Welk serieus energiebedrijf blijft nou aan de zijlijn staan van energiemarkten waar het zelf spectaculaire groei verwacht?
Shell’s aanwezigheid op de Nationale Klimaattop neemt niet weg dat het bedrijf stug doorgaat met het oppompen van fossiele reserves, ook al duwt dit ons in de klimaatafgrond. Topmanagers van Shell hebben een bekering nodig om hun bedrijf en het klimaat echt vooruit te helpen.
Shell Nederland baas Marjan van Loon verdient een groen pluimpje. Ze schoof deze week niet alleen aan bij de Nationale Klimaattop, maar pleitte als co-auteur van een opiniestuk ook voor een actieve overheid om de duurzame energietransitie op gang te helpen.
Maar één zwaluw maakt geen zomer. Begin dit jaar riep Shell CEO Ben van Beurden nog dat hij alle olie ging oppompen die hij maar kon, een inktzwarte belofte die Marjan van Loon in het AD dunnetjes overdeed. In één moeite door serveerde Van Beurden wind- en zonne-energie af op de Offshore North Sea-conferentie: na een 50 jaar voorzien ze samen in luttele één procent van de mondiale energiebehoefte. Aan hem de taak om de wereld uit haar groene droom wakker te schudden.
Maar het is Shell’s topmanagement dat uit zijn fossiele droom wakker geschud moet worden. Luister naar familie en vrienden. Naar teleurgestelde Shell werknemers. Naar onderzoekers die bewijs op bewijs stapelen dat we op de rand van de afgrond staan. Als Van Loon en Van Beurden de vingers uit hun oren halen, zullen ze beseffen dat het zowel ethisch als bedrijfseconomisch waanzin is om je aan fossiele brandstoffen vast te klampen.
Beide schermen graag met Shell’s dividendverplichting aan hun aandeelhouders. Maar als Shell niet verandert, kunnen die aandelen straks bij het oud papier. In een recent rapport stelt denktank Chatham House dat het huidige business model van oliebedrijven aan duigen ligt. Als ze over tien jaar hun fossiele koers niet radicaal hebben gewijzigd, gaat het licht uit.
Shell moet haar bakens dus verzetten naar duurzame energie. En Van Beurden’s één procent voor zon en wind in 50 jaar dan? Dat was retorisch rekenwerk. Wat telt is dat de geïnstalleerde capaciteit van zon en wind in de staart is geëxplodeerd: 8 op de 10 zonnepanelen en ruim de helft van alle windmolens zijn in de laatste 5 jaar geplaatst. Een nieuwe installatie in Abu Dhabi gaat zonnestroom leveren voor net boven de 2 eurocent per kilowattuur.
Er is geen serieuze toekomststudie meer die duurzame energie niet binnen enkele decennia een hoofdrol toedicht. Zelfs Shell’s eigen New Lens studie uit 2013 voorziet dat 30 tot 40% van mondiaal energieverbruik in 2060 duurzaam is, en in 2100 70%. Dat lijkt ons nog aan de zuinige kant.
Solar is de game-changer. Shell zelf had de commerciële potentie van zonne-energie al in 1998 door. In hun duurzame jaarverslag dat jaar lanceerde Shell haar streven om in 2005 10% van de markt voor zonne-energie in handen te hebben. Voor een mainstream doorbraak moest de prijs van zonne-energie nog wel met een factor 5 omlaag.
Nu het zover is, is Shell zelf geen solar speler meer. Ook bij wind, biobrandstoffen en waterstof heeft Shell slechts een teentje in het water. Welk serieus energiebedrijf met een lange innovatietraditie blijft nou aan de zijlijn staan van energiemarkten waar het zelf spectaculaire groei verwacht? Dat staat gelijk aan bedrijfseconomische zelfmoord.
Maar ook ethisch kan Shell niet meer treuzelen. De maximale hoeveelheid CO2 die we nog kunnen uitstoten om de temperatuurstijging ten opzichte van de 19e eeuw tot 1,5 graad Celsius te beperken, een afspraak uit Parijs die Shell zelf onderschrijft, is over 10 jaar op als we op de huidige voet doorgaan.
Alleen als we radicaal omschakelen naar duurzame energie zal dit piepkleine carbon budget toereikend zijn. Oppompen kan echt niet meer: een recent rapport van Oil Change International toont ondubbelzinning aan dat verbranding van alle fossiele reserves de 2-graden Celcius grens, een breed ge-accepteerde lijn tussen catastrofe en een leefbare wereld, zal verpulveren.
Hoe graag Van Beurden en Van Loon ook de neutrale realist spelen, Shell staat met beide poten in de modder van de duurzame energietransitie. Als roergangers van hun bedrijf hebben ze dus twee opties: de overgang naar groene energie afremmen of met echte daadkracht versnellen. Ons advies: kies voor nachtrust nu en later.”