Shell-deal hoort niet thuis in achterkamertjes
• 25-06-2018
• leestijd 4 minuten
© 2018-06-19 14:29:06 DEN HAAG - Premier Mark Rutte en staatssecretaris Menno Snel van Financien tijdens het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer. ANP KOEN VAN WEEL
Het kabinet misbruikt een oneigenlijk privacy-argument om het parlementaire democratische proces te blokkeren
Nu de meesten van mijn collega-fractievoorzitters zich voorbereiden op een geheim overleg met het kabinet over de Shell-deal, heb ik even tijd om op te schrijven waarom ik niet deelneem aan deze commerciële commissie stiekem: het kabinet misbruikt een oneigenlijk privacy-argument om het parlementaire democratische proces te blokkeren. Ik heb het uiteraard over het aanbod van premier Rutte om de Kamer in een zogenaamde “besloten technische briefing” bij te praten over de details van de afspraken die Shell met de fiscus heeft gemaakt. Door toe te staan dat Shell een deel van zijn dividenduitkering via een brievenbusmaatschappij op een van de Kanaaleilanden te doen, heeft het concern sinds 2005 een slordige zeven miljard euro aan belasting weten te ontlopen. Tijdens het vragenuurtje riep ik mijn collega’s op om geen genoegen te nemen met dat debat en volstrekte openbaarheid te eisen. Daarvoor heb ik twee argumenten.
Ten eerste omdat de redenen die het kabinet geeft om deze afspraken als vertrouwelijk te beschouwen niet deugen. Artikel 67 van de Algemene Wet inzake Rijksbelasting die het verbiedt om belastinggegevens van “personen of zaken van een ander” openbaar te maken, is in de loop der decennia zodanig opgerekt dat de geheimhouding niet alleen natuurlijke personen betreft maar ook juridische entiteiten als naamloze vennootschappen. Privacywetgeving dient om de belangen van burgers te beschermen tegen inmenging van buitenaf, niet om de deals van multinationals met de Nederlandse fiscus geheim te houden. Hier is overduidelijk sprake van misbruik van wettelijke bepalingen die van origine andere bedoelingen hadden. Schrappen of aanpassen dus dat wetsartikel. Nederlandse burgers hebben het recht om te weten welke onderhandse afspraken de belastingdienst met multinationals maakt. Al was het maar om een einde te maken aan deze onwelriekende praktijk.
De media-optredens van Shell-topvrouw Marjan van Loon over deze kwestie vergroot de urgentie van zo’n wettelijke aanpassing. Zij gaat het maatschappelijk debat aan, waarmee elke legitimatie van verdere geheimzinnigheid wegvalt. In een interview met Nieuwsuur van 16 juni bestond Van Loon het om te vertellen dat ze de ophef niet begreep omdat de constructie om Nederlandse dividenden via de Kanaaleilanden uit te betalen “volkomen legaal” was. Het is een gotspe dat Nederlandse volksvertegenwoordigers namens Nederlandse burgers geen openbare inzage kunnen krijgen in die “volkomen legale afspraken” om zelf na te kunnen gaan of ze in lijn zijn met de letter en de geest van de wet. Kennelijk moeten we mevrouw Van Loon op haar blauwe ogen geloven. Volksvertegenwoordigers hebben de plicht om dat zelf te beoordelen en zouden dus ook het recht daartoe moeten hebben. Zeker bij een multinational die de afgelopen decennia keer op keer heeft laten blijken er een extreem opportunistische bedrijfsmentaliteit op na te houden. En die daarmee de schijn tegen heeft. Met zeven miljard euro hebben we het niet over klein bier. Afgezet tegen de ruim vijftig miljard euro die Rutte 1, 2 en 3 sinds 2010 hebben “omgebogen” had zeven miljard euro extra aan belastinginkomsten de bezuinigingspijn voor Nederlandse burgers, middenstanders en kwetsbare dossiers zoals natuur, voedselveiligheid en dierenwelzijn substantieel kunnen verlichten.
Het tweede argument is principiëler. Besloten vergaderingen tussen de wetgevende en de uitvoerende macht die bedoeld zijn om informatie binnenshuis en daarmee buiten bereik van de kiezer te houden, passen niet in een parlementaire democratie. De constituerende macht ligt in zo’n democratie immers bij de verzamelde demos. Dat betekent dat uiterst spaarzaam moet worden omgegaan met het instrument van de geheime technische briefing. Incidenteel, als er grote en evidente belangen op het spel staan en het overduidelijk is dat openbaarheid grote gevaren voor demos en staat met zich mee kunnen brengen, is het gebruik van het instrument van beslotenheid op zijn plaats. Dat gold bijvoorbeeld voor de bankenreddingen van september 2008. Cruciale infrastructuur – het betalingsverkeer – stond toen op het spel. En markten reageerden paniekerig op ieder snippertje informatie.
Het gevaar van besloten informatiebijeenkomsten met het Kabinet is dat zij de agenda van de Kamer feitelijk overneemt omdat alles wat tijdens die bijeenkomst gewisseld wordt, niet in het openbaar kan worden besproken.
Wat mij betreft is het duidelijk: het opzetje van Rutte is bedoeld om ons met een kluitje in het riet te sturen en de politieke schade van het onbezonnen, ondoelmatige voornemen om de dividendbelasting af te schaffen zo goed en zo kwaad te beperken. Depolitisering en ontdemocratisering – dat is waar het aanbod van Rutte op neerkomt. Daar zouden parlementariërs die hun mandaat serieus nemen niet mee in moeten stemmen. Burgers hebben te allen tijde het recht te weten wat er in het Huis van de Democratie wordt besproken. Wij spreken immers in hun naam. Vandaar dat ik er niet bij ben tijdens de technische briefing. Om tijdens het debat niet met meel in de mond te hoeven spreken.