Terwijl veel kerken alleen nog bezoekers trekken omdat ze expositieruimte, concertpodium, buurthuis of stemlokaal zijn geworden, mag de SGP zich verheugen in een gestaag groeiend electoraat.
Twee of drie zetels is een marginaal verschil. Maar in tegenstelling tot het CDA, die alleen maar verliest en de ChristenUnie, die wisselend succes boekt, trekt de SGP een continu stijgend aantal leden. Het aantal kiezers schommelt wat, maar over de jaren heen zien we een licht stijgende trend.
Ten opzichte van 1998, het jaar waar de SGP voor het laatst drie zetels haalde, boekte de SGP bij de verkiezingen van 2010 een winst van 14,3% aan leden en 6,5% aan kiezers. De ChristenUnie verloor 0,9% aan leden, maar had 7,7% kiezers meer. Het CDA had 24% verlies aan leden en 19% verlies aan kiezers.
De verschillen tussen de laatste twee verkiezingen (2006 en 2010) zien er voor de SGP florissant uit. Terwijl CDA en CU tegen een verlies van respectievelijk 50,8 en 21,9 procent aankeken, scoorde de SGP een winst van 6,7 procent.
Het lijkt een partij die tegen de stroom in roeit. Met ouderwetse standpunten, waar men zich zo hardnekkig aan vasthoudt, dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens er aan te pas moet komen om de partij te dwingen de statuten aan te passen. Het zal niet veel uitmaken, want partijcongressen bepalen nog steeds wie er op de kieslijsten komt te staan en ik geef de SGP-vrouwen weinig kans.
Het is een democratische verworvenheid dat ook minderheden een plaats in het parlement kunnen krijgen. Met de twee tot drie zetels die de SGP traditioneel bezet, valt te leven. Maar te zien aan ledenaanwas en de peilingen, heeft een deel van Nederland een groeiende behoefte aan zwartekousenpolitiek. Nostalgie is aardig, maar we moeten niet terug naar de prehistorie.