooral gericht op het veranderen van gewoontes van mensen. Die behandelingen werken vrij goed. We moeten zien hoe deze ontdekking daar iets aan gaat veranderen’ zegt hoogleraar psychofysiologie Gerard Kerkhof. Volgens Kerkhof zal het nog wel evne duren voordat er echt gerichte therapie gegeven kan worden aan mensen met insomnia. Deze ontdekking is volgens Kerkhof echter wel een eerste stap.